Schot in de stad
Een gedeeltelijke autonomie lijkt de Schotse hoofdstad Edinburgh geen windeieren te leggen.
Tot voor enkele jaren was het Schotse Edinburgh een ietwat slaperige universiteitsstad. Naast een handvol studentenkroegen viel er weinig te beleven.
Maar tijden veranderen, de stad lijkt nu herboren. Na referenda kregen zowel Schotland als Wales een zekere vorm van politieke autonomie. De Schotten kregen een nieuw, eigen parlement dat in Edinburgh introk en sindsdien is er een ware heropleving merkbaar.
Dat is onder meer te zien in The Exchange, een nieuwe zakenwijk waarvan de eerste steen eind jaren tachtig al werd gelegd. Kantoren zijn er op dit ogenblik nauwelijks nog te koop in de buurt, die drijft op bedrijven voor financiële dienstverlening en IT-ondernemingen. Huurprijzen stijgen elke maand. Er bestaan plannen om meer, beter en hoger te bouwen. Maar ook de middenstand stelt het wel in Edinburgh. De stad telt momenteel meer restaurants en bars per inwoner dan om het even welke andere Britse agglomeratie. Elke week gaat er wel een nieuw café of een trendy restaurant open.
Daarnaast zijn er natuurlijk de klassieke attracties van Edinburgh. Zoals het fameuze kasteel, het standbeeld van de hond Greyfiars Bobby, de Georgiaanse huizen in de binnenstad, de Stone of Scone, de golfbanen en het groen. Met die troeven wil het Edinburgh Convention Center nu meer en meer congressen, beurzen en andere bijeenkomsten aantrekken.
Dat moet kunnen. Edinburgh biedt in zekere mate de infrastructuur van een metropool, maar koppelt die aan de verleidelijke charme van een dorp. Zo is er bijvoorbeeld een lijst van hotels waar zelfs de meest verwende zakenreiziger terecht kan. Te beginnen met het vijfsterrenhotel Balmoral. Dit is een kroonjuweel uit de groep van Sir Rocco Forte en oorspronkelijk een pleisterplaats voor treinreizigers. Sigarenliefhebbers kennen de Balmoral vooral dankzij de Number One, één van de meest vermaarde sigarenbars ter wereld.
Met vier sterren volgen het MacDonalds Holyrood hotel en de Channings South Learnouth Gardens, een boetiekhotel met amper 46 kamers maar voorzien van alle comfort dat de zakenreiziger dromen kan. Channings South wordt gevormd door vijf afzonderlijke herenhuizen die kunstig tot één geheel zijn verwerkt. The Palm Court is een buitenbeentje in de rij: vier sterren, maar vooral gekend bij gezondheidsfreaks. The Palm Court biedt dan ook een keuze aan baden en sauna’s en zéér uitzonderlijk op het eiland: een zwembad van vijftig meter.
Iets minder maar nog altijd in de hogere prijsklasse volgen het Point Hotel en het Malmaison.
marleen fynhoudt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier