Realistisch en relativerend
Waar jarenlang Europa het centrum van het internationale gebeuren was, verschuift het zwaartepunt naar de andere kant van Euraziatische continent. En daar speelt de Zuid-Chinese Zee, door Robert Kaplan in Het Aziatische kruitvat omschreven als “de meeste betwiste watermassa ter wereld”, een cruciale rol. Het gebied grenst aan Indonesië, Singapore, Maleisië, Vietnam, de Filipijnen, Taiwan en natuurlijk China. Het verbindt de Indische Oceaan en het westelijke deel van de Stille Oceaan. Als gevolg van die strategische ligging schrijft de Zuid-Chinese Zee zowat een derde van het wereldwijde maritieme verkeer op haar conto. De Straat van Malakka ziet drie keer zoveel olie passeren als het Suezkanaal. En net in dat gebied vinden belangrijke machtsverschuivingen plaats. China is zonder meer dé belangrijke factor. De belangen van het Rijk van het Midden zijn dan ook groot. Vier vijfde van de Chinese olie passeert langs de Straat van Malakka.
Al jaren timmert China druk aan de versterking van zijn positie, wat elders met onrust wordt gevolgd. Reken daarbij frequente incidenten en er lijken voldoende argumenten aanwezig voor een sombere toekomstvisie. Kaplan, als volgeling van de ‘realistische school’, relativeert dat. De rol die China voor zich weggelegd ziet, kan de vergelijking met het imperialistische Japan van de 19de en 20ste eeuw niet doorstaan. De Chinezen spelen het hard, maar wellicht is hun einddoel vooral het bereiken van een modus vivendi. In eerste instantie met de Verenigde Staten.
Kenmerkend voor Kaplans realistische benadering is de voorliefde voor realpolitik. Kwesties van macht en diplomatie benadert hij op een niet-moralistische manier. Het Chinese regime omschrijft hij als een ‘lightversie van autoritarisme’. Tegelijk waarschuwt hij voor het demoniseren van de Communistische Partij.
De Chinese belangen zijn natuurlijk groot. En op een moment dat de rol van de VS als behoeder van het vrije verkeer over zee afneemt, vult China de vrijgekomen ruimte in. De uitbouw van een marine is daarbij het cruciale instrument. De Amerikaanse Navy beschikt over 300 schepen, tijdens de Reagan-jaren waren er dat nog 600. Tegen 2020 zal de Chinese marine even groot zijn als de Amerikaanse. Met historische vergelijkingen moet men omzichtig omspringen. Zoals gezegd, zijn parallellen met Japan uit den boze. Kaplan plaatst het Chinese optreden op eenzelfde lijn als dat van de VS in het Caribische gebied destijds. China als volgeling van een eigen Monroe-doctrine.
Het Aziatische kruitvat is echter meer dan een boek over China. Het beschrijft een heel gebied, waarbij kennis van geschiedenis, cultuur en geopolitiek de bekende Kaplan-mix oplevert. Europa is een landschap, maar Oost-Azië is een zeegezicht, stelt hij. Door de manier waarop de landen zich ten opzichte van de Zuid-Chinese zee bevinden, is de kans op een echt treffen kleiner dan tijdens de 20ste eeuw. Daarbij beroept hij zich op wat John J. Mearsheimer omschrijft als de ‘remmende kracht van water’. Want water, zo meent hij, vormt een beletsel tot invasie. Niettemin zijn er in de vorige eeuw bloedige conflicten geweest in het gebied, geeft Kaplan ruiterlijk toe.
Robert Kaplan, Het Aziatische kruitvat, Antwerpen, Spectrum, 2014, 252 blz., 24,99 euro
MICHAËL VANDAMME
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier