Oude dames helpen elkaar
Als politicus word je – terecht – heel vaak aangesproken door mensen over hun persoonlijke situatie. Vorige week kreeg ik tussen mijn bestelling bij de bakker door het verhaal te horen van een oudere mevrouw die graag thuis zou blijven wonen. Helaas maken haar fysieke mogelijkheden dat al lang niet meer mogelijk. Thuiszorg is te duur geworden. Een home is de enige oplossing, maar daar zijn de wachtlijsten te lang. Of ‘de politiek’ daar toch niets kan aan doen?
Zij heeft natuurlijk een punt. Discussies over hoe moeilijk het is om nog thuis te blijven wonen, of hoe duur het is om te voorzien in onderhoud door een home, of over de lengte van de wachtlijsten, zijn natuurlijk een zaak van ‘de politiek’. Regionaal, nationaal en Europees. Europa is een dame op leeftijd moeten worden – 50 jaar – vooraleer in het Europese beleid aandacht werd besteed aan de toenemende groep van oudere dames en heren. En oudere dames onder elkaar, worden verondersteld elkaar te helpen.
Vergrijzing houdt immers niet op aan de grenzen van ons land. Het is een trend die zich over de hele Europese Unie doorzet. Tussen 2010 en 2030 zal het aantal mensen in Europa tussen 65 en 80 jaar met 40 % toenemen. Voor België werd berekend dat de vergrijzing tegen 2050 al 19,5 miljard euro extra zal kosten. Het is dan ook niet meer dan logisch dat er steeds meer aandacht gaat naar deze doelgroep. Ook vanuit Europa. De Europese Unie is een kennismaatschappij waarin oudere mensen steeds vaker worden uitgesloten. Waarom die kennis niet aanwenden ten behoeve van die ouderen, bijvoorbeeld om hen de kans te bieden langer in hun eigen huis te blijven wonen?
Op dergelijke momenten lijkt Europa pas echt ver-van-ons-bed. En toch, net nu heeft de Europese Unie 150 miljoen euro vrijgemaakt om de ontwikkeling van technologische hulpmiddelen – ik noem het seniorensnufjes – te stimuleren die het oudere mensen eenvoudiger moeten maken om langer in hun vertrouwde omgeving te blijven. Precies daar toont het politieke beleidsniveau ‘Europa’ dat het echt een rol kan spelen in het dagelijkse leven van heel wat mensen.
De 150 miljoen euro zal in een AAL-programma ( ambient assisting living) terechtkomen, waarin de 23 aangesloten landen samen nog eens hetzelfde bedrag stoppen. Voor de industrie zal dan een officiële oproep gelanceerd worden in de komende maanden om, in samenwerking met de andere actoren van de gezondheidssector – zoals de ziekenfondsen – projecten in te dienen die in aanmerking kunnen komen voor financiële ondersteuning vanuit Europa.
Wat zijn de doelstellingen?
> het bewaken van de veiligheid en de integriteit van de senioren (zoals bijvoorbeeld detectiesystemen, rook-, brand- of personenalarmering );
> het uitvoeren van repetitieve ‘medische’ handelingen (suikermetingen, bloedmetingen), die door de mensen dikwijls zelf worden uitgevoerd en waarbij de resultaten onmiddellijk door de zorgverstrekker geanalyseerd kunnen worden;
> het vermijden van sociaal isolement (videofoon), waarbij senioren familie en/of vrienden online kunnen oproepen én zien;
> het proactief werken op de gezondheid (bijvoorbeeld zorg-tv), waarbij senioren hun dossier kunnen volgen of algemene gezondheidsinformatie kunnen opvragen.
Nu al worden elementen aangeboden aan senioren om langer in hun vertrouwde omgeving te laten. Eurocross, een organisatie van de verzekeringsinstellingen, gebruikt de telefoonverbinding om 15.000 mensen te helpen wanneer zij zich in een noodsituatie bevinden, en dit via een gepersonaliseerd en performant alarmeringssysteem. Dichter bij huis hebben de Socialistische Mutualiteiten hun dienstenaanbod al uitgebreid en hebben ze verschillende proefprojecten lopen. Zij leggen niet enkel de vinger op de wonde, maar proberen oplossingen te vinden voor toekomstige problemen.
Als Europees parlementslid en solidarist ben ik verheugd dat Europa dit sociale initiatief neemt. Het is de combinatie van industriële vernieuwing, een verbeterd dienstenaanbod en een sociale insteek. Het is nu aan bedrijven om nieuwe technologie te ontwikkelen. De enige voorwaarde is dat de producten betaalbaar zijn en eenvoudig aan te leren zijn. Ik hoop dat er bereidheid is om al deze elementen te combineren.
Epiloog: ik heb mevrouw in de bakkerij uitgelegd dat het Europees Parlement ook erg begaan is met deze problematiek. Ondanks de soms minieme mediabelangstelling. Ik heb in geen enkele krant kunnen lezen over de 150 miljoen euro die de Europese Unie vrijmaakt voor de ontwikkeling van technologische hulpmiddelen voor mevrouw. Meer dan waarschijnlijk omdat het cijfer niet gelekt is uit een of ander partijbureau. (T)
Mia De Vits
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier