REM DE SPLITSERS
Terwijl het nieuws over het bedrijfsleven bol staat van fusies en overnames, lijkt op politiek vlak het splitsen in te zijn. Vorige week wierp CVP-kamerlid Tony Van Parys een nieuwe splitsingsknuppel in het Belgische hoenderhok door het mentaliteitsverschil van Walen en Vlamingen inzake justitiebeleid als onoverbrugbaar te beschouwen en te pleiten voor een splitsing van justitie. De Waalse politici staan, wat het politiebeleid betreft, zo sterk op de macht van de burgemeester dat zij een rationele politiehervorming in de weg staan. Inzake het gerecht blijken de Franstalige magistraten veel conservatiever te zijn dan hun Vlaamse collega’s, hetgeen dan ook de instelling van een controle op de werking van het gerecht sterk zou hypothekeren. Anders dan bij de splitsingsvoorstellen inzake sociale zekerheid, waren sommige Waalse politici zoals Happart en Van Cau er als de kippen bij om zich achter de splitsingslogica van Van Parys te scharen. In de Franstalige pers werd de splitsing als een buitenkans beschouwd om aan de verplichte tweetaligheid voor de magistraten in Brussel te ontsnappen.
NEFAST.
Deze splitsersmanie houdt nochtans een groot gevaar in. Het is zeer goed mogelijk dat het politieke potentieel, dat naar een rationele hervorming van het Belgische staatswezen streeft, zich versnippert over deze diverse splitsingsvoorstellen, zodat uiteindelijk het nefaste en inefficiënte consumptiefederalisme van Sint-Michiels overeind blijft. De enige winnaar van een dergelijk status-quo zijn de elites van de machtige sociale en economische belangencenakels, die zich ongestoord verder in hun privileges kunnen wentelen. De grote verliezer van een dergelijk status-quo is de burger, de Waalse en de Vlaamse.
HUWELIJK.
Om enige orde te brengen in het splitsingsdebat is een vergelijking met het huwelijk misschien niet onnuttig. In een goed huwelijk worden sommige zaken gemeenschappelijk geregeld. Andere zaken worden overgelaten aan de beslissing van elke individuele partner. De gemeenschappelijke regeling laat de partners toe schaaleconomieën te realiseren. Beide partners maken gebruik van eenzelfde wasmachine, keuken, droogkast, strijkplank enzovoort. De gemeenschappelijke aanschaf en het gemeenschappelijke gebruik van die dingen vergen uiteraard wat overleg en wat toezicht op elkaar en leiden tevens tot wat verlies aan autonomie. Dit weegt echter blijkbaar in de overgrote meerderheid van de gezinnen niet op tegen de voordelen van de schaaleconomie. Voor andere zaken geven we de partners een grote vorm van autonomie. Dit is het geval voor de beroepsuitoefening van de partners. Elke partner is gerechtigd ter zake zelfstandig de beslissingen te nemen. Bovendien zullen vele partners een systeem van bijvoorbeeld scheiding van goederen verkiezen wanneer één van de partners – of beiden – een economisch riskant beroep uitoefent. Op die wijze wordt verhinderd dat de ene partner de risico’s afwentelt op het vermogen van de andere partner. Indien de partners dit alles gemeenschappelijk zouden houden, dan is de ene partner verplicht, ten einde een onzorgvuldig “moral hazard”-gedrag van de andere partner tegen te gaan, een zeer tijdrovend en onaangenaam toezicht over de handel en wandel van de andere partner op de zetten.
Kortom een gemeenschappelijk beheer houdt het voordeel in van schaaleconomieën, maar het nadeel van toezichtskosten teneinde profitarisme of onzorgvuldig gedrag tegen te gaan. Bij een eigen zelfstandig beheer heeft men deze toezichtskosten niet, want elk trekt zijn plan met het zijne. Daarnaast gaan dan de schaaleconomieën verloren en moet men voor elke gezamenlijke vorm van optreden een afzonderlijke regeling treffen, hetgeen aparte onderhandelingskosten meebrengt.
BELGIË.
Past men deze afweging van kosten toe op het Belgische huwelijk dan pleit alles ervoor om de sociale zekerheid grotendeels, behoudens misschien de pensioenen, in het eigen beheer van de partners te geven. Omwille van de schaaleconomieën moet men de sociale zekerheid niet Belgisch houden, want de verzekerbare massa is in Vlaanderen en Wallonië meer dan groot genoeg om een zelfstandig sociaal zekerheidssysteem op te zetten.
De splitsingsredenering valt echter anders uit inzake justitie. In een goed Belgisch huwelijk pleit het meeste ervoor om justitie voor het overgrote deel gemeenschappelijk te houden. Een gezamenlijke Belgische justitie biedt immers grote schaalvoordelen. Vooreerst blijft op die wijze het privaatrecht in België, dat in de toekomst wellicht zal opgaan in een Europees “ius commune”, hetzelfde. Versplintering van de regels inzake eigendom, contracten en aansprakelijkheid komt aan de burgers noch aan het bedrijfsleven ten goede. Wel aan de advocatenbureaus. De Belgische gerechtelijke organisatie opsplitsen, zou alle burgers, zowel de Waalse als Vlaamse belastingbetaler, op hogere kosten jagen aangezien er dan twee hoven van Cassatie, twee ministers van Justitie, twee gerechtelijke procedures, twee openbare ministeries enzovoort nodig zullen zijn. Het verlies aan schaaleconomie is nog het duidelijkst bij de politie. Dankzij het open Europa kon de misdaadwereld van aanzienlijke schaaleconomieën profiteren. Een schaalverkleining doorvoeren inzake misdaadbestrijding zou het politiewerk alleen maar bemoeilijken.
Anderzijds moet men inzake justitie geen sterk afwentelingsgedrag vrezen zoals bij de sociale zekerheid. Justitie dient grotendeels om de geschillen, die burgers en bedrijven onderling hebben, op een zo rechtvaardig mogelijke wijze op te lossen. Eens de geschillen er zijn, moet men de kost van de oplossing ervan er wel bijnemen. Zolang we het Belgische huwelijk zien zitten, houden we justitie het best gemeenschappelijk.
ECHTSCHEIDING.
In het huwelijksrecht is er, benevens de voorgaande wijsheid omtrent de verhouding tussen het eigene en het gemeenschappelijke, nog een andere fundamentele wijsheid. Een huwelijk dat de gedaante aanneemt van een permanente conflictenstroom, beëindigt men best zo vreedzaam mogelijk via een echtscheiding. De splitsing van de sociale zekerheid kan men vergelijken met een minnelijke verandering van het huwelijksvermogenstelsel van Walen en Vlamingen om het huwelijk op middellange termijn te stabiliseren. De splitsing van justitie echter is meer een begin van procedure van echtscheiding. Eer men justitie splitst, zou het derhalve goed zijn vooraf zorgvuldig na te gaan of er echt geen verzoening mogelijk is.
Prof. dr. Boudewijn Bouckaert is voorzitter van de vakgroep Grondslagen van het Recht, faculteit Rechtsgeleerdheid, Universiteit Gent.
BOUDEWIJN BOUCKAERT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier