Reanimatie van een droom

“We willen nog altijd het Belgische DreamWorks worden,” klinkt het bij het computeranimatiebedrijf Djungo Productions, het vroegere Imagination In Motion. Maar de wilde dromen zijn opgeborgen: reclamewerk moet de inkomsten verzekeren, en Hollywood lijkt intussen heel ver weg.

Het semi-familiebedrijf IIM heeft immers de baan moeten ruimen voor de digitale jungle van Djungo. Dat is pas anderhalve maand oud, en is het resultaat van een fusie van Think-Media Concepts (het vroegere internetmarketingbedrijf Bumble-Bee) en 3D-animatiebedrijf Imagination In Motion. Het is de bedoeling om de sterktes van beide te combineren in een zelfverklaarde niche: die van de content catalyst.

In Djungo participeren de twee gedelegeerd bestuurders, Rudy Verbeeck en de Nederlander Thibaut van Hövell, elk voor 23%. Creatief brein Kim Goossens heeft 4%, de rest (50% plus één aandeel) zit bij het beursgenoteerde Think-Media, de holding van zakenman Maurice De Velder. Begin dit jaar zei de groep nog het 30%-belang in IIM te willen afbouwen, maar inmiddels is het vertrouwen hersteld, stipt secretaris-generaal Frank Van Damme van Think-Media aan. “Wij hebben alleszins nooit het gevoel gehad dat ze van ons af wilden,” aldus Verbeeck.

Een retourtje Hollywood

Beeldenstormer Verbeeck, die ooit begon met een computerwinkeltje in Kapellen, sloeg de Belgische animatiemarkt in 1998 met verstomming door amper vier jaar na de oprichting uit te pakken met een contract met de Amerikaanse filmmaatschappij Twentieth Century Fox. Voor ruim 27 miljoen euro (1,1 miljard frank) zou het Vlaamse bedrijfje Raptoms produceren, een computergestuurde langspeelfilm.

Drie jaar later heeft Twentieth Century Fox na een rist flops (onder andere Anastasia en AE) het project afgeblazen. Verbeeck probeert het idee nu aan andere geïnteresseerde partijen te slijten, en relativeert het verlies. De Amerikanen betaalden 297.000 euro (12 miljoen frank) voor hun optie, IIM investeerde zowat 500.000 euro (20 miljoen frank) in de ontwikkelingen.

Verbeecks kersverse vennoot Van Hövell komt uit de investmentbankwereld: Dresdner Kleinwort Wasserstein. Hij zette vorig jaar met De Velder de eerste buitenlandse stappen van Think-Media mee op poten, door via de 50%-50%-joint venture Think-Media Partners (TMP) een belang te nemen in het affichagebedrijf PK Reclame. TMP fungeerde ook als vertegenwoordiger van IIM en Bumble-Bee, en de Nederlander zag de synergie. “Bumble-Bee stond sterk in marketing via internet, DVD, cd, print. IIM had de technologie om 3D-films en -animatie te maken. Dus maakt Djungo entertainment voor mediaklanten, en contentgedreven marketingconcepten voor adverteerders. Een deel van die content kunnen we in eigen huis produceren.”

Die adverteerdersmarkt moet een gestage inkomstenstroom opleveren. “De hele reclamemarkt _ corporate klanten en agentschappen _ zoekt gerichter en prijsbewuster naar ideeën dan vroeger,” zegt verkoopverantwoordelijke Ann Holvoet. “Onze meerwaarde is dat wij met onze karakters en concepten een aangrijpingspunt bieden in de belevingswereld van een bepaalde doelgroep.”

Wanneer ze geen te exuberante dingen willen doen, valt daar geld te verdienen, klinkt het in het wereldje van 3D-animatoren. Maar de concurrentie heeft vooral vragen bij de onduidelijkheid over wat nu precies de kernactiviteit van IIM is: films of commercials. “Eerst deden ze commercials, dan films, nu blijkbaar weer commercials… Weten ze zelf wel wat ze willen?”

Oeps, vergeten te verkopen

Beide, zo klinkt het vastberaden. Maar zonder twee keer tegen dezelfde steen te stoten. Imagination In Motion nam te veel hooi op zijn vork door zowel content als animatietechnologie in eigen huis te willen produceren. Het bedrijf vergat zijn producten op de markt te slijten. Bovendien probeerde het zijn technologie als marktstandaard door te drukken, wat te veel kapitaal heeft gekost.

IIM boekte in 2000 een verlies van 2 miljoen euro (81 miljoen frank) op een omzet van 771.990 euro (31 miljoen frank). Hoeft het gezegd dat het bedrijf in geldnood raakte? “De focus van het bedrijf was wat verslapt, omdat het op zoek was naar een kapitaalverhoging,” geeft Van Hövell toe. Djungo denkt het commerciele euvel uit de wereld geholpen te hebben door het verkoopteam uit te breiden, onder leiding van Ann Holvoet. Die komt zelf uit de gameswereld, waar ze zeven jaar actief was bij Infogrames Entertainment.

“Djungo draait nu al break-even”, zegt Guido Van der Schueren, topman van Artwork Systems en ex-aandeelhouder van IIM. “En mocht het nog mislopen bij het binnenhalen van projecten, en verliest Djungo ook volgend jaar nog geld, dan kunnen we rekenen op Think-Media als geldschieter”, zegt Verbeeck.

Eerste actiepunt van de herstructurering was het wegwerken van de versnippering in de aandeelhoudersstructuur. De broers Marc en Eric Verbeeck, ooit medeoprichters maar intussen actief in de staalhandel en de architectuur, werden uitgekocht. Graficus, de holding van Guido Van der Schueren, onderhandelt om zijn 8%-belang in IIM te ruilen tegen een participatie in Think-Media. Van Hövell zelf deed een cashinbreng, bevestigt Van Damme, maar wil daar geen bedrag op plakken. Wel zal Djungo, in tegenstelling tot IIM, opnieuw worden geconsolideerd.

Daarnaast werd ook het bedrijf zelf gereorganiseerd. Vijftien mensen vloeiden al af vóór de reorganisatie begin 2001 op gang kwam, na 1 september 2001 waren nog eens zes mensen genoodzaakt te vertrekken. Het verkoopteam _ tot april twee man sterk _ werd uitgebreid tot zes mensen. Djungo heeft nu in totaal veertig werknemers.

Drie jobs in één

Volgens een ideaal scenario zou de omzet in 2002, begroot op 4,95 miljoen euro (200 miljoen frank) voor de helft uit entertainment (onder meer advertenties) moeten komen, de andere helft uit marketingprojecten. Zo verschijnt begin volgend jaar de eerste soloplaat van ita}, de zangeres van de Nederlandse popgroep K-Otic. Djungo ontwikkelde in een joint venture met Zomba Records en Clearchannel-dochter Mojo het marketingconcept. Ann Holvoet: “Wanneer het een succes wordt, dan verdienen we mee naarmate onze ideeën en karakters worden gebruikt, bijvoorbeeld in de merchandising. Maar ook als Sita zou floppen, genereren we intussen inkomsten.”

Een ander project is de tv-serie Night Knight, die in 2003 zou moeten verschijnen, en waaraan een game en een website zouden worden gekoppeld. Daarvoor werkt Djungo samen met Dargaud-Marina, een dochter van uitgeverij Dargaud, en de Canadese mediagroep Cinégroupe.

Vroeger was de onderneming té afhankelijk van die grote projecten, geeft Verbeeck toe. Nu wil Djungo er steeds één of twee in de steigers hebben staan, en intussen de adverteerders en reclamebureaus bewerken. Verbeeck: “Qua entertainment ligt de ontwikkelingsfase achter de rug. Gaan daar een aantal projecten door, dan verhogen we onze capaciteit, zoniet concentreren we ons op dienstverlening. Het percentage van onze ontwikkelingskosten is drastisch gedaald.”

Het frappantste voorbeeld is de RealActor-technologie, die het mogelijk maakt om figuren in 3D op het scherm tot leven te brengen in real time (zie www.realactor.com). Tot nader order ligt de verdere ontwikkeling van de technologie in de koelkast, maar de knowhow wordt nog wel als tool verkocht. Zo werd voor MicrosoftJames ontwikkeld, een vriendelijke orka. Verbeeck: “RealActor moest een standaard worden, en dat is niet gelukt.” Op de koop toe klapte de internetmarkt in elkaar. De investeringen in die technologie waren voor een flink stuk mee verantwoordelijk voor de slechte resultaten van vorig jaar.

De drie softwareontwikkelaars van Djungo werken vooral verder aan de pakketten Virtual Presenter _ dat het publiek toelaat om te interageren met eigen karakters _ en Perfect Scene. Unieke technologie, vindt Verbeeck, en één die slechts beperkte investeringen vergt, en vooral in games en animatieseries kan worden gebruikt.

“Op lange termijn gaat het om de exploitatie van intellectuele eigendomsrechten,” aldus Van Hövell. “Vroeger maakte een platenmaatschappij platen, een filmproducent films, een reclamebureau reclame. Nu groeien die allemaal naar elkaar toe. Dát is onze niche. Elk reclamebureau kan 10% royalty’s betalen aan Disney om karakters te mogen gebruiken, maar wij weten ook hoe het anders kan. We leveren het concept, en een aantal figuren voor de marketing en merchandising. En door onze voorgeschiedenis hebben we een aantal relaties opgebouwd waarvan we vanaf het begin inkomsten ontvangen.”

Luc HuysmansDaan Killemaes

Daan Killemaes

“Vroeger maakte een platenmaatschappij platen, een filmproducent films, een reclamebureau reclame. Nu groeien die allemaal naar elkaar toe.”

“Als Djungo ook volgend jaar geld verliest, dan rekenen we op Think-Media als geldschieter.”