Rijdt u ook al met een CXT?
De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.
Reacties: marc.buelens@trends.be
Ik leef in de overtuiging dat ik niet snel jaloers ben. De ene heeft een stradivarius, de andere een olympisch zwembad. De ene kan op zwarte pistes skiën, de andere spreekt zeven talen. De ene heeft een wijnkelder met 2000 grand crus, de andere is op de zuidpool geweest. Ieder diertje zijn pleziertje. Maar nu ben ik heel erg jaloers. Op Jay Leno, want die kerel rijdt met een CXT, en ik (maar) met een Volvo-personenwagen. Jay Leno kan grappen en grollen op NBC, heeft een scheve kin en toch rijdt hij met dit speelgoedje. Ik niet.
CXT staat voor commercial extreme truck, een reusachtig grote pick-up die ervoor zorgt dat zelfs de Hummer (ja, ja, dat soort heel grote jeep) er een dwerg tegen lijkt. Vanaf september 2004 is de 7300 CXT te koop. De CXT kan een boot trekken van 20 ton en nog eens 6 ton kan terecht in de laadbak. En dan de hoogte: het ding is zo hoog als elke volwassen vrachtwagen en dat betekent dat je lekker neerkijkt op alle andere wagens, inclusief de BMW X5, of Volvo XC90.
In een interview met Popular Mechanics legt Jay Leno fijntjes uit hoe hij plots opmerkte dat er boven op het plat dak van het ouderlijk huis een bal lag. Dat had hij nog nooit opgemerkt. Hij had overigens nog nooit het dak gezien. Die man is dus vanaf heden hoog boven de massa verheven en daar hoog boven moet de werkelijkheid toch wel anders zijn.
En duur is deze wagen niet. Je hebt al een 7300 CXT voor 90.000 dollar (68.500 euro). Daarvoor moet je het dus echt niet laten. En alle bronnen citeren dan Maxim Magazine, waarin staat dat je voor die prijs meer leer hebt dan er in de kleerkast van Mick Jagger hangt. Je kunt jezelf uiteraard ook wat verwennen met extraatjes, zoals dvd-speler met schermpje van 30 centimeter, een achteruitkijkcamera, satellietradio, opklapbaar bed, notelaarhout enzovoort en dan geraak je wel snel aan 120.000 dollar (91.300 euro), uiteindelijk nog steeds een peulschil om de Jaguars, Bentleys en Porsches van de baan te rijden.
Lezers van dit magazine zijn uiteraard nog veel meer geïnteresseerd in de commerciële dimensie. Het bedrijf had oorspronkelijk verwacht zo’n 150 stuks te verkopen in 2005; in januari alleen al gingen er meer dan 100 over de (niet zo kleine) toonbank. En uiteraard liggen de plannen klaar voor een kledingslijn, gadgets en een Matchbox-versie. Een winnaar, een commercieel succes. Hoe kan dit worden verklaard?
In 1999 verscheen van Robert Frank het boek Luxury Fever, een indrukwekkende analyse van dergelijke fenomenen en hun impact op de economie. Mensen aan de financiële top, de superrijken, besteden steeds meer aan extravagante luxueuze dingen. Van peperdure auto’s tot luxueuze villa’s, van Steinway-piano’s tot Rolex-polshorloges, van parket van 200.000 euro tot wijnflessen van enkele duizenden euro.
Maar rijkdom is relatief. Als ik een flatje bezit in Knokke, ben ik rijk; maar naast het halve kasteel van mijn buurman ben ik plots arm. Als ik een reis kan maken naar Rome, ben ik rijk; maar als mijn beste vriend vertelt hoe zalig het wel is in Nieuw-Zeeland, begint het plots bij mij ook te kriebelen.
Tot voor enkele decennia leefden de rijken in andere werelden, droegen lange familienamen en waren anders. De nieuwe rijken zijn vaak mensen zoals u en ik. Ze hebben een kapitaaltje vergaard via groepsverzekeringen, aandelenopties, zorgvuldige beleggingen. Zij kopen uiteraard geen Lamborghini, maar wel een BMW X5 en hebben uiteraard een heel leuk, heel ruim appartement aan zee en gaan op vakantie naar het Verre Oosten, Australië of Zuid-Afrika.
En hoe meer u beweert dat dit u onverschillig laat, hoe meer u zichzelf iets wijsmaakt. Want de mens is een sociaal dier en vergelijkt voortdurend met de anderen. Op die manier moeten we met zijn allen steeds harder gaan werken om gewoon te leven. Wie bouwt er nu nog een nieuwe woning zonder volledig uitgeruste keuken en gezellige badkamer? Instapdouches, open haarden, plasmatelevisie, thuisbioscoop? Luxe voor de superrijken? Die dingen zijn standaard geworden. Dat is uiteraard macro-economische vooruitgang, vertaald naar het individu. Alleen moet dat individu daarvoor steeds harder werken, met steeds minder tijd om echt te genieten van al die luxe.
En hoe meer luxe die middenklasse heeft, hoe vervelender het is om echt rijk te zijn. Nu rijdt het plebs ook al met terreinwagens, hebben ze ook al bubbelbaden en reizen ze ook al naar Lapland. Dan ben je als superrijke wel verplicht om nog iets groters, verder afgelegen, hoogstaanders te hebben. Dan eindig je bij het schip Christina van Onassis en meer bepaald op de barkrukken, bekleed met het fijnste leder, namelijk van de voorhuid van de penis van een potvis. Boterzacht. Of bij de CXT.
Ik heb echter mijn bestelling van dit speelgoedautootje nog even uitgesteld. Tot al dat Mick Jagger-leder nu ook verkrijgbaar is in potvispenisleder. Liefst albino.
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier