Relanceplan mag geen nieuwe transfer naar Wallonië zijn
Guido Muelenaer
Als er geld mee gemoeid is, dan stijgt de communautaire spanning altijd in België. Het is vandaag niet anders met het relanceplan. Vlaanderen, Wallonië en de federale overheid bakkeleien over wie het meeste geld moet aanbrengen.
In Wallonië pleiten PS en cdH, zijn linkse evenknie, voor een puur keynesiaans beleid. De Europese Commissie dringt aan op een relanceplan waarbij de lidstaten 1,2 procent van het bbp aanbrengen. Voor België betekent dit bijna 4 miljard euro. De PS droomt van een relanceplan dat zorgt voor grote werken en voor ondersteuning van de koopkracht.
Aan Vlaamse kant pleit vooral Open Vld, maar ook CD&V, voor meer budgettaire orthodoxie. De liberalen staan niet te springen om de begroting te laten ontsporen. De Vlaamse liberalen vinden weinig steun bij hun Waalse broeders. Omdat er in juni 2009 regionale verkiezingen zijn, was Didier Reynders van de MR de eerste om een stevig plan te eisen: 3,5 miljard euro wil Reynders uitgeven. Electorale populariteit is blijkbaar belangrijker dan een standvastige ideologie.
Als het gaat om een economisch relanceplan, dan moeten de regio’s de eerste zijn om hun duit in het zakje te doen. Economie is grotendeels een bevoegdheid van de gewesten. Uiteraard pleiten PS & co voor een sterk federaal plan. Niet voor niets willen ze investeren bij de federale spoorwegen en Regie der Gebouwen. Vlaanderen brengt immers het grootste deel van de federale middelen aan. En aan de uitgavenkant zou het armere Wallonië, afhankelijk van het soort maatregelen, er wel eens meer van kunnen profiteren. De Vlamingen betalen, de Walen ontvangen. Dat scenario klinkt bekend. Het relanceplan wordt zo een extra transfer.
We zijn niet tegen steun aan een regio die het moeilijk heeft. Solidariteit is de essentie van elke federatie. Maar dan moet die solidariteit wel transparant zijn en voldoende impulsen bevatten om ervoor te zorgen dat de armere regio erbovenop komt. Er moet ook een eindtermijn gezet worden op de Vlaamse solidariteit. De Vlaamse werkgeversorganisatie Voka heeft al meer dan eens een periode van tien jaar voorgesteld. In Europa zijn transfers ook niet onvoorwaardelijk. Zo heeft Bulgarije recentelijk 220 miljoen euro subsidies moeten afstaan omdat het land te weinig doet tegen de corruptie.
Wallonië zou beter voor eigen deur vegen dan meteen geld uit de federale kas eisen. Het heeft met zijn marshallplan goed werk verricht. Dat plan heeft geïnvesteerd in bepaalde assen van de Waalse industrie. Waarom zou Wallonië zijn relanceplan niet uitbouwen rond dat marshallplan? De middelen van het marshallplan zijn niet uitgeput en kunnen versneld ingezet worden. Het is ook hoopvol dat Wallonië nu ook zijn fiscale autonomie gebruikt om een eigen Arkimedes-regeling op te zetten. Het Waals Gewest heeft zeker geld om beleid te voeren, ook al is het niet zoveel als Vlaanderen dat een ruim overschot heeft weten op te bouwen. Zelfs de Franse Gemeenschap toont de eerste tekenen van budgettaire beterschap.
Vlaanderen heeft inmiddels wel een eigen plan uitgewerkt. Het trekt 800 miljoen euro uit – weliswaar niet allemaal nieuw geld – voor maatregelen op drie terreinen: meer en betere kredietverlening, meer begeleiding op de arbeidsmarkt en meer investeringen op verscheidene terreinen.
De Vlaamse partijen moeten voet bij stuk houden en de federale inspanningen beperken tot bijvoorbeeld lastenverlagingen die de werkgelegenheid ten goede komen (zoals een uitbreiding van de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing). Ze moeten even standvastig zijn als de Waalse partijen in communautaire dossiers als BHV en de verdere staatshervorming. Het relanceplan mag geen alibi worden om de transfers naar Wallonië te versterken. Integendeel, het moet de aanzet zijn voor Wallonië om zijn eigen structuur efficiënter te maken, zodat het net als Vlaanderen een ruime beleidsmarge kan opbouwen.
Indien Wallonië net als Vlaanderen een stevig relanceplan in elkaar zou steken, en dat wordt aangevuld met enkele federale koepelmaatregelen, dan kan premier Yves Leterme met een mooi plan naar Europa trekken. En tegelijkertijd zijn begrotingstekort binnen aanvaardbare perken houden.
Maar mocht dit niet kunnen, dan moet de federale regering niet alle lasten op zich nemen. België moet dan maar een bescheiden herstelplan aan Europa aanbieden. Ons land zit dan met rode wangen op de Europese strafbank. Het zit daar trouwens met Angela Merkel, die helemaal niet van plan lijkt te zijn 1,2 procent van het Duitse bbp uit te trekken, in ‘goed’ gezelschap. En cru gesteld heeft België als klein land het voordeel dat het mee kan profiteren van de plannen van de andere landen. Egoïstisch? Ja. Met dank aan Wallonië. Maar laat ons er alles aan doen om dat te vermijden. (T)
de auteur is hoofdredacteur.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier