Presidentiële poeha

CYRIL RAMAPHOSA Zuid-Afrika verkeert in gevaar, maar zijn president lijkt machteloos. © REUTERS

Sinds Cyril Ramaphosa in 2018 Jacob Zuma opvolgde als president van Zuid-Afrika, heeft hij te veel beloofd en te weinig waargemaakt. Dat kan het komende jaar zo blijven. Voorstanders stellen dat Ramaphosa weinig speelruimte heeft. Zijn partij, het Afrikaans Nationaal Congres (ANC), is verdeeld. Aan de ene kant staan de president en zijn bondgenoten, aan de andere kant de Zuma-getrouwen, van wie velen zijn beschuldigd van corruptie. Ze willen niet dat de president schoon schip maakt en ondermijnen hem. Maar zelfs zonder tegenstand is de kans klein dat hij de radicale hervormer wordt die het land nodig heeft. Op drie beslissende gebieden heeft hij weinig vooruitgang geboekt. Het eerste is de economie. Ramaphosa heeft zijn belofte om het staatselektriciteitsbedrijf Eskom op te splitsen, niet gehouden. En het ontbreekt zelfs aan eenvoudige bedrijfsvriendelijke maatregelen, zoals het versoepelen van de visumplicht. Ramaphosa heeft ook niets gedaan aan het gezwollen staatsapparaat. Onder Zuma steeg de staatsschuld van 26 naar 56 procent van het bbp. Onder zijn opvolger is ze blijven stijgen. De belastinginkomsten staan onder druk door de zwakke economie en emigratie. En Zuid-Afrika zou weleens een bail-out van het IMF nodig kunnen hebben. Het derde zorgenkind is de sociale stabiliteit. Het aantal moorden en gevallen van xenofoob geweld stijgen weer. Sommigen geven de blanken de schuld van alle problemen van het land.

Intussen brokkelt de laatste goodwill voor Ramaphosa af. In 2020 is Zuid-Afrika de voorzitter van de Afrikaanse Unie en tijdelijk lid van de Veiligheidsraad. Het zou het voortouw moeten nemen in de economische integratie van het continent. In de plaats daarvan is het een slachtoffer van het wanbeheer van een partij die ooit groots was.

De auteur is Afrika-correspondent van The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content