Shoppen met een Delvaux-handtas

Erik Bruyland Erik Bruyland is senior writer bij Trends.

Delvaux miste de kans om zich als luxemerk in China te positioneren. Dus nemen de Chinezen de handtassenfabrikant nu gewoon over. Voor Chinese privé-investeerders is de koopjesjacht in België en Europa begonnen.

De deal is niet helemaal rond en dus relativeert Victor Fung, voorzitter van Li & Fung Group uit Hongkong, de berichten over een overname van de Belgische handtassenfabrikant Delvaux. Maar dat is slechts voor de vorm, want hij verwacht een positieve afloop van de onderhandelingen met de familie Schwennicke, eigenaar van Delvaux sinds 1933.

Li & Fung Group is geen typisch Chinees bedrijf. Het concern valt eerder te vergelijken met de bedrijvengroep van Li Ka-shing, die andere tycoon uit Hongkong en onder meer eigenaar van de Nederlandse drogisterijketen Kruidvat. Ook Li & Fung werd groot na zijn vertrek uit maoïstisch China. Het gebruikte zijn thuishaven in de toenmalige Britse kroonkolonie als een bruggenhoofd voor Amerikaanse distributiebedrijven op zoek naar goedkope producten. Na de kapitalistische ommezwaai van de Chinese Communistische Partij versasten de Fungs consumptieproducten uit China naar de Walmarts van deze wereld.

Intussen laat Li & Fung Group een groepsomzet van 8,5 miljard euro optekenen, en telt ze 15.000 werknemers. De waarde van de beurskapitalisatiewaarde bedraagt 10,2 miljard euro, wat goed is voor 4 procent van de Chinese export naar de Verenigde Staten. Niet voor niets werd Victor Fung voorzitter van de International Chamber of Commerce. Victor en zijn broer William staan met een vermogen van 3,3 miljard dollar op de 285ste plaats in de Forbes-lijst van rijkste families.

Delvaux wordt een onderdeel van het onlangs opgerichte Fung Brands, dat volkomen losstaat van het beursgenoteerde Li & Fung. Met Fung Brands, ondergebracht in de familiale investeringsholding Fung Capital Limited, mikken de Fungs op de snelgroeiende middenklasse van 250 tot 300 miljoen Chinezen die verzot zijn op westerse luxeproducten. François Schwennicke vond China begin jaren 2000 nochtans geen prioriteit en wees toen een Chinese partner af. Het luxemerk, dat in 1829 werd opgericht, is nog voor 80 procent afhankelijk van zijn Belgische thuismarkt. De Fungs willen Delvaux klaarmaken voor een internationale doorbraak.

Li & Fung Group mag dan sterk verschillen van het typisch Chinese bedrijf dat op overnametoer trok sinds Peking in 2004 het startschot gaf voor zijn go abroad-politiek, de transactie met Delvaux sluit perfect aan bij de nieuwste trend: na de staatsbedrijven aast Chinees privékapitaal op kwalitatief hoogstaande producten uit Europa. In dat kader passen de recente vestigingen in Brussel van Bank of China en Industrial and Commercial Bank of China.

China zat eind 2009 op een spaarpot van 2700 miljard dollar, een spaarvarkentje dat volgens de Wereldbank tegen 2020 met een factor zes zal aandikken. Naast een opkomende middenklasse, telt China 600.000 welgestelde burgers met een vermogen van één miljoen euro en 1363 miljardairs. En die beginnen, zoals de Japanners in de jaren tachtig en negentig, uit te kijken naar koopjes in mature markten met het oog op het produceren van sterke producten voor lucratieve nichemarkten in China en de omliggende groeimarkten van Azië.

Nog geen invasie

Het gaat hier niet om de 1150 miljard dollar die Peking in Amerikaans schuldpapier pompte of in Europese varianten ervan. In de voorbije twaalf maanden zou volgens de Amerikaanse bank BNY Mellon 100 tot 140 miljard euro aan Chinese reserves naar de eurozone gevloeid zijn. We hebben het over directe buitenlandse investeringen.

Precieze cijfers zijn er niet, want de echte oorsprong van geldstromen uit China en Hongkong is moeilijk te achterhalen. Volgens de Amerikaanse Heritage Foundation schoten de directe buitenlandse investeringen van China omhoog van 8,5 miljard dollar in 2005 tot 61,8 miljard of 43 miljard euro vorig jaar. The Asia Society raamde in mei het bedrag aan Chinese directe investeringen wereldwijd echter op 160 miljard euro. Dat is nauwelijks 1,2 procent van alle globale buitenlandse investeringen of evenveel als wat Denemarken aan buitenlandse activa bezit. Tegelijk verwacht dezelfde Amerikaanse denktank dat China het komende decennium buiten zijn grenzen bijna tien keer meer – tot 1400 miljard euro – zal investeren.

Met zijn go abroad-politiek stuurde Peking staatsbedrijven de wereld in om zijn energiebevoorrading en aanvoer van grondstoffen veilig te stellen vanuit Latijns-Amerika, Centraal-Azië, het Midden-Oosten en Afrika. De tweede, recentelijk ingezette fase was het verwerven van interessant vastgoed door China’s staatsfonds CIC (China Investment Corporation). Nu start de derde fase: privé-investeerders en bedrijven zoeken interessante ondernemingen, bij voorkeur in Europa.

Delvaux is zo aantrekkelijk voor Victor Fung omdat het een sterk luxemerk is dat steunt op solide kennis en ervaring in zijn niche. Bovendien heeft het potentieel om snel door te groeien in nieuwe markten. Chinese bedrijven komen met het argument dat ze massa’s geld kunnen investeren, vertrouwd zijn met de grootste consumentenmarkt ter wereld en het zittende management zijn gang laten gaan.

Europese expertise

Philippe Snel van het zakenadvocatenkantoor De Wolf & Partners in Sjanghai koppelt de koopjesjacht in Europa aan toenemende druk op Chinese bedrijven om te innoveren, aan betere pollutiebestrijding en het opkrikken van de gezondheidszorg. Die innovatiedrang is er volgens Snel minstens ook om sociale onrust te helpen voorkomen.

Daarom krijgen Chinese privéondernemers, zoals eerder overheidsbedrijven, de volle steun van Peking in hun streven naar optimalisatie van productiemethodes. Een van de meest in het oog springende acquisities, de overname van Volvo door de relatief kleine Zhejiang Geely Holding Group, past in dat kader. Geely hoopt zich door de technologie van Volvo te handhaven als een van de overblijvende autoconstructeurs na de concentratiebeweging waar de regering in de Chinese auto-industrie op aanstuurt.

Dezelfde strategie bepaalt de acquisitie van het Duitse Vensys door Goldwind, nu al in de wereldtopvijf van turbinebouwers voor windmolenparken. Of van CIFA uit Italië door de bouwmaterialengroep Zoomlion. In België hield de bankgroep Ping An een kater over aan haar participatie in Fortis. Het aantal Chinese ondernemingen is bij ons nog vrij beperkt en ze zijn in elk geval minder zichtbaar dan Indiase nieuwkomers. Bekend zijn: Cosco (zeevracht), China Southern (luchtvracht), BCM Technomic (hightech) EAN (e-commerce), Intersineu (import-export), Morelinks (trader in chemicaliën en farma), Kam Yuen (supermarkt), Bestar en Euro CBC (consultancy). De producent van telecommunicatieapparatuur Huawei kreeg na een aanvaring met Option een voet tussen de deur bij de producent van USB-modems uit Leuven en verwierf het Option-filiaal M4S. Volgens de Londense consultancyfirma Dealogic zouden 120 Europese bedrijven recentelijk in Chinese handen zijn overgegaan.

De Commissie twijfelt

In die context willen Chinese bedrijven samenwerken met Europese aandelenfondsen. Fosun, met een participatie van 9,3 procent in Club Med, gedraagt zich als een private-equityfonds en klikte zich vast aan ervaren spelers als Carlyle en Prudential Financial. China Investment Corporation werd in 2007 de overheidsarm ter ondersteuning van buitenlandse acquisities. CIC zou het beheer hebben over 300 miljard dollar aan activa wereldwijd. Maar het zal niet lang meer duren eer private Chinese aandelenfondsen zich meten aan gevestigde internationale spelers.

Volgens The Heritage Foundation bezitten de Chinezen het minste activa in de VS. Daar kan het Committee on Foreign Investment zich verzetten uit veiligheidsoverwegingen. Niet in Europa, dat ook veel minder Chinese investeerders aantrok dan Latijns-Amerika, Afrika of het Midden-Oosten. Peking wil nu meer eieren leggen in de Europese mand, als een mooi alternatief voor Amerikaans schuldpapier. Chinese bedrijven komen hier beter aan hun trekken dan in de VS. Bovenal heeft Europa interessante familiebedrijven in hoogtechnologische niches die de eigen industrie kunnen helpen een kwantumsprong te maken.

En al dat opkomende geweld verontrust de Italiaanse EU-commissaris voor Industrie, Antonio Tajani. Hij reageerde nadat een overnamebod van Prysmian uit Milaan op het Nederlandse Draka Holding eind vorig jaar onverwachts door een Chinees tegenbod werd overklast. Tianjin Xinmao S&T Investment Corp. kwam met een pak geld meer over de brug. Draka heeft een afdeling die optische vezels levert aan westerse legereenheden, onder meer US Navy. Prysmian trok bij de Europese Commissie aan de alarmbel en de Chinezen haakten uiteindelijk af. Maar Antonio Tajani zint intussen op een gelijkaardig toezichtorgaan als het Amerikaanse comité voor buitenlandse investeringen.z

ERIK BRUYLAND

China deed nauwelijks meer buitenlandse investeringen dan Denemarken, maar dat verandert snel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content