Slinkende kasposities
We staan dichtbij het einde van het kwartaal. Dat betekent dat over enkele weken al de Amerikaanse bedrijfsresultaten zullen komen binnenrollen. Die zouden tekenen van herstel moeten tonen, na een langere periode van winstdalingen. In het tweede kwartaal bedroeg de gemiddelde bedrijfswinst (ebit) van een bedrijf uit de Standard & Poor’s500-index (500 belangrijkste Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen) 1,1 miljard USD, ongeveer op het niveau van 2011 en een stuk onder de 1,3 miljard USD in het eerste trimester van 2015, na vijf opeenvolgende kwartalen met lagere bedrijfswinsten.
Dat begint de gemiddelde kaspositie van de grote Amerikaanse bedrijven uit de S&P500-index aan te tasten. Op basis het totale bedrag (ex-financiële sector) van 825 miljard USD, op het hoogste peil in vele jaren, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Maar dat cijfer wordt zwaar vertekend door enkele van de allergrootste bedrijven, genre Apple. Het gemiddelde bedrag voor de 450 bedrijven tussen 51 en 500 is wel gezakt naar een gemiddelde van 860 miljoen USD en het totaalbedrag is teruggelopen van 447 miljard USD eind 2015 naar 385 miljard USD midden 2016 of een afname met bijna 14 %. Het strafste voorbeeld is energiegroep Chesapeake Energy, dat bij het begin van de energiecrisis nog 2,1 miljard aan kasreserves had en die midden 2016 tot amper 4 miljoen USD heeft zien slinken.
Minder gulle kopers
Dat kan ook een reden zijn dat de groei van de inkopen van eigen aandelen door de Amerikaanse bedrijven aan het vertragen gaat. Vooral in de eerste maanden van het jaar waren het op de eerste plaats de inkopen van eigen aandelen die de lopende stierenmarkt het achtste jaar hebben in gebracht. Naar schatting is er in het eerste kwartaal van het jaar voor 165 miljard USD ingekocht door de S&P500-bedrijven. Hiermee werd het recordcijfer van het vierde kwartaal van 2007 zowat geëvenaard.
Die ‘koopwoede’ kwam toen goed van pas, gezien de verkopen van beleggingsfondsen en trackers (ETF’s) door individuele en professionele beleggers op dat moment. Belangrijk om aan te geven is ook dat die inkoop van eigen aandelen ook deels gefinancierd wordt met geleend geld. Geholpen daarbij door de extreem lage rentevoeten als gevolg van de ultrasoepele monetaire politiek.
Gelukkig zijn de investeerders, zeker na de brexit, teruggekeerd naar Amerikaanse aandelen als veilige haven, want door de lagere bedrijfswinsten en slinkende kasposities kunnen de ondernemingen het hoge ritme van inkopen meer dan waarschijnlijk niet blijven aanhouden.
Het is dan ook van het allergrootste belang dat er een positieve kentering komt in de Amerikaanse bedrijfswinsten vanaf het derde kwartaal. Zoals al eerder aangegeven, is de gemiddelde waardering van de S&P500-bedrijven al dusdanig opgelopen dat er nog weinig rek op zit zonder een positief verhaal rond de bedrijfswinsten. Dat element hebben we absoluut nodig om een positief beursklimaat op Wall Street te kunnen handhaven de komende weken en maanden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier