Overtuiging als bouwsteen voor een fonds

Ondanks een rampzalig 2008 houdt het OBAM-fonds het hoofd koel en blijft het zijn strategie baseren op een langetermijnvisie op de markten.

Net als veel beleggingsfondsen leed het Fortis L Fund Obam Equity World in 2008 onder de crisis. Het daalde met 65,4 %.

“Het derde kwartaal van 2008 was bijzonder moeilijk. Wij waren onderwogen in financiële aandelen, dus in dat opzicht zaten we strategisch goed, maar onze sterke blootstelling aan de opkomende markten en de energiesector heeft voor een forse afstraffing gezorgd”, verklaart Peter Ranty, senior portfolio manager van het OBAM-fonds. Het fonds is sinds het begin van het jaar al terug met 50,3 % gestegen, wat heel wat meer is dan de referentie-index (MSCI World), maar dat mag niet verhinderen dat de fondsbeheerders een aantal dingen in vraag stellen om lessen te kunnen trekken uit de crisis.

“Wij bleven bij onze beleggingsfilosofie, namelijk het kapitaal dat we in beheer hebben, plaatsen in functie van onze langetermijnvisie. Maar we willen voortaan toch een manoeuvreermarge op kortere termijn, zodat we ons tijdig aan de marktomstandigheden kunnen aanpassen. Een voorbeeld is onze sterke overtuiging in verband met de opkomende markten, die goed vertegenwoordigd zijn in onze portefeuille. Voor de lange termijn blijven wij ervan overtuigd dat dit de markten van de toekomst zijn. Tijdens de crisis hebben we echter onze blootstelling heel wat vroeger moeten afbouwen om het risico te beperken en onze middelen te beschermen. We kunnen niet terug, maar we zullen voortaan wel sneller rekening houden met de marktevolutie om op korte termijn strategische aanpassingen te kunnen doorvoeren”, zo stelt Peter Ranty, die wel onderstreept dat er aan de langetermijnbenadering van de markten niet geraakt wordt.

Afgebakende sectortoewijzing

Voor het samenstellen van zijn portefeuille baseert het team van OBAM zich op zijn macro-economische overtuiging, waaruit een sectorallocatie voortvloeit. Het spreekt voor zich dat de aandelenkeuze binnen elke sector geen toeval is, maar dat de beheerders ervoor een beroep doen op verschillende expertises waarover ze binnen de bank BNP Paribas Fortis Investments kunnen beschikken.

Op dit moment geven de fondsbeheerders de voorkeur aan energie en grondstoffen. Het fonds overweegt ook in mindere mate gezondheidszorg en industriële aandelen. Ook het gewicht van de financiële sector is na jaren van onderweging weer wat toegenomen.

“In 2006 al onderwogen wij de financiële sector omdat de kwaliteit van de winsten er volgens ons op achteruit ging. Dat was misschien wat vroeg, maar ze heeft er wel voor gezorgd dat grote tegenvallers ons tijdens de financiële crisis bespaard bleven. In maart van dit jaar dan, toen het wantrouwen tegenover bankaandelen nog groot was, keerden wij terug naar de sector en kochten de aandelen waarvan de fundamentals goed leken en die goedkoop waren. We kochten ING, BNP Paribas en Wells Fargo. Die tegendraadse keuze bleek de juiste te zijn, want de koers van die aandelen is in de volgende maanden sterk gestegen”, aldus Peter Ranty.

De beheerders van het OBAM-fonds hebben wel minder geluk gehad met hun beleggingen in de energiesector, die in het derde kwartaal van 2008 sterk gedaald zijn nadat de olieprijs in die periode in nauwelijks enkele weken tijd van 147 USD daalde tot minder dan 40 USD. “Wij zijn er nog altijd van overtuigd dat de energiesector bij de grote winnaars van morgen hoort. Ondanks de teleurstelling van 2008 blijven wij erin belegd, want wij hebben een langetermijnbenadering van de markten”, zo legt de fondsbeheerder uit. “Binnen de oliesector zoeken wij die bedrijven die het best geplaatst zijn om te profiteren van het schaarser worden van deze grondstof. Wij mijden dan ook oliemajors als BP en kijken eerder naar groepen zoals Petrobras, een grotere speler wat betreft de ontginning in de diepzee in de Braziliaanse wateren. Oliedienstenleveranciers zoals Ezra kunnen we ook waarderen.” Binnen de grondstoffensector valt het mijnaandeel Vale do Rio Doce eveneens in de gunst bij het team van OBAM.

Een zwak voor Azië

Naast de sectorallocatie, die het belangrijkst is, waakt het team er ook over dat er een geografisch evenwicht is, zodat de portefeuille niet te sterk is blootgesteld aan bepaalde risico’s. Dat neemt niet weg dat de voorkeuren van de beheerders in de geografische spreiding weerspiegeld worden. Zij hebben een uitgesproken voorkeur voor de opkomende landen, in het bijzonder voor Azië, met uitzondering van Japan. “Wij zijn ervan overtuigd dat het groeipotentieel van de Aziatische economieën heel wat groter is dan dat van de Europese en de Amerikaanse. We beheren echter geen fonds in opkomende landen, maar een globaal fonds. Bovendien zijn er ook in Europa en de VS aandelen van goede kwaliteit”, zo besluit Peter Ranty.

Door Karine Huet

Voor het samenstellen van zijn portefeuille baseert het team van OBAM zich op zijn macro-economische overtuiging. Peter Ranty

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content