Snoeien om heel misschien te groeien

Spanje heeft al pijnlijke maatregelen genomen om zijn banksector uit te mesten, maar er is wellicht nog meer nodig dan 39,5 miljard euro Europees noodgeld en een bad bank.

Na vier jaar van herstructureringen, bail-outs en hervormingen ter grootte van borrelhapjes, lijkt de Spaanse banksector eindelijk zijn bekomst aan overheidsgeld te krijgen. Europa heeft vorige week 39,5 miljard euro noodsteun goedgekeurd.

De bank Bankia krijgt 18 miljard euro, Catalunya Bank 9 miljard, NCG Bank 5,4 miljard en Banco de Valencia 4,5 miljard. Dat geld moet het mogelijk maken balansen op te schonen die bezoedeld zijn met rommelleningen aan projectontwikkelaars, die werden verstrekt terwijl de kolossale Spaanse vastgoedbubbel almaar in omvang toenam. Heel wat van die leningen zijn nu nog slechts een paar percenten van het oorspronkelijke bedrag waard.

In ruil moeten de vier banken hun balansen afbouwen, stoppen met leningen te verstrekken aan riskante projectontwikkelaars en hun aandacht toespitsen op leningen aan kmo’s. Het grootste snoeiwerk moet bij Bankia gebeuren. De genationaliseerde bank schrapt 40 procent van haar agentschappen en 28 procent van haar personeel.

Wie in de schulden van de bank geïnvesteerd heeft, deelt in de klappen. Voor de vier banken samen krijgen de schuldeisers wellicht een tegenvaller van 10 miljard euro te verwerken. Investeerders verplichten verlies te nemen op een deel van de schuldenlast van de banken, was een eis van de bijdragers aan de bail-outfondsen. Hun bedoeling was de last voor de belastingbetalers te minimaliseren. Maar een groot deel van de schuldbewijzen zit bij kleine beleggers, van wie vele van de banken de verzekering kregen dat hun belegging veilig was.

Behalve naar de vier banken gaat ook geld (2,5 miljard euro) naar een nieuwe bad bank Sareb, die in december opgericht wordt. Die moet voor ongeveer 45 miljard euro rommelleningen overnemen van de banken die geherstructureerd worden. De regering hoopt daarmee het vertrouwen van de markt te herstellen en de leningactiviteit weer op gang te brengen. Die kromp in de twaalf maanden voor augustus met 5 procent.

Nog niet veilig

De functionarissen in Brussel hopen nu dat de markt de herstructureringen gunstig onthaalt, zeggende dat ze “de banken weer leefbaar maken”. Maar de Spaanse banksector is wellicht nog niet met de voeten van het ijs.

Een IMF-rapport van 28 november luidt de alarmbel over mogelijke verdere leningverliezen als de Spaanse economie nog krimpt. De verliezen uit leningen aan ondernemingen zijn al scherp gestegen, maar die op hypotheekleningen bleven opmerkelijk gematigd (zie grafiek). Maar ook daar dreigt een verslechtering als de woningprijzen krimpen en de werkloosheid toeneemt.

Gezien de voorraad onverkochte woningen en de zwakke toename van het gezinsinkomen verwacht het Internationaal Monetair Fonds dat de huizenprijzen, die al tot 30 procent beneden hun piek gezakt zijn, nog zullen dalen. In een apart rapport waarschuwde de OESO er vorige week voor dat de werkloosheid kan oplopen tot bijna 27 procent.

Met de noodlening van 39,5 miljard is het hoofdgerecht van de bankherstructurering misschien geserveerd, maar er staat wellicht nog een zuur dessert op het menu.

THE ECONOMIST

Met de noodlening van 39,5 miljard is het hoofdgerecht van de bankherstructurering misschien geserveerd, maar er staat wellicht nog een zuur dessert op het menu.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content