Rock-‘n-Roll in plaats van fado

De Nederlandse architect Jouke Post wil de levensduur van een gebouw afstemmen op de economische gebruiksduur. Hij bouwde in Delft een kantorengebouw dat na twintig jaar onder de slopershamer moet.

“Ik nodig de mensen nu al uit om in maart 2019 het glas te komen heffen, want dan gaan we met z’n allen naar de instorting van het gebouw kijken.” Architect Jouke Post zegt het lachend, hij weet dat het zo niet zal gaan. In theorie zou het nochtans zo moeten gebeuren. Na 19,5 jaar geeft het gebouw tekenen dat het ‘op’ is. De gebruikers kunnen het pand nog rustig verlaten, maar op de twintigste verjaardag geeft het er definitief de brui aan en stort het in.

Post, een milieubewust architect, zetelt in verschillende commissies en denkgroepen over milieuvriendelijk bouwen. De algemene gedachtegang in deze milieuclubs is dat we materialen zo lang mogelijk moeten gebruiken. Een utopie, ervaart hij vanuit zijn architectenpraktijk. Hij ziet het aandeel van verbouwingen en renovaties steeds toenemen. Na ongeveer twintig jaar zijn de meeste gebouwen immers niet meer aangepast aan de noden van de gebruikers. Afbreken en renoveren dus, maar tussen het sloopafval komt er ook nogal wat duurzaam bouwmateriaal terecht.

“Die mooie theorie dat duurzame materialen goed zijn voor het milieu klopt dus niet,” zegt Post. “De milieujongens argumenteren dan: ‘De mensen moeten zich maar aanpassen.’ Maar de mensen passen zich niet aan. Ik heb de redenering dus omgedraaid: je moet de levensduur afstemmen op de economische gebruiksduur.”

Karton en zand. Jouke Post kon Gijs Verweij, directievoorzitter van Wereldhave, warm maken voor zijn idee. Met Wereldhave als investeerder begon het team van Post in 1998 aan de voorbereiding van het XX-kantoor. Al snel liepen ze vast op een materiaalprobleem. In het originele plan van Post zouden alle materialen na twintig jaar tot stof vergaan. Voorlopig nog even utopisch als mensen veranderen, beseft hij nu. Producenten worden immers aangespoord om materialen te maken die lang meegaan. Daarom gaat het team op zoek naar materialen die na afbraak ofwel herbruikbaar ofwel recycleerbaar zijn.

Ook constructieproblemen leidden tot een aantal compromissen. Zo was het oorspronkelijk de bedoeling om kartonnen kolommen in het gebouw te plaatsen. “Bij het uittekenen bleek echter dat je zó veel kolommen nodig had, dat je geen lekker gebouw meer kreeg.” Als het even kon, opteerde Post toch voor karton. Zo heeft het XX-kantoor bijvoorbeeld kartonnen luchtafvoerkanalen. Ook opmerkelijk: de vloer van de eerste verdieping is een houten bak gevuld met zand.

Wie denkt dat bouwen met karton en zand goedkoper is dan het klassieke metsel- en betonwerk, komt bedrogen uit. De bouwkost van ongeveer 40.000 frank per vierkante meter ligt in de buurt van de kostprijs van een traditioneel gebouw.

Maar die prijs vindt Post minder relevant. “Veel belangrijker is dat dit gebouw minimale restkosten heeft. Een traditioneel gebouw slopen of renoveren levert een massa restafval op. Voor een container bouwafval betaal je nu ongeveer 7500 frank. Dat is zo’n 20.000 frank minder dan het in werkelijkheid aan de maatschappij kost. Als je die maatschappelijke kosten gaat doorrekenen aan de eigenaar van een gebouw, is onze manier van bouwen wel veel goedkoper.”

Het XX-kantoor (2000 vierkante meter) is inmiddels in gebruik. Op de gelijkvloerse verdieping is het architectenbureau van Post gehuisvest, de eerste verdieping is verhuurd aan het bedrijf Hollandse Signaalapparaten. Een gelukkige huurder volgens Post: “Bij het uitwerken van dit concept zijn we ervan uitgegaan dat de gebruikers niet mogen merken dat dit een speciaal gebouw is. Daar zijn we ook in geslaagd, denk ik.”

Blijft de vraag wat er over twintig jaar met het gebouw zal gebeuren. “Het gebouw uit elkaar halen, is de voor de hand liggende oplossing. Maar bij de opening suggereerde de Rijksbouwmeester om het gebouw in stand te houden als een soort monument. Dat strookt wel niet met de opzet, maar het lijkt me wel een leuk initiatief. Als een signaal naar de maatschappij.”

Véronique Pirson

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content