Schoon volk
Blankenberge zet de grote middelen in. Pr- en reclamebureaus moeten de stad van haar negatieve imago afhelpen. En: alles moet blinken!
Nog voor de zomer neemt de stad Blankenberge twee nieuwe straatvuilzuigers in gebruik. De straatvegers krijgen zo moderner materiaal om de straten van de badstad netjes te houden.
Naast de bijna ontelbare vuilnisbakken op het strand, de dijk en in de hoofdstraten, hebben ook de straatvegers een groot aandeel in de netheid van de stad. De straatvuilzuigers bevatten een vuilnisbak van 250 liter die op wieltjes is gemonteerd en voorzien van een zuigslang. De kostprijs van de toestellen wordt geraamd op 726.000 frank. In de nabije toekomst zullen er waarschijnlijk ook kleine gemotoriseerde straatvuilzuigers bijkomen.
Burgemeester Ludo Monset (VLD): “De aanschaf van de straatvuilzuigers is slechts een klein, maar niet onbelangrijk onderdeel van een alomvattend plan om Blankenberge in zijn oude glorie te herstellen. De voorbije tien tot vijftien jaar hebben we immers fors geïnvesteerd in het uitzicht van de stad. Halfweg de jaren tachtig was de verloedering hier dan ook compleet: leegstand, verkrotting, een gebrek aan infrastructuur en een slecht onderhouden openbaar domein.” Om de stad een frissere aanblik te geven, zijn er nieuwe groenvoorzieningen gekomen langs de straten en in de parken. Ook de hele binnenstad, de zeedijk en het casino zijn vernieuwd. Momenteel werkt de gemeente aan de uitbreiding van de jachthaven.
Nu komt het erop aan alles te onderhouden. Het voorbije jaar zijn verschillende onderhoudscontracten afgesloten voor de wegen, de openbare gebouwen en de groenvoorziening. Daarom werden vroeger al een aantal machines aangeschaft, zoals hondenpoepzuigers en kleine vuilniskarren voor het ledigen van de straatvuilnisbakken.
De jongste jaren is niet alleen aandacht besteed aan de infrastructuur en het uitzicht van de kuststad. Het stadsbestuur heeft ook talrijke initiatieven ondernomen om de Blankenbergse middenstand te ondersteunen. Monset: “Ons beleid steunt op drie peilers: bestraffen, belonen en zelf het goede voorbeeld geven. Om de leegstand tegen te gaan bijvoorbeeld, heffen wij naast de gewestelijke belasting ook een gemeentelijke taks. Maar we zijn ook zeer gul. Winkeliers die hun winkel willen renoveren, kunnen subsidies tot 130.000 frank krijgen. We hebben een tiental verschillende subsidiesystemen, zodat bijna alle sectoren kunnen rekenen op een of andere vorm van financiële steun.”
Ook het toeristische aanbod werd de voorbije jaren uitgebreid en op een hoger niveau getild. Denk maar aan Tien om te zien, het muziekprogramma op VTM. “Enkele jaren geleden was dat evenement een geschenk uit de hemel. Het lokte een massa volk en betekende een opsteker voor de horeca. Vandaag hebben we dat echter niet meer nodig. Jaarlijks organiseren we acht evenementen waarrond we een grootse reclamecampagne voeren. Bovendien nemen we een pr-bureau onder de arm om ons imago verder op te krikken. Hoewel er de laatste jaren veel veranderd is, heeft Blankenberge nog bij velen een negatieve bijklank. Een erfenis uit de jaren tachtig die we maar moeilijk kwijtraken.”
Het gros van de economische bedrijvigheid is op een of andere manier verbonden met het toerisme. Monset: “Door de nabijheid van de haven van Zeebrugge is de verleiding om bedrijven naar Blankenberge te lokken groot. Maar we hebben bewust gekozen dat niet te doen. De praktijk leert immers dat toerisme en industrie onvermijdelijk in elkaars weg lopen.” De badstad beschikt slechts over een kleine nijverheidszone met hoofdzakelijk kleine KMO’s en ambachtelijke bedrijven.
In de zomer verandert Blankenberge van een dorp met 17.500 inwoners in een grote stad van 85.000 inwoners. Op absolute topdagen, wanneer de dagjestoeristen afzakken naar Blankenberge, telt de badstad meer dan 100.000 inwoners. Monset: “Organisatorisch is het een immense krachttoer om alles in goede banen te leiden. Ons politiekorps is te groot voor een dorp van 17.500 inwoners, maar te klein om een massa van 85.000 mensen aan te kunnen. Hetzelfde geldt voor de onderhoudsdiensten, de ziekenhuizen en de infrastructuur. Dat betekent dat we tijdens de zomer altijd kampen met een tekort aan mankracht. Maar ook tijdens de wintermaanden krijgen we een gelijkaardig probleem omdat het wintertoerisme duidelijk in de lift zit.”
h.v.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier