REIMS EPERNAY. La route des bulles

De eerste vorst heeft de wijnranken droevig bruin geschilderd. Het restant overgebleven pinot noir-druiven geeft de wijngaarden langs de flanken van de Montagne de Reims een paarse tint. Het gezegde dat de druivelaars moeten lijden om een goede wijn te maken, wordt in de Champagne bewaarheid.

HENK VAN NIEUWENHOVE

FOTO’S : JAN VERLINDE

De druiven van de Champagne worden noch door het klimaat, noch door de krijtachtige bodem verwend. Ze worden door het leven gehard en precies daaruit halen ze hun karakter. Wat is het verschil tussen een druif en een mens ?

De Champagnestreek heeft vooral in de Eerste Wereldoorlog te lijden gehad. De stad Reims werd haast volledig verwoest. Van de 40.000 huizen zijn er welgeteld 13 ongedeerd gebleven. Ook de katedraal, monument bij uitstek dat de overgang van laat-Romaans naar vroeg-gotiek keurig in beeld brengt via zijn architektuur en zijn honderden skulpturen, werd niet door de bommen gespaard. De oude dorpjes tussen Reims en Epernay dragen nog de sporen van ‘s mens vernielzucht. Twaalfduizend soldaten lieten hun leven bij de Bataille de la Marne. Overal prijken monumenten als herinnering aan hen die gesneuveld zijn ‘op het veld van eer’.

“La France a perdu son honneur ! ” schalt een vrolijke drinker armenwiekend door de gelagzaal van het dorpscafé. De recente verlaging van de alkoholdrempel voor weggebruikers tot 0,5 promille, wordt in Frankrijk op zeer gemengde gevoelens onthaald. “Als we geen fles meer mogen drinken, gaan we tenonder aan stress. We zullen ziek worden en jong sterven. Qui va s’occuper de nos veuves ? ” De toon is meteen gezet voor een opwindende diskussie die met de nodige glazen kracht wordt bijgezet. Vraag is of de weduwen van de Champagne enige steun nodig zullen hebben. De champagne zou niet zijn wat hij is, zonder zijn weduwen. Veuve Clicquot, Veuve Bollinger, Veuve Laurent hebben geschiedenis geschreven langs “La route des bulles”, het unieke stuk land tussen Reims en Epernay. Vrouwen met een stalen karakter, durvers met zakelijk inzicht, avonturiers met pit en een monnik (Dom Pérignon) hebben het verhaal gemaakt van de champagnewijn, die zo’n 300 jaar geleden als het ware bij toeval tot stand kwam in de abdij van Hautvillers.

Wanneer de winter

zijn intrede doet, is de Champagne misschien wel op zijn mooist. Mistige stroken in de bruin-paarse wijnvelden, wazige vennen waarin kale, door maretakken ingepalmde bomen zich spiegelen. Overal zijn boeren en boerinnen ijverig bezig. Ze rijden met hun brûlotte een uit een olievat en een oude kruiwagen vervaardigd karretje waarin vuur gemaakt wordt tussen de rijen druivelaars, snoeien de twijgen tot vijf ogen terug, en stoken de takken en afgevallen bladeren op. Overal kringelen rookpluimen op uit de glooiende wijngaarden, als vluchtig bewijs van de arbeid op het land. De wijn wordt niet alleen door kasteelheren gemaakt. Deze boeren, die hier en daar een paar rijen wijnstokken bezitten, hun druiven het hele jaar door verzorgen en voor veel geld verkopen aan de wijnproducent, vormen de brede basis waarop de piramide gebouwd is. Tussen haakjes : de druiven in de champagne (pinot noir, pinot meunier en chardonnay) halen de duurste prijzen van de wereld. De boeren zijn ook niet van gisteren.

Wanneer men kriskras door de velden rijdt, langs de uitgestippelde paden van de Routes de Champagne de zandweggetjes induikelt, kan men een praatje slaan met de boeren op hun velden. De rust van het winterlandschap wordt af en toe verstoord door een knal in de omringende bossen, waar naarstig op kleinwild gejaagd wordt. In de oude boerderijen wordt vuur gemaakt met afgestorven wijntronken, kastanjes worden op de kachel gepoft en geurige stoofpotten staan te sudderen. De beau-monde waar Krug, Roederer en Bollinger in kristallen roemers geschonken wordt, lijkt heel veraf.

Het ernstige werk

beginnen we met een bezoek aan José Michel, een wijnboer in hart en nieren, die met liefde en ambacht een voortreffelijke champagne maakt in Moussy, een dorp van 900 zielen, waarvan zijn zoon de burgemeester is. José Michel is 65 en staat meer dan 40 jaar in ‘zijn’ kelder. Hij is door het ‘vat’ gerijpt. Zijn 20 hektare wijnland zijn goed voor 150.000 flessen per jaar : “een familiale produktie”. In zijn familie staat hij voor de vijfde generatie van champagnemakers. Zijn vier broers, die in hetzelfde dorp wonen, zijn zijn belangrijkste ‘konkurrenten’. Tijdens ons bezoek is de dégorgement volop bezig. De kroonkapsule wordt van de fles gehaald, de bevroren gistresten (na de tweede fermentatie op fles) worden uit de hals gezogen, een beetje suiker wordt toegevoegd en de kurk gaat op de fles. Drie arbeiders jagen er zo’n 700 flessen per uur door. In de winter wordt slechts 7 uur gewerkt in de kelder, in de zomer 9 uur. José Michel past ook de remuage à main toe, voor zijn beste cuvées. Gedurende veertig dagen worden de flessen op de pupiter met de hand gedraaid om het gistrestant naar de hals te laten afzakken. Een zeer delikate onderneming die grote vakkennis vraagt. “Le remuage est la noblesse des métiers”, zucht José Michel. “Een goede remueur kan 50.000 flessen per dag aan. Die mannen zijn peperduur. Ik zal u iets laten zien wat geen enkele andere champagnemaker zal tonen : mijn remueur automatique die de flessen in een week klaarstoomt. Iets minder precies, maar tien keer meer rendabel. Wat wil je ? On marche sur la tête. Er is geen andere ekonomische oplossing. De grote huizen hebben die toestellen ook, maar verbergen ze angstvallig. “

Tijd om af te dalen naar de kelder, waar een klein half miljoen flessen liggen te rijpen. De grootste flessen bevatten twintig liter : de zogenaamde Nabuchodonosors. Nauwelijks te tillen, laat staan te schenken. Wordt soms cadeau gegeven aan een bruidspaar dat dan zelf (!) de glazen moet vullen op het feest. Er liggen ook tientallen flessen van oude jaargangen, tot 1912. “Van welke jaargang bent u ? ” vraagt José Michel in wijnmakerstaal en vervolgens haalt hij een fles van 1957 van onder het stof. Omdat de kurk niet wil lossen, wrikt hij hem er met een nijptang af. Een oneerbiedige behandeling die elke sommelier zou verafschuwen. In deze eeuwenoude schaars verlichte kelder, bij de zeldzame kubusvormige vaten van eik uit de Pyreneeën, proeven we een champagne die bijna veertig jaar prikkelend lag te wachten. Het resultaat is verbluffend. De champagne heeft de allure van een krachtige wijn gekregen, is uit sterk hout gesneden, maar sprankelt nog jeugdig. Un moment suprême. Deze champagnemakers halen hun wijsheid niet uit boeken, maar uit ervaring die van vader op zoon in de kelder wordt doorgegeven.

Elk champagnehuis

heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen filozofie. We kiezen vier grote huizen uit. In Reims kloppen we aan bij het prestigieuze Roederer. Van 1867 tot 1917 voerde dit huis de befaamde Cristal in heuse kristallen flessen uit naar de tsaar van Rusland. Helaas is geen enkele fles (zelfs niet leeg) bewaard gebleven. De Cristal die nu op de markt komt, wordt verkocht in glazen (doorschijnende) flessen. Voor het jaar 2000 heeft Roederer welgeteld 2000 metusalems (zesliterflessen) op de pupitre staan, samengesteld uit de beste cuvées van de drie superjaren, ’88-’89-’90, de zogenaamde Nectar des Dieux. Kostprijs : 10.000 FF of 2000 US $. De meeste flessen zijn reeds gereserveerd.

Bij Laurent-Perrier in Tours-sur-Marne vinden we een stukje België terug. De eigenaars de Nonancourt zijn van ons land afkomstig. Manneken Pis en Hergé zijn nadrukkelijk aanwezig. Laurent-Perrier is steeds nummer één op de Belgische markt. We bezoeken de kelders, negen kilometer lang, waar 30 miljoen (!) flessen liggen te wachten. De zogenaamde “Galerie des Moines” is gebouwd op de ruïnes van een elfde-eeuwse abdij. We proeven van de legendarische Grand Siècle, en de dochter des huizes Alexandra Pereyre de Nonancourt nodigt ons uit om kalfskop en snoek te gaan eten in haar geliefkoosde auberge in het dorp. We drinken bij wijze van afwisseling een rode champagnewijn, een Coteaux Champenois, pinot franc. Champagne was in oorsprong een rode wijn !

We stoten door

naar Ay, ooit hét centrum van de champagne. De plaatsnamen Avenay en Epernay staan trouwens voor : Avant Ay en Après Ay. Ay staat nog steeds garant voor Cru par Excellence. Bij Bollinger, een myte, wordt de champagne nog gerijpt in (5000) jonge fusten en heeft men nog een echte tonnelier in dienst, Francis Walle, de laatste in de Champagnestreek. De wijnen van de grote jaargangen rijpen vele jaren in magnumflessen (12 jaar voor de jaargang 1982, 19 jaar voor de jaargang 1975) en worden pas op het einde van dat rijpingsproces gedégorgeerd. Oude champagne behoudt dus een jong karakter. Dit is vanzelfsprekend geen champagne voor een party of cocktail, wel voor een grote tafel.

Uiteindelijk belanden we weer in Reims bij Charles Heidsieck. Hier treffen we de prachtige kelders aan die reeds in de Gallo-Romeinse tijd (toen Reims de hoofdplaats was van Belgica Secunda, het tweede België) in de krijtbodem werden uitgegraven. Boeiend is vooral de levenswandel van Charles Heidsieck, die op een dag met volle vaten koers zette naar Amerika, waar hij furore maakte als “Champagne Charlie”. Hij maakte fortuin, maar verloor dat weer tijdens de Secessieoorlog, toen hij op beschuldiging van spionage in de gevangenis terechtkwam. Berooid kwam hij weer in Frankrijk aan, maar met veel ondernemingszin bouwde hij zijn imperium weer op. Gelukkig maar, want de Blanc des Millénaires en andere champagnes van deze Don Juan en wereldburger zijn buitengewoon geraffineerd.

Champagne

is het meest gekende Franse woord in de wereld. Het woord heeft een magische klank. Champagne is passie, charme, romantiek, sensualiteit. Champagne is vooral liefde. Met liefde gemaakt, met liefde gedronken. Het geheim ontsluiert zich in het landschap, juist bij de overgang van herfst naar winter. “Wanneer ik ‘s ochtends door de wijngaarden wandel, en ik zie de mist hangen tussen de bruine velden, waar overal mensen naarstig aan het werk zijn, en ik ruik de vochtige geuren van bladeren en humus, dan is het net of ik in onze wijnkelders ben. Het mytische en het mystieke van dit unieke stuk land, steken wij in onze flessen. ” Aldus Alexandra de Nonancourt. En wie zou zo’n mooie vrouw durven tegenspreken ?

We besluiten onze reis met een goddelijke Bollinger R.D. 1982, zowat het beste wat er in dit genre op de wereld bestaat. Volgend jaar bezoeken we Regina Menger-Krug. Belofte maakt schuld.

Boven : krijtkelder bij Charles Heidsieck, markt in Epernay, José Michel in dagelijkse doen en Dom Pérignon in de abdij van Hautvillers. Links : “Champagne Charlie” en Alexandra de Nonancourt bij Laurent-Perrier. Rechts : pinot noir en oud eiken vat. Onder : wijnboerin met brûlotte, wijnboer met verse pinotwijn, metusalem 2000 bij Roederer, gotische engelen in Reims.

De ‘remueur automatique’ : veel rendabeler, maar minder precies dan de ‘remuage à main’.

Het strenge winterlandschap van de Champagne. De druivelaars moeten lijden om een goede wijn te maken.

De laatste tonnelier van de Champagne, Francis Walle, herstelt fusten in het atelier van Bollinger.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content