Luc Huysmans
Regering wil prijs aardgas en elektriciteit los van olie
De regering-Di Rupo reageert positief op het voorstel van de federale energiewaakhond CREG om de gas- en elektriciteitsprijs los te koppelen van die van de olie. De logica zelf, al blijven er nog wat angels.
De oneliner van federaal minister van Economie Johan Vande Lanotte dat het niet normaal is dat de broodprijs stijgt omdat de appelen duurder worden, heeft het voordeel van de duidelijkheid. Uiteraard is de werkelijkheid iets complexer.
De koppeling tussen de prijs van olie en die van andere energiesoorten heeft historische achtergronden. Gas was oorspronkelijk een bijproduct van de oliewinning. In de langetermijncontracten tussen gas producerende (staats)bedrijven en grote afnemers werd daarom een koppeling met de olieprijs gemaakt, vaak met enkele maanden vertraging.
Anno 2012 ziet de wereld er anders uit. Lng (vloeibaar gas) heeft eerst gas beschikbaar gemaakt voor markten die er voorheen geen toegang toe hadden. De opkomst van schaliegas (shale gas) maakte vooral in Verenigde Staten de koppeling met de olieprijzen irrelevant. Daardoor ligt de marktprijs voor gas al jaren een flink stuk lager dan die van olie.
De loskoppeling zou een flink verschil maken voor de Belgische inflatie, en dus, via de indexering van onze loonkosten, ook voor de economische groei. Want, zo berekende de Nationale Bank vorig jaar al, meer dan de helft van het inflatieverschil met onze buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland komt voor rekening van de energieprijzen. Omdat wij een energie-intensieve economie zijn, die sneller de aan dure olie gekoppelde energieprijzen doorrekent in de inflatie.
Leve de lagere broodprijs dus, en weg met die koppeling! Slimme particulieren genoten daar de jongste jaren al van door een contract te sluiten met leveranciers als Lampiris, Octa+ of Essent. Die leveranciers houden in hun prijsberekeningen alleen rekening met de marktprijs van gas.
Al hebben de appelen ook hun rechten. Want de loskoppeling mag in principe dan een goede zaak zijn, euforie is niet gepast. Zo is het niet realistisch om op 1 januari 2013, wanneer de bevriezing van de energieprijzen afloopt, komaf te maken met de koppeling aan olie. Veel energieleveranciers die elektriciteit en gas verkopen aan Belgische klanten, hangen vast aan langetermijncontracten met hun leveranciers. Zoals staatssecretaris voor Energie Melchior Wathelet al aankondigde, is er dus op zijn minst nood aan een overgangsperiode.
Er is zeker hoop: Gazprom, Statoil en Qatar gaven recentelijk alvast kortingen aan afnemers als E.On, GDF Suez en Eni, al vertaalde zich dat nog niet in lagere facturen voor de klanten van die afnemers.
Bovendien zijn, om het in beleggingstermen uit te leggen, winsten uit het verleden geen garantie voor de toekomst. De loskoppeling van de olieprijs zal de gasprijs een flink pak volatieler maken. Als er een probleem opduikt met de gasbevoorrading, dan schiet de gasprijs voortaan de hoogte in. Met alle gevolgen van dien voor de inflatie.
Bij een lage gasprijs komen dan weer onvermijdelijk investeringen in nieuwe productiecapaciteit onder druk. Gazprom wees er al verschillende keren op dat het aanboren van nieuwe gasvelden in Siberië alleen rendabel zal zijn als er een voldoende hoge gasprijs is. Zonder die investeringen komen er, zoals steeds in energieland, op termijn tekorten. En dus hogere prijzen. Al weegt dat besef uiteindelijk niet op tegen het grote voordeel van een duidelijke splitsing van olie- en gasprijs: een meer transparante marktwerking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier