REDDING EN ONDERGANG VAN VERHOFSTADT

Paul De Grauwe heeft gelijk als hij zegt dat de fiscale druk onder paars maar weinig gedaald is. De Belgische staat roomt ruim 44 euro af – 4 euro boven het Europese gemiddelde – van elke 100 euro nationaal inkomen. In 1999 sloeg ze ruim 45 euro aan.

Guy Verhofstadt heeft ook gelijk als hij onderstreept dat de sociale lasten op arbeid en de tarieven in de personenbelastingen meer gedaald zijn dan de fiscale druk laat vermoeden.

Hoe valt het te verklaren dat De Grauwe én Verhofstadt gelijk hebben? Een groter deel van het nationale inkomen kwam binnen het bereik van de grijpgrage vingers van de fiscus. Bij ongewijzigde belastingtarieven levert 100 euro nationaal inkomen nu meer belastinginkomsten op dan in 1999.

Dat fenomeen is, naast de daling van de interestlasten, hét grote geluk en de redding van de paarse regeringen geweest. Zonder deze elementen had paars nooit de belastingverlaging kunnen financieren in combinatie met de gerealiseerde forse uitgavenstijging. De coalitie had het dan wellicht geen 8 jaar volgehouden.

Paul De Grauwe heeft gelijk als hij stelt dat de socialisten de bonus grotendeels naar zich toe haalden en er de uitgaven mee verhoogden. De liberalen hadden pech dat ze van Europa specifieke lastenverlagingen (zoals lagere lasten op ploegarbeid) als uitgaven moesten boeken en niet als lagere belastingen. De vaststelling blijft echter dat de bonus te weinig werd geïnvesteerd in (nog) lagere tarieven, wat Verhofstadt & Reynders beloven met het oog op de parlementsverkiezingen van 10 juni. Ze misten de voorbije jaren de kans om te doen wat ze nu beloven.

De bonus was de levensverzekering van paars, maar op 10 juni is hij een grote handicap voor de liberalen. Want hoe leg je aan de kiezer in godsnaam uit dat belangrijke tariefdalingen te rijmen vallen met een amper dalende fiscale druk?

Is er sprake van een terugverdieneffect. Ja en neen. Ja, omdat lagere belastingen voor meer jobs en meer economische groei zorgen. Neen, omdat dit terugverdieneffect niet de aanhoudende hoge fiscale druk verklaart. De belastinginkomsten stijgen verhoudingsgewijs mee met de economische groei, en dus stijgt de fiscale druk niet omdat de economie goed boert.

Het is de andere samenstelling van het bbp die de fiscale druk op een hoog peil heeft gehouden. Aan elke euro extra bbp komt relatief meer arbeid te pas dan in 1999 (met dank aan het beleid), en omdat arbeidsinkomen nog altijd het zwaarst worden belast, stijgen daardoor de belastinginkomsten in % van het bpp. Bovendien sparen we minder en geven meer uit, in vergelijking met 1999. Consumeren wordt zwaarder belast dan sparen. Dus puurt de fiscus meer belastinginkomsten uit dezelfde eenheid bbp. Daarnaast zorgen lagere tarieven voor een langzame ontmanteling van de zwarte economie en het minder ontwijken van belastingen, waardoor de fiscale druk stijgt.

Het grote drama is dat de regering het geld niet heeft gebruikt om de toekomst voor te bereiden. Een grote, structurele en broodnodige daling van de fiscale druk is overigens gewoon onbetaalbaar zolang het mes niet wordt gezet in de overheidsuitgaven. Die zijn te veel gestegen onder paars. Maar wie durft besparen?

Daan Killemaes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content