REVISOR ALS KOP VAN JUT

De bedrijfsrevisoren die de boeken van het failliete Sabena moesten controleren, worden gedagvaard. “Omdat ze in de fout zijn gegaan,” zo stelt Christian Van Buggenhout, een van de curatoren die deze juridische stap zetten. Opvallend, omdat op die manier klinkende namen zoals Pierre Berger, ondervoorzitter van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren (IBR), en zijn werkgever KPMG in het vizier komen.

Het nieuws dat De Standaard dinsdag op de voorpagina zette, zal de kritiek op de rol van bedrijfsrevisoren niet afzwakken. Integendeel: KPMG wordt ook genoemd in de ontwerpdagvaarding voor de strafzaak Lernout & Hauspie. En in diverse andere recente bedrijfsaffaires – zoals Picanol, Sioen, Real Software en Carestel – waren revisoren telkens de kop van Jut.

Strikt genomen kijkt een revisor of commissaris na of de jaarrekening conform de wet is op het vlak van presentatie, toelichting en gehanteerde principes. Hij controleert dus of de cijfers correct zijn. Wat niet wil zeggen dat een revisor die de cijfers goedkeurt, bevestigt dat het om een gezond bedrijf gaat.

Dat is een eerste nuance. De bedrijfsrevisor let er wel op dat de continuïteit van het bedrijf voor de komende twaalf maanden is verzekerd. Heeft hij daar twijfels over, dan uit hij die in een toelichtende paragraaf. Vaak met erge gevolgen, zoals bankiers die de kredietkraan dichtdraaien.

Dat is een tweede nuance. De taak van een revisor is niet van de poes. In bijna één op vijf gevallen waarin een afkeuring of onthoudende verklaring werd genoteerd, bleek het bedrijf later ook inderdaad failliet te gaan. Je zal zo’n verantwoordelijkheid maar op de schouders torsen.

Dat nu precies een van de leidende figuren van het IBR in het oog van de storm terechtkomt, is ironisch. Want het beroepsplatform kreeg – ook van de eigen leden – geregeld kritiek dat het te weinig deed om de exacte rol en functie van de bedrijfsrevisor aan het publiek toe te lichten.

Sterker nog, het IBR trapte ook fors op de rem als het erop aankwam een externe waakhond te installeren die zou toezien op belangenconflicten en zelfs straffen kon uitdelen. Van die waakhond kwam niets in huis. Sinds 2003 is er in België wel een extern adviesorgaan, maar zijn rol is beperkt. Toezicht en tuchtprocedures blijven exclusief bij het IBR.

Er zijn in ons land wel de nodige stappen gezet om te vermijden dat een bedrijfsrevisor naast zijn auditfunctie bij dezelfde klant ook flink kan bijverdienen als consultant in IT-projecten, als adviseur bij fusies en overnames of als vertegenwoordiger in (fiscale) geschillen. Toch blijkt in de praktijk dat bedrijven de multidisciplinaire aanpak die bedrijfsrevisoren zo lang kenmerkte, zijn blijven waarderen.

Deloitte bijvoorbeeld verkocht als enige auditor van de Big Four zijn managementadviesafdeling níét, en dat heeft de groep in België geen windeieren gelegd. Het kantoor staat al jaren op de eerste plaats in de top tien van revisoren in ons land. Precies die geïntegreerde dienstverlening geeft haar een plus ten opzichte van de concurrenten.

Het is een realiteit waar we niet omheen kunnen. Sabena en L&H zijn affaires uit het verleden. Maar het risico dat bedrijfsrevisoren in tijden van euforie of hoogconjunctuur opnieuw in belangenconflicten verstrikt raken, blijft reëel. Daarom volstaat de huidige vorm van autoregulering niet meer.

Het enige alternatief is een effectieve externe controle van het revisoraat. De oprichting van een toezichthouder die bij het IBR de nodige gegevens kan opvragen, toelating verleent aan bepaalde praktijken en die zijn beslissingen mits sancties hard kan maken, is en blijft noodzakelijk.

Op de vraag of bedrijven hun accountants en auditors selecteren op basis van de creatieve mogelijkheden die zij hebben om de balansen te optimaliseren, antwoordde Roel Pieper in dit blad ooit volmondig: “Absoluut.” Het interview dateerde van 2002. De man zelf leidde diverse technologiespelers en was een tijd bestuursvoorzitter bij de Ieperse spraakmaker.

Veelbetekenend voegde hij eraan toe: “De vraag is dus: wat moet je doen om die inventiviteit binnen de grenzen te houden?” Het antwoord is: een efficiënte, onafhankelijke en transparante controle.

piet depuydt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content