President en spelen

Verkiezingen en de wereldbeker voetbal: 2014 wordt een druk jaar voor Brazilië. Verkiezingen zijn een routine geworden sinds de junta in 1989 een stap opzij heeft gezet. Maar Zuid-Amerika organiseerde geen wereldbeker meer sinds 1978 en Brazilië niet meer sinds 1950.

Tot voor kort zag het ernaar uit dat de presidentiële kiesstrijd in 2014 een saaie bedoening zou worden, met als enige onzekerheid de marge waarmee president Dilma Rousseff haar tweede ambtstermijn zou binnenhalen. Maar in juni groeiden in een paar steden kleine betogingen tegen een verhoging van de bustarieven uit tot een van Braziliës grootste massamanifestaties sinds 1992, toen de caras pintadas (beschilderde gezichten) de straat optrokken om de afzetting te eisen van de van corruptie verdachte president Fernando Collor. De woede over hoge prijzen, povere openbare dienstverlening en de ingebakken politieke corruptie eiste ook haar tol voor Rousseff, die in de opiniepeilingen fors achteruitging. Sindsdien heeft ze zich wel enigszins hervat, maar het is onwaarschijnlijk dat ze de 50 procent van de stemmen in de wacht sleept die ze nodig heeft om een tweede ronde te vermijden.

Het belet haar niet een tweede termijn te kunnen beginnen, tenzij er onder haar uitdagers een koploper opstaat. Aécio Neves, de waarschijnlijke kandidaat van de grootste oppositiegroep PDSB (Partij van de Braziliaanse Sociaaldemocratie), lijkt niet de spirit te hebben om een sterk staatshoofd in functie te belagen. De betogingen gaven Marina Silva, een voormalige minister van Milieu die in 2010 met 20 miljoen stemmen derde eindigde, een ruggensteuntje. Zij wordt beschouwd als een van de zeldzame principiepsvaste figuren in de corrupte politieke klasse van Brazilië. Maar de nieuwe partij die zij oprichtte, het Netwerk van Duurzaamheid, slaagde er niet in op tijd de bureaucratische hindernissen te overwinnen om een kandidaat te nomineren. In plaats van op te komen voor een of andere kleine gelegenheidspartij, besloot ze over te stappen naar de Braziliaanse Socialistische Partij, die Rousseffs regerende coalitie heeft verlaten om een eigen kandidaat in stelling te brengen, met name Eduardo Campos, de gouverneur van de noordoostelijke staat Pernambucco.

De wereld kijkt toe

Een goede prestatie van het nationale elftal tijdens de Wereldbeker voetbal in juni en juli, drie maanden voor de verkiezingen, kan wat pep geven aan de campagne van Rousseff, hoewel het onduidelijk is in hoeverre voetbalsucces zich vertaalt in stemmen. Luiz Felipe Scolari, die in 2012 trainer werd, heeft een groep met een aantal briljante jonge spelers omgesmeed tot een gedisciplineerd elftal dat in 2013 favoriet Spanje versloeg in de finale van de Confederations Cup, de generale repetitie voor het toernooi van 2014.

Door slecht management en kostenoverschrijding is de regering er niet in geslaagd de transportinfrastructuur in de gaststeden voor te bereiden op de toevloed van buitenlandse fans. Scholen en overheidsinstellingen worden gesloten, zodat de toeschouwers naar de wedstrijden kunnen geraken. De stadions zijn tenminste klaar, iets wat in de loop van 2013 nog twijfelachtig was. Toen waren vier van de zes stadions die gebruikt werden in de Confederations Cup bij de aftrap nauwelijks afgewerkt. Het wordt nog wel een race tegen de klok in São Paulo, waar in december een ingestorte kraan een deel van het stadion in aanbouw weer vernielde.

Nationale trots en de passie voor voetbal maken massaprotest tijdens de Wereldbeker onwaarschijnlijk. De voetbalmatchen en verkiezingscampagnes van 2014 worden hard bevochten, maar de Braziliaanse nationale ploeg en de president vatten het jaar toch aan als de te kloppen spelers.

De auteur is correspondent van The Economist in Brazilië

HELEN JOYCE

Nationale trots en de passie voor voetbal maken massaprotest tijdens de wereldbeker onwaarschijnlijk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content