Quaden tikt Verhofstadt op de vingers
Paars heeft de werkgelegenheidsgraad doen zakken en de belastingdruk op arbeid maakt een toename van de tewerkstellingsgraad en de potentiële groei problematisch. Dat kwam de gouverneur van de Nationale Bank in Gembloers vertellen.
Op het regeringsoverleg in Gembloers nam Guy Quaden, de gouverneur van de Nationale Bank van België ( NBB) en lid van de beleidsbepalende raad van de Europese Centrale Bank ( ECB), de inleiding voor zijn rekening. Vergeleken met de gangbare normen van centrale bankiers legde Quaden vrij expliciet de vinger op een aantal tere punten van de sociaal-economische toestand van België. De grafieken die we verderop in dit artikel laten zien, komen integraal uit de nota van de gouverneur.
Premier Guy Verhofstadt en de andere ministers moeten bij momenten wat zenuwachtig hebben zitten schuifelen. De pijnlijkste opmerking van Quaden ging over de werkgelegenheidsgraad in België (zie grafiek 1: Belgen werken minder, Europeanen meer). Tussen 1995 en 2000 slaagde België erin om zijn achterstand tegenover het gemiddelde van de Europese Unie ( EU) gevoelig te verminderen. Onder het bewind van Verhofstadt daalde de werkgelegenheidsgraad in België, terwijl het EU-gemiddelde bleef stijgen.
Een aanverwant probleem is dat van de potentiële groei van de Belgische economie. Aan dit thema besteedde Quaden veel aandacht in zijn Gembloers-nota. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling ( Oeso) en de Europese Commissie ramen die potentiële groei – dat is de groei die op middellange termijn kan worden gehaald zonder opwaartse druk op de prijzen – op 2 %. Die potentiële groei, aldus Quaden, “kan tijdens de recente periode van laagconjunctuur zijn teruggelopen, met name wegens de geringe kapitaalvorming. Een dergelijke structurele groei is duidelijk onvoldoende”.
In zijn verdere analyse van de potentiële groei liet Quaden zich ook kritisch uit over:
Overheidsinvesteringen. Uit grafiek 2 ( Belgische overheid investeert te weinig) blijkt dat de overheden in België tussen 1990 en 2001 zelfs niet voldoende investeerden om de bestaande kapitaalvoorraad in stand te houden. Ook de R&D-uitgaven blijven ver onder het EU-gemiddelde.
Fiscale druk. De belastingdruk op arbeid blijft ver boven het Europese gemiddelde en maakt een duurzame toename van de tewerkstellingsgraad en de potentiële groei problematisch (zie grafiek 3: Belasting op arbeid is te hoog).
Administratieve vereenvoudiging. Binnen de EU behoren de Belgische KMO’s tot de groep die zich het meest gehinderd voelt door de administratieve rompslomp opgelegd door de overheid (zie grafiek 4: KMO’s ergeren zich aan bureaucratie).
Gebrek aan concurrentie in netwerkindustrieën. De tarieven voor lokale telefoongesprekken en voor elektriciteit behoren tot de hoogste van de EU.
Overheidsuitgaven verminderen
Iets minder sterke passages uit de nota van Guy Quaden gaan over de wisselkoersen en de concurrentiepositie van het land. Quaden zegt dat het met onze concurrentiepositie redelijk goed zit. Gezien de ondermaatse groeiprestaties en vooral de negatieve evolutie van de tewerkstelling, moeten we ons vragen stellen bij de relevantie van het gebruikte cijfermateriaal. De gouverneur onderneemt ook een weinig overtuigende poging om de paniek rond de stijgende euro te nuanceren. Hij wijst erop dat de euro veel minder sterk steeg tegenover de landen die voor onze buitenlandse handel belangrijk zijn. Maar hij maakt geen melding van veel onrechtstreekse negatieve effecten van de eurostijging.
Over de budgettaire situatie van het land bracht Quaden dan weer een duidelijke boodschap mee naar Gembloers. “Naarmate het economische herstel aan kracht wint,” zo luidde het, “moet de budgettaire consolidatie versterkt worden voortgezet.” Voor de gouverneur kan het dus niet meer dat de regering-Verhofstadt, zoals ze sinds 2000 heeft gedaan, een iets betere conjunctuur gebruikt om de kraan van de overheidsuitgaven stevig open te draaien.
De conclusies van het overleg in Gembloers spelen gedeeltelijk in op de bezorgdheden die Quaden ventileerde. Afwachten of er deze keer wel iets in huis komt van concrete uitvoeringen en van verdere noodzakelijke stappen.
Johan Van Overtveldt
Onder het bewind van Verhofstadt daalde de werkgelegenheidsgraad in België, terwijl het EU-gemiddelde bleef stijgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier