Sla één beurt over

In de vergeetput beland op het ganzenbord: één beurt overslaan. De economisten zijn het eens: voor de Belgische industrie wordt 2009 een overgangsjaar. In de hoop dat de economie vanaf medio 2010 weer aantrekt, wordt het voor de meeste bedrijven harken.

Al wil dat niet zeggen dat er niets gebeurt. De drie Vlaamse autofabrieken moeten in de loop van het komende jaar groen licht krijgen over de toekomstige modellen. GM Belgium onderhandelt over een derde model, dat vanaf 2011 of 2012 van de band moet rollen. Volvo Cars Gent moet zijn offerte indienen voor de opvolger van de S60, en Ford Genk rekent op de nieuwe versies van de lopende modellen Galaxy, S-Max en Mondeo. Audi Brussels bereidt de productie van de A1 voor.

Toch mag worden aangenomen dat in de werkgelegenheid de ergste klappen al gevallen zijn. Van de 86.000 jobs in de automobielindustrie verdwijnt volgend jaar wellicht nog eens drie tot vier procent. In vergelijking met de bijna tien procent van 2008 is de schade dus beperkt, en in lijn met de gestegen productiviteit. Tenzij General Motors alsnog over de kop gaat. Bij het ter perse gaan was het herstelplan dat de drie grote Amerikaanse autobouwers GM, Ford en Chrysler hadden ingediend nog niet goedgekeurd.

Wat ook in de pijplijn zit: de omslag naar milieuvriendelijke wagens. Jarenlang heeft de industrie het voor zich uitgeschoven, maar vanaf 2010 zouden er betaalbare elektrische wagens op de markt moeten komen. Slimme Belgische entrepreneurs met lef – haalt Guido Dumarey van Punch zijn gram? – of vooruitziende bedrijven – Umicore van Thomas Leysen op kop – moeten hun voordeel kunnen doen met de kansen die het Europese herstelplan biedt.

Staal & co

Dat andere Europese project, het Klimaatplan, baart ook andere sectoren kopzorgen. De Belgische staalindustrie hoopt op een level playing field voor de productie van staal. De Europese staalproducenten hebben inmiddels klacht ingediend bij de Europese Commissie, omdat staal van buiten de EU (lees: Chinees staal) hier tegen dumpingprijzen verkocht wordt. De technologiefederatie Agoria vecht dan weer die klacht aan, samen met andere Europese koepelorganisaties en de Europese auto-industrie. Zij nemen het op voor de staalverwerkende bedrijven – waarvan er in ons land zo’n 800 actief zijn – die tegen steeds hogere verliezen aankijken.

Een en ander heeft gevolgen voor de 17.500 werknemers in de Belgische staalindustrie, die ongetwijfeld tegen periodes van economische werkloosheid aankijken. Staalreus ArcelorMittal schrapt wereldwijd 9000 jobs. Voor volgend jaar gaat het bedrijf uit van een productievermindering van 30 procent, in roestvrij staal zelfs met 50 procent.

De staalindustrie gaat in diezelfde lijn door, zeggen specialisten uit de sector. De veelgeplaagde auto- en bouwindustrie betekent samen 55 procent van de afzet voor de Belgische staalindustrie. De orderboekjes van de staalproducenten raken dus niet meer gevuld. Toch een paar lichtpuntjes: de staalindustrie verwacht veel van de verdere uitbouw van windmolenparken, van de geplande grootscheepse infrastructuurwerken en van het Europese gas- en elektriciteitsnetwerk.

Hoe lang de crisis in de staalindustrie precies zal duren, kunnen zelfs specialisten moeilijk voorspellen. Wel verwachten ze dat, dankzij de doorgedreven consolidatie en afslanking van de sector in West-Europa, de moeilijkheden sneller zullen overwaaien dan in de jaren zeventig – toen de staalproducenten jarenlang zwaar te lijden hadden onder de eerste olieschok.

De conjunctuurterugval zal ongetwijfeld ook sterk voelbaar blijven bij onze producenten van koper (Cumerio), zink (Nyrstar) en aluminium (Aleris, Remi Claeys, Hydro Aluminium). Bij de vakbonden leeft zelfs de vrees dat die activiteiten niet in België kunnen blijven, mocht de crisis lang aanhouden. Paradepaardje Umicore is dan weer heel wat minder conjunctuurgevoelig geworden, omdat het bedrijf zijn strategie consequent richt op duurzame ontwikkeling.

De machinebouw – in Vlaanderen onder meer textiel- en landbouwmachines – is dan weer erg cyclisch, en dreigt de volle lading te krijgen van de kredietcrisis. Investeringsgoederen worden immers uitsluitend via leningen gefinancierd, en zullen te lijden hebben onder het schaarsere en duurdere krediet.

Chemie

Ook de chemiesector zal in 2009 alle hens aan dek roepen om een schadelijke cocktail van verplichtingen en problemen door te slikken. De beroepsfederatie essenscia rekende voor dat het Europese Klimaatplan, dat een vijfde minder uitstoot van broeikasgassen eist, in ons land alleen al jaarlijks tot 740 miljoen euro kan kosten.

Bovendien is de fase van preregistratie voor het Reach-programma achter de rug. De Europese richtlijn verplicht bedrijven de gebruikte chemische stoffen te regis-treren om zo gevaarlijke stoffen te kunnen weren. Die eerste fase bracht nauwelijks kosten met zich. Maar in 2009 is dat niet langer het geval, omdat bedrijven nu zelf moeten opdraaien voor de kosten voor risicoanalyses van de producten die ze maken of gebruiken.

“Als er alleen maar Reach was, of alleen maar het klimaatbeleid, zou het wel lukken. Maar Europa wil op alle vlakken haantje de voorste zijn. Voor het ondernemingsklimaat is dat te moeilijk. De economie en de bedrijven moeten dat ook allemaal kunnen trekken”, zegt Peter Claes, directeur-generaal van de sectorfederatie essenscia. “We moeten zorgen dat we door onze ambities onze ontwikkelingskansen niet op de helling zetten.”

Sommige waarnemers merken ook op dat intussen in de verte het gevaar loert dat industriële activiteiten die tijdelijk werden stilgezet – zie Nyrstar, ArcelorMittal, Ford Genk, Cumerio, BASF Antwerpen en andere – mogelijk niet meer worden opgestart door de binnen- of buitenlandse hoofdkwartieren van de betrokken bedrijven. (T)

Door Celine De Coster, Luc Huysmans en Bert Lauwers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content