Renault Scenic 1.5 dCi
De rationele keuze.
Hij is nog altijd de onbetwiste heerser in het segment van de compacte monovolumes. Niet alleen in ons land, maar in heel West-Europa. Daarvoor zorgt een marktaandeel van 18 % à 19 %. Terwijl de concurrentie op dit fel bevochten terrein toch wel groot is, met spelers als de Citroën Xsara Picasso, de Ford C-Max, de Volkswagen Touran of de Opel Zafira.
De Renault Scenic is dan ook een beetje de stamvader van de compacte monovolumes: hij was de eerste in dit segment, dat hij dus eigenlijk een beetje creëerde. Sinds de eerste generatie van de Scenic in 2003 uit de fabriek rolde, werden er al een miljoen van gebouwd. Het kan tellen.
Om de concurrentie voor te blijven, maar ook om een aanval in te zetten op andere dan West-Europese markten, lanceert Renault nu een opgefriste versie van zijn bestseller (één op drie Renaults die van de band komen, is een Scenic). En zoals het voor een opfrissing hoort, gaat het ook hier om kleine dingetjes die veranderd zijn. Zoals een lijn die lichtjes is bijgewerkt, een nieuwe vormgeving voor bumper en koplampen, nieuwe velgen en sierdoppen. Voorts is het interieur beter afgewerkt en komen er nieuwe koetswerkkleuren. Kortom: details, ja. En toch voel je dat er aan de auto gewerkt is, als je ermee rijdt. Algemene consensus bij de gespecialiseerde pers die achter het stuur ging zitten: de Scenic lijkt ietsje stabieler geworden, en wiegt dus minder door in de bochten. Meegenomen voor een monovolume, is dat. De versnellingsbak schakelt zijdezacht, en de geluiddemping van de motor verdient een pluim. Alleen bij de elektrische stuurbekrachtiging valt enige reserve te horen: een beetje zeer uitgesproken.
Het belangrijkste nieuws is evenwel dat de Grand Scenic, de langere versie (4,40 meter, 14 centimeter langer dan de gewone Scenic), nu ook verkrijgbaar is met vijf in plaats van zeven plaatsen. En dat komt dan weer doordat de klant daar uitdrukkelijk om vroeg, want de gezinnetjes wilden meer kofferruimte, in plaats van die twee bijkomende stoelen achterin. Leuk, eigenlijk: niet eens zo lang geleden haalde de gespecialiseerde pers pek en veren boven voor constructeurs die “nog” een compacte monovolume durfden bouwen met minder dan zeven plaatsen. Blijkt nu dat het publiek daar helemaal niet wakker van ligt. Kroostrijke gezinnen zijn inderdaad niet meer van deze tijd.
Andere tendens: in Europa wordt de Renault Scenic nu vooral verkocht met de 1.5 turbodiesel. De kleinste in het dieselaanbod, met zijn 105 pk. Deze kleine viercilinder is dan ook een uitstekende krachtbron, en in deze tijden van snelheidsbeperkingen, flitsbrigades en peperdure brandstof inderdaad een heel rationele keuze. Zeer zeker als bedrijfswagen voor lager en middenkader, waar deze motorversie ook almaar vaker opduikt.
DASHBOARD : renault scenic 1.5 dci
eer gezins- vriendelijke auto : +++
Aangename motor : ++
Uitgesproken stuurbekrachtiging : –
MOTOR: 1.5 viercilinder turbodiesel, rechtstreekse inspuiting, common rail.
VERMOGEN: 105 pk (78 kW) bij 4000 omwentelingen per minuut (opm), maximaal koppel van 240 Nm bij 2000 opm.
Ook in het dieselgamma: 1.5 dCi met 85 pk, 1.9 dCi van 110 pk en 2.0 dCi van 150 pk.
PRESTATIES: topsnelheid 178 km/u, van 0 naar 100 km/u in 12,9 s.
VERBRUIK: 5,4 liter voor 100 km (cijfer constructeur).
BASISPRIJS: vanaf 22.600 euro (Scenic) en 23.350 euro (Grand Scenic 5 plaatsen). De versie met 85 pk is er vanaf 19.400 euro.
MILIEU: euro 4.Zeer gezins- vriendelijke auto
PPP Aangename motor
PPUitgesproken stuurbekrachtiging
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier