Sluitende wet gouden parachutes zeer moeilijk
De plannen van de federale regering om snelsnel een wet ineen te flansen die de ontslagvergoedingen van managers moet beperken, vindt weinig genade bij experts in executive pay. Eric Cauwels van Hadros Consult vindt een wet op zich geen probleem, maar “er heerst geen sereen klimaat om een goede wet te maken. Al snel zal men achterpoortjes vinden. Een maximum opleggen voor gouden parachutes kan trouwens tot hogere salarissen leiden”.
“Bovendien vertrekt men van één geval (Fortis), dat eigenlijk een symptoom is van excessen uit het verleden. De jongste tijd zie ik bij bedrijven toch meer discipline. In Nederland bijvoorbeeld bedraagt de ontslagvergoeding voor managers één jaarsalaris. Bij het opstellen van nieuwe contracten laat men zich bij ons nu al inspireren door die buitenlandse voorbeelden.”
Volgens Koen De Bisschop, advocaat bij Freshfields Bruckhaus Deringer, wordt het opstellen van een sluitende wet zeer moeilijk. Indien de regering een specifieke regeling voor de ontslagvergoeding van managers wil uitwerken, dan moeten duidelijke definities worden vastgelegd en dat lijkt niet eenvoudig: “Gaat het om een wet die van toepassing is op CEO’s of op het hele directiecomité? Het is bijvoorbeeld duidelijk dat Gilbert Mittler niet als CEO gekwalificeerd kan worden. Dat hij als topmanager aanzien moet worden, lijkt me logisch, maar is dat juridisch niet. Het is dan ook de vraag welke objectieve criteria gehanteerd kunnen worden. Een looncriterium lijkt me voor de hand liggend, maar is dat niet noodzakelijk. Bepaalt de Belgische wetgeving niet dat discriminatie op basis van vermogen niet door de beugel kan? En hoe verzoen je het feit dat directieleden zowel bedienden als zelfstandigen kunnen zijn?”
Volgens De Bisschop raakt de invoering van een apart systeem voor topmanagers aan de essentie van het arbeidsrecht. “De beëindigingregels in het arbeidsrecht houden geen rekening met goede of slechte prestaties, maar enkel met loon, anciënniteit, leeftijd en functie”, zegt De Bisschop. “Hoe hoger elk van deze factoren is, hoe royaler de beëindigingsrechten. Dit principe in twijfel trekken, is not done in het Belgische sociale landschap. Maar politici vinden het in het huidige klimaat blijkbaar geen probleem een discriminatie in te voeren ten overstaan van een onduidelijk gedefinieerde categorie van topmanagers. Het kan dan best dat een bediende met een hoge anciënniteit die uitein-delijk opgeklommen is tot het statuut van ‘topmanager’, bij een ontslag minder gunstig behandeld zal wordt dan een collega kaderlid-bediende met minder jaren dienst en minder verdienste.” Concreet: daar waar de topmanager met 25 jaar dienst recht zou hebben op een ontslagvergoeding gelijk aan een jaarloon, zou die van een kaderlid-bediende met evenveel anciënniteit volgens de formule-Claeys kunnen oplopen tot 25 maanden.
A.M.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier