Schrap het gratis geld voor de Kerken

Paus Johannes Paulus II laat een schizofrene Kerk achter. Waarom stort de katholieke Kerk in West-Europa in elkaar en waarom bloeit, ondanks de seksschandalen met priesters, in de VS diezelfde katholieke Kerk, plus een groeiend aantal kerkgenootschappen? Zijn Europeanen slimmer, cynischer, onverschilliger, slechter dan Amerikanen en volgt uit één van die vier kenmerken – of een combinatie – een verklaring voor onkerksheid of kerksheid?

De sociale wetenschap kan antwoorden bezorgen voor dit vraagstuk. Correctie. De sociale wetenschap kan dat vandaag; gisteren was dat voor haar moeilijk tot onmogelijk. De pioniers van de sociale wetenschappen, Thomas Hobbes en David Hume, en de latere sociologen Auguste Comte en Emile Durkheim bevochten 200 jaar de godsdienst. Boek na boek werden de gelovigen uitgescholden voor barbaren en dommeriken en de Kerken voor machines van achterlijkheid. Wie in het Westen religieus was, stond op het niveau van de primitiefste stammen van Afrika die vooringenomen, zonder veldonderzoek die naam waardig, beschreven werden door de eerste volkenkundigen. Diezelfde denkers beleden zonder bewijzen dat godsdienstigheid slechts een projectie kon zijn van de eigen verlangens op een buitenaards iets en dus op een absurditeit.

Slechts in de jongste tien jaar breekt in de VS een school van sociale wetenschappers door die de godsdienst bestudeert als een verschijnsel dat objectieve aandacht verdient. De auteurs van die stroming schrijven – soms aarzelend, soms juichend – dat zij een nieuw paradigma (het denken dat in een vakgebied als maatgevend wordt aangezien) vestigen: het paradigma dat godsdienstigheid geen restant is van kromdenken van niet-intellectuelen, dat ondanks de laïcisering de religie niet verzwakt, dat onderzoek vandaag en identiek onderzoek van honderd jaar geleden tonen hoe de exacte wetenschappers – de sterrenkundigen, wiskundigen, natuurkundigen – opvallend godsdienstig waren en blijven. De sociale wetenschappers van de nieuwste school stellen vast dat hun vakgenoten uit onvrede over (of haat tegen) de Kerken uit de nek kletsen of kletsten.

Rodney Stark en Roger Finke, twee Amerikaanse professoren sociologie, presenteren in hun Acts of Faith, Explaining the Human Side of Religion het nieuwe paradigma (University of California Press, 2000). Zij symboliseren de nieuwe aanpak. Stark en Finke zijn sociale wetenschappers die religieus gedrag trachten te begrijpen eerder dan het per definitie te discrediteren als irrationeel of dwaas.

De beide auteurs bewijzen met voorbeelden uit het heden en het verleden dat kerksheid een rationele keuze kan zijn. Zij baseren zich onder meer op een marktbenadering van de godsdienst. De VS is een religieus luilekkerland omdat de scheiding tussen Kerk en staat bestaat en elke Kerk en kerkbedienaar moet vechten voor zijn klanten en marktaandeel. De belastingvrijstelling voor giften aan de Kerken houdt in dat gelovigen of kandidaat-gelovigen vergelijken en kiezen.

In Europa waren en zijn de Kerken een partner van de staat en worden geheel of deels gefinancierd door die staat. Priesters en dominees zijn overheidsemployees. Die staatsbedienden verdienen hun brood bij zowel succes als mislukking. Meer marktwerking leidt ook in Europa tot een sterkere vraag naar Kerken die wedijveren voor hun God.

Frans Crols

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content