Samen uit, samen thuis
Bedrijven die dreigen hun schuldconvenanten niet meer te kunnen nakomen, doen er goed aan hun bank zo snel mogelijk in te lichten en aan een oplossing te werken. Wie geen initiatief neemt en zich in de hoek laat duwen, gaat moeilijke tijden tegemoet.
Bedrijven en banken worden sinds een jaar geconfronteerd met een nieuwe realiteit. De financiële crisis heeft het kapitaal van de banksector gedraineerd en daardoor is hun capaciteit om kredieten toe te kennen zwaar gehavend.
De relatie tussen bank en bedrijf is ook veel koeler en zakelijker geworden. Voor het ‘warme’ relatiebankieren hebben de banken niet meer de middelen, noch de mensen. Een kredietdossier wordt steeds meer beoordeeld op basis van objectieve cijfers en score cards. En door de uitdunning van de financiële sector worden de beslissingen verder van huis genomen. Met alle gevolgen van dien: bankiers in Parijs of Londen hebben weinig affiniteit met de situatie van onze kmo’s en familiebedrijven.
Moeten de bedrijven hun kredietverstrekkers dan maar als ‘de vijand’ beschouwen, en moeten ze de kredietafspraken die gemaakt worden onder de vorm van schuldconvenanten als een keurslijf ervaren? Liefst niet, want dat zou fout zijn.
Schuldconvenanten zijn immers geen hakbijlinstrumenten. Het is niet omdat de kredietafspraken gebroken worden dat de banken meteen alle kredieten opzeggen. Banken houden niet van het vooruitzicht dat ze ergens hun broek aan scheuren, en ze zijn ook geen vragende partij om de leiding van een bedrijf over te nemen. Dat is hun rol niet, ze hebben er de kennis niet voor, en ze hebben liever dat iemand anders de kastanjes uit het vuur haalt.
De bedrijfsleiding heeft sowieso een groot voordeel: alleen zij kent de onderneming, haar markten en haar klanten door en door. Daarom moet het management ervoor zorgen dat het in de driver’s seat blijft zitten. En dat lukt het best door proactief te handelen, initiatief te nemen, goed en tijdig te communiceren, en zelf met oplossingen op de proppen te komen. Maar uitgerekend daarin schieten veel bedrijven nog te kort.
Eigenlijk moeten bedrijven hun schuldconvenanten zien als nuttige instrumenten die een knipperlichtfunctie vervullen. Als een kredietafspraak niet kan worden nagekomen, is dat een ernstig signaal dat er iets grondig fout loopt. Als een bedrijf dat signaal ernstig neemt en ingrijpt, zal ook de bank opgelucht ademhalen. De convenanten, die ontwikkeld zijn om de banken het krediet-risico te laten inschatten, kunnen dan ook functioneren als een hulpmiddel voor de gezondmaking van een bedrijf.
Bedrijven en banken lijken steeds meer met elkaar in de clinch te liggen. Maar tegelijk is het besef groot dat ze samen in het bad zitten, en dat de bes- te oplossing er één is die beide partijen goed uitkomt. Het relatiebankieren mag dan misschien tot het verleden behoren, zaken doen blijft een kwestie van geven en nemen. Een beetje zoals in de oude volkswijsheid: ‘samen uit, samen thuis’.
FocusIn goede en in kwade dagen, blz. 32
CashGeen grote financiële kopzorgen voor Belgische bedrijven, blz. 16
Door Patrick Claerhout
Eigenlijk moeten bedrijven hun schuldconvenanten zien als nuttige instrumenten die een knipperlichtfunctie vervullen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier