Overname ABK maakt vooral bestuurders-vennoten rijk
Bank van Breda wint de overnamestrijd voor Antwerps Beroepskrediet (ABK), ten nadele van BKCP. Vooral de negen bestuurders-vennoten van ABK worden er beter van.
Een klein halfjaar heeft het gevecht om Antwerps Beroepskrediet (ABK), een regionale kas van het Beroepskrediet met acht kantoren en zeven agenten in de provincie Antwerpen, geduurd. Vrijdag raakte bekend dat Bank van Breda, een dochter van de holding Ackermans & van Haaren, de buit binnenhaalt. BKCP (met achter zich de Franse groep Crédit Mutuel Nord Europe) moest de handdoek in de ring gooien.
Alles begon in december, toen CMNE Belgium, de holding boven BKCP, een overnamebod op ABK lanceerde. Daar zat een logica achter. BKCP is ontstaan uit de fusie van de Federale Kas van het Beroepskrediet met zes van zijn regionale banken (Crédit Professionnel Interfédéral, Bank van Brabant, MiddenstandsDeposito- en Kredietkantoor, Oostvlaams Beroepskrediet, Banque de Crédit Professionnel en Westvlaamse Bank). Slechts twee regionale kassen hielden vast aan hun autonomie en bleven buiten de integratie: Antwerps Beroepskrediet (ABK) en Onderling Beroepskrediet (OBK) uit Gent. Het stond dus in de sterren geschreven dat BKCP ooit een poging zou wagen bij een van de twee.
Bezorgdheid om personeel
“Eigenlijk was ABK zelf op zoek gegaan naar een koper”, vertelt een insider, “maar het kwam niet tot een vergelijk met BKCP.” Daarop pakte CMNE/BKCP met een vijandig bod uit. CMNE bood 410 euro per aandeel, wat ABK waardeerde op 96 miljoen euro. Dat vonden directie en bestuur van ABK te laag. De boekwaarde van ABK bedraagt 975 euro per aandeel.
“Wij hadden ook vragen over wat er met het personeel zou gebeuren”, vertelt een bestuurder van ABK, “maar daar wilde CMNE niet op ingaan.” Uit documenten blijkt dat CMNE de activiteiten van ABK wilde integreren in BKCP. De twee vennootschappen zouden fuseren en het informaticaplatform van ABK zou migreren naar dat van BKCP. Dat voorspelde weinig goeds voor de 56 personeelsleden van ABK (50 voltijdse equivalenten). “50 tot 60 procent van hen dreigde zijn job te verliezen”, zegt de ABK-bestuurder. “De rest stond voor een mutatie naar Brussel en daar zijn de plaatsen duur in een organisatie die al volledig geïntegreerd is.”
In de kredietsector heeft BKCP geen geweldige reputatie. Er wordt gefluisterd dat de opeenvolgende overnames van regionale afdelingen van het Beroepskrediet vooral gebeurden om de hand te leggen op het eigen vermogen van deze instellingen. De integratie van BKCP leidde tot een klein sociaal bloedbad, stipt een vakbondsman aan.
Tegenbod op gejuich onthaald
Het tegenbod van Bank van Breda, een dochter van Ackermans & van Haaren, werd bij ABK dan ook op gejuich onthaald. Bank van Breda, die gespecialiseerd is in financiële dienstverlening aan ondernemers en vrije beroepen, bood 490 euro per aandeel en beloofde ABK als afzonderlijk dochterbedrijf te behouden – inclusief de hoofdkantoorfuncties in Antwerpen.
Bank van Breda ziet naar eigen zeggen ook expansiemogelijkheden voor ABK. Er zouden nieuwe agenten aangetrokken worden om ook in kleinere steden een rol te spelen, en de mogelijkheid wordt geopperd om spaarproducten via internet aan het brede publiek aan te bieden.
Hoe realistisch die plannen zijn, valt nog af te wachten. Een insider omschrijft ABK als een zeer rijke bank (een eigen vermogen van 229 miljoen euro op een balanstotaal van 542 miljoen euro), maar met weinig banktechnische kennis. De grote vraag is welk langetermijnplan Bank van Breda voor ABK in gedachten heeft. Fuseren met een voormalige Beroepskrediet-dochter is voor een andere bank immers niet toegelaten (tenzij de reserves worden afgestoten), en ook de dividenduitkering is wettelijk beperkt. Bank van Breda kan dus eigenlijk niet aan de reserves van ABK, ze kan ze enkel gebruiken om een project op te bouwen.
Negen bestuurders beslissen
Uiteindelijk verhoogde CMNE/BKCP zijn bod nog tot 540 euro per aandeel, maar dat was boter aan de galg. De negen bestuurders-vennoten van ABK hadden intussen al hun keuze in het voordeel van Bank van Breda gemaakt. En daar worden zij zeker niet slechter van. Van het overnamebedrag van 115 miljoen euro verdwijnt liefst 44 miljoen in de zakken van de negen bestuurders-vennoten.
De negen bestuurders bezitten immers elk 10.000 A-aandelen van ABK. Tegen een nominale waarde van 2,5 euro kostte dat pakket hen 25.000 euro. Maar elk A-aandeel is wel goed voor tien stemrechten. Met hun 90.000 aandelen op een totaal van 245.000 controleerden de negen bestuurders dus de facto de vennootschap en konden zij vrij beslissen met welke partij ze in zee gingen. Door te verkopen aan Bank van Breda incasseren ze, belastingvrij, elk 4,9 miljoen euro en ontnemen ze de 150.000 kleine aandeelhouders (veelal ondernemers die bij een krediet of borg verplicht waren een B- of C-aandeel te kopen) de mogelijkheid om op het hogere bod van CMNE in te gaan. Bovendien is voor de uitvoerende bestuurders een riante ontslagvergoeding statutair vastgelegd.
Tot de negen bestuurders-aandeelhouders van ABK behoren onder meer drie directieleden van ABK: Antoon Tusschans, Geert Craessaerts en Patrick Wuyts. Andere bekende namen zijn Jan Van den Nieuwenhuijzen (topman van SD Worx) en Carl Reyns (professor-emeritus Universiteit Antwerpen en oud-rector Ufsia).
En nu OBK?
De aandelen van de negen bestuurders zorgen ervoor dat Bank van Breda 87 procent van de stemrechten controleert. Toen de bank ook nog eens bekendmaakte dat ze niet van plan was deze aandelen door te verkopen aan CMNE, en dus afzag van een snelle meerwaarde, restte CMNE/BKCP niets anders dan zijn hoger bod in te trekken.
Met ABK stapt voor het eerst sinds de intrede van CMNE in Beroepskrediet en de vorming van BKCP een regionale bank uit het netwerk. Een neveneffect daarvan is dat ABK een belasting op zijn beschikbare belaste reserves van eind 1992 aan de fiscus moet betalen. Bank van Breda schat dat bedrag in haar prospectus op 38,1 miljoen euro.
Voor BKCP betekent de gemiste acquisitie dat de bank op eigen kracht haar aanwezigheid in Antwerpen moet uitbouwen. BKCP slaagde er de voorbije jaren niet in een stevige rendabiliteit voor te leggen en wil groeien in investeringskredieten. De vraag is wie van beide partijen, BKCP of Bank van Breda, nu het eerst haar oog zal laten vallen op OBK uit Gent. Maar als ze in Gent evenzeer op hun autonomie en bedrijfscultuur staan als in Antwerpen, en als het bestuur een zelfde controleparticipatie bezit als de top van ABK, moet BKCP zich zorgen beginnen te maken.
PATRICK CLAERHOUT
De grote vraag is welk langetermijnplan Bank van Breda voor ABK in gedachten heeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier