Schenk, voor het te laat is
Natuurlijk wilt u graag iets nalaten aan uw kinderen. Alleen gaat de fiscus na uw dood met een flinke hap lopen, en wilt u dat uw nazaten uw gift goed beheren. Ons advies: richt tijdens uw leven een burgerlijke maatschap op.
Door iets te schenken, ontdoet de initiatiefnemer zich dadelijk en onherroepelijk van zijn schenking. Hij verarmt zich ten voordele van de begiftigde, die zich verrijkt. Dat betekent dat de gelukkige die de schenking krijgt, ze op zijn beurt kan verkopen of zelfs aan iemand anders schenken. Alleen is dat niet altijd de intentie van de schenker. Vaak wil die toch enigszins de controle behouden over wat hij weggaf, en wil hij zich een inkomen laten toekennen. Dat kan, als hij de goederen in een burgerlijke maatschap inbrengt.
Hoewel de regeling van de burgerlijke maatschap sinds 6 februari 2001 van het Burgerlijk Wetboek is overgebracht naar het Wetboek van Vennootschappen, heeft ze haar inhoudelijk civielrechtelijke karakter niet verloren. Deze maatschap (vroeger beter bekend als burgerlijke vennootschap) mag niet verward worden met de klassieke handelsvennootschap, zoals de bvba, de nv, de coöperatieve vennootschap enzovoort. Die vennootschapsvormen hebben een eigen rechtspersoonlijkheid, een eigen vermogen en kunnen in hun eigen naam goederen aankopen of contracten sluiten. De werking ervan is vooral institutioneel of regulerend. De bepalingen van het Wetboek van Vennootschappen hebben immers een grote impact op de werking van de meeste van de genoemde vennootschapsvormen (minimumkapitaal, notariële tussenkomst, bescherming minderheidsaandeelhouders et cetera).
De burgerlijke maatschap wordt vooral gekenmerkt door haar libertijnse karakter, en daarin zit nu net het voordeel. In grote mate kunt u statutair van de wettelijke bepalingen afwijken. De statuten van een burgerlijke vennootschap weerspiegelen niets anders dan een onderliggend contract tussen de leden van de maatschap.
Voordeel 1: kinderen krijgen een deel van het ouderlijke vermogen terwijl die nog leven
Zoals we al zeiden, wordt de burgerlijke maatschap ingeschakeld om een aantal doelstellingen te bekomen. Laten we die eens concreet vanuit een gezinssituatie bekijken.
Belangrijk om te weten is dat de burgerlijke maatschap fiscaal gezien hoofdzakelijk nuttig is voor een regeling over roerende goederen. In een eerste fase worden het geld of de effecten aan toonder bij handgift aan de kinderen gegeven. Vervolgens worden de aandelen door de kinderen in de burgerlijke vennootschap ingebracht en verkrijgen ze daar een groot ‘aandeel’ in. Op die manier komen de kinderen tijdens het leven al in het bezit van het ouderlijke vermogen. Voorwaarde is wel dat de ouders minstens drie jaar na de schenking nog in leven zijn, zoniet zijn er successierechten verschuldigd.
Voordeel 2: De ouders behouden de controle over de geschonken goederen
Maar de burgerlijke maatschap heeft nog meer in petto. De ouders, die zelf ook een inbreng doen, worden in de statuten van de burgerlijke maatschap immers aangesteld tot statutaire zaakvoerders. Door het mandaat van zaakvoerder aan één of beide ouders toe te kennen, blijft de beslissingsmacht van de burgerlijke maatschap bij hen rusten. Daardoor krijgen zij controle in de burgerlijke vennootschap en ook over het ingebrachte vermogen (geld, effecten, aandelen aan toonder, kunstwerken…). Als zaakvoerder kunnen ze alleen optreden, en beslissen of de ingebrachte aandelen al dan niet in andere effecten moeten worden herbelegd. Als men het bestuur bij één persoon wil houden, dan kan men vader of moeder als enige statutaire zaakvoerder aanstellen. In die context kunnen de statuten ook bepalen dat de andere ouder de eerste ouder bij diens vooroverlijden van rechtswege zal opvolgen. Men kan zelfs bepalen dat de statutaire zaakvoerder slechts bij eenparigheid van stemmen kan worden afgezet. Wat echter betekent dat de ouder/zaakvoerder zelf met zijn ontslag zal moeten instemmen.
Men kan eventueel overwegen om ook een van de kinderen, samen met zijn ouders, in het bestuur te laten participeren. In het laatste geval wordt een college van zaakvoerders aangesteld waarbij de beslissingen bij gewone meerderheid kunnen worden genomen. Zo behouden de ouders de controle over de geschonken goederen.
Bij de oprichting van een burgerlijke maatschap voor onbepaalde duur kan een van de vennoten (bijvoorbeeld het kind-annex-begiftigde) op elk ogenblik de ontbinding van de maatschap uitlokken. Opdat de ouders aan het roer zouden aanblijven, is het dan ook noodzakelijk dat de burgerlijke maatschap voor bepaalde duur, bijvoorbeeld dertig jaar, wordt opgericht. Zo wordt de continuïteit van de maatschap in hoofde van de ouders verzekerd. Men zou dan in de statuten verder kunnen bepalen dat de maatschap van rechtswege wordt ontbonden wanneer de langstlevende van beide ouders overlijdt.
Voordeel 3: Geld, effecten en aandelen kunnen worden verankerd
Door de inschakeling van de burgerlijke maatschap is een stevige verankering van geld, effecten en aandelen van het familiebedrijf mogelijk. De statuten kunnen immers bepalen dat de overdracht van aandelen slechts mogelijk is als alle vennoten akkoord gaan. Op die manier kunnen de ouders met een minderheidsparticipatie beschermd worden. Wenst één van de kinderen zijn aandelen te vervreemden, dan zal het altijd de toestemming van een van de ouders moeten vragen. Zo kunt u zich ertegen beschermen dat de aandelen van de burgerlijke maatschap in vreemde handen overgaan.
Voordeel 4: U kunt nauwgezet het ‘aandeel’ van elke vennoot vastleggen
Er is nog meer. We schreven het al: de burgerlijke vennootschap heeft geen rechtspersoonlijkheid. Elk van de vennoten is een onverdeeld eigenaar van het ingebrachte vermogen. Als een vennoot een vermogensbestanddeel inbrengt in de burgerlijke vennootschap, is het niet de vennootschap die eigenaar wordt, maar verkrijgt het ingebrachte vermogen een bijzonder statuut van mede-eigendom tussen de verschillende vennoten. Het ‘aandeel’ van elke vennoot in de vennootschap kan bepaald worden in het vennootschapscontract. Als daarin niets wordt bepaald, wordt het ‘aandeel’ van elke vennoot bepaald in evenredigheid met zijn inbreng. Het is zelfs mogelijk hiervan af te wijken. In beginsel zullen de inkomsten in verhouding tot de ingebrachte bestanddelen aan elk van de vennoten toekomen. Bedragen de netto-inkomsten van de burgerlijke maatschap 100 euro, dan zullen de kinderen die bij de oprichting van de burgerlijke maatschap 90% hebben ingebracht, hiervan 90 euro ontvangen. Van dat evenredige beginsel kunt u statutair afwijken, op zo’n manier dat de kinderen minder dan 90 euro opstrijken. U moet wel opletten dat die statutaire clausule geen leeuwenbeding in zich houdt. Door dit beginsel mag u bijvoorbeeld niet aan één vennoot de hele winst toekennen of van het verlies uitsluiten.
Statutair kunt u bovendien bepalen dat het stemrecht per hoofd wordt uitgeoefend. Dat is een afwijking van het beginsel één aandeel, één stem. Als een burgerlijke maatschap wordt opgericht waarbij elk van de ouders 5% van de aandelen bezitten en het kind de overige 90%, impliceert het stemrecht per hoofd dat de ouders in dit geval toch een gewone beslissingsmeerderheid behouden. Zo blijft de inspraak van het kind in de burgerlijke maatschap heel beperkt.
Voordeel 5: De burgerlijke maatschap ondergaat geen vennootschapsbelasting
De burgerlijke maatschap heeft geen rechtspersoonlijkheid en dus ook geen eigen vermogen. De inkomsten die uit de ingebrachte bestanddelen voortvloeien (bijvoorbeeld interesten van geld en dividenden uit aandelen), worden niet belast in hoofde van de burgerlijke maatschap maar rechtstreeks in hoofde van de vennoten (kinderen en ouders). Ze is fiscaal transparant en ondergaat bijgevolg geen vennootschapsbelasting, in tegenstelling tot de klassieke vennootschapsvormen met rechtspersoonlijkheid (nv, bvba…).
Bij een familiale successieplanning waarbij in hoofdzaak roerende goederen worden ingebracht, is de doelstelling van de vennootschap beperkt tot het beheer van een patrimoniaal of privé-vermogen. De vraag is dan ook hoe die inkomsten van haar vennoten zullen worden belast. Gezien de inbreng komt van privé-personen van wie de ingebrachte goederen tot hun persoonlijk vermogen behoren, kunnen we ervan uitgaan dat de inkomsten uit de belegde kapitalen roerend van aard zijn. Het Wetboek Inkomstenbelastingen zegt echter dat de inkomsten van een burgerlijke vennootschap in beginsel als winsten of baten moeten worden beschouwd (art. 29 WIB). De plaatsing van de belastbare inkomsten uit een maatschap onder de noemer van bedrijfsinkomsten is correct als we te maken hebben met de inkomsten uit een commerciële of handelsmaatschap. Niets belet bijvoorbeeld dat handelaars of professionals (zoals advocaten) hun beroepsactiviteiten onder een maatschap uitoefenen. De inkomsten die daaruit voortvloeien, zijn bedrijfsinkomsten en worden dan als winsten of baten belast.
Bij een burgerlijke maatschap is dat anders. Het doel van deze vennootschap bij successieplanning is het behoud en/of het beheer van een privé-patrimonium. Door de fiscale transparantie van de burgerlijke maatschap, is de fiscale behandeling van de inkomsten van elke vennoot van een burgerlijke maatschap identiek aan die van een particuliere belastingplichtige. Bij de inbreng van roerende goederen in een burgerlijke maatschap zullen de hieruit voortvloeiende inkomsten roerende voorheffing, al dan niet bevrijdend, ondergaan. Bovendien zal de belasting gebeuren in hoofde van elke vennoot volgens de verdeelsleutel die in de statuten is opgenomen.
Het kan ook anders. Zo kunnen de inkomsten uit de roerende kapitalen soms het karakter van diverse of bedrijfsinkomsten krijgen. Dat is mogelijk wanneer de zaakvoerder van de burgerlijke maatschap zich inlaat met verrichtingen van respectievelijk speculatieve of professionele aard. De inkomsten van een burgerlijke maatschap, waarvan het activum bestaat uit beursgenoteerde effecten die op hun beurt dagelijks worden verhandeld, zouden in dat geval als winsten kunnen worden beschouwd. Zoals steeds in fiscale zaken, zal elke situatie naar zijn werkelijke inhoud beoordeeld moeten worden.
Voordeel 6: Er zijn weinig kosten aan verbonden
De kosten voor een burgerlijke vennootschap liggen laag, aangezien een jaarrekening of boekhouding niet vereist is. Bovendien is een verplichte tussenkomst van een notaris niet nodig, en kunt u de burgerlijke vennootschap bij onderhandse akte oprichten. Het onderschrijven van een minimumkapitaal zoals bij de bvba (18.600 euro of 75.032 frank) of nv (62.000 euro of 2,5 miljoen frank) is ook niet verplicht.
De oprichting van een burgerlijke maatschap en de daarmee gepaard gaande inbreng is in beginsel niet aan bijzondere registratieformaliteiten onderworpen _ althans als er geen notariële akte is opgesteld. Doordat er geen registratie is, wordt het inbrengrecht van 0,5% in dat geval niet geheven. Is er een notariële akte opgesteld of wordt de onderhandse oprichtingsakte toch ter registratie aangeboden, dan bent u een registratierecht van 0,5% verschuldigd. Dat inbrengrecht wordt berekend op de waarde van de ingebrachte bestanddelen. Bij de inbreng van in België gelegen onroerende goederen, is de akte wel aan de registratieformaliteit onderworpen _ zélfs als die niet bij notariële akte is opgesteld. Voor de inbreng van de in België gelegen onroerende goederen die geheel of gedeeltelijk voor bewoning zijn bestemd, geldt trouwens een registratierecht van 12,5%. De ingebrachte (bouw-)gronden en commerciële gebouwen (zoals kantoren en winkelpanden) ondergaan slechts het tarief van 0,5%.
[{thinsp}]
* * *
[{thinsp}]
Kortom, u begrijpt dat de statuten van de burgerlijke maatschap een flexibel karakter hebben. Tal van zaken kunt u contractueel vastleggen. Het kan een alternatief zijn voor de mogelijke nadelen die gepaard gaan met de schenking met voorbehoud van vruchtgebruik (onmogelijk bij handgift), de schenking met last (enkel vorderingsrecht) en de schenking met lijfrente.
Door een burgerlijke maatschap op te richten, is een verregaande splitsing van de juridische en de economische eigendomsrechten mogelijk en behoudt vader/moeder (of beide ouders) de controle over de geschonken voorwerpen.
Jos Ruysseveldt
Dankzij een burgerlijke maatschap kunt u geld, effecten en aandelen van het familiebedrijf stevig verankeren.
Dankzij een burgerlijke maatschap behoudt u de controle over hetgeen u hebt weggegeven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier