Oud maar sexy

Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

De oude en conservatieve bouwsector voelt zich gevleid. Durfkapitalisten en internetbedrijven beloven de hemel aan bouwbedrijven die zich op het internet wagen. Brenda presenteert zich als matchmaker van aannemers, architecten en leveranciers. Tot vandaag, 28 september, nog te zien op de CadCamXpo in Kortrijk.

B rick and mortar, baksteen en mortel, is in het e-businessjargon zowat synoniem voor voorbijgestreefd. Brick-and-mortarbedrijven zweren bij hun traditionele fysieke verkooppunten, negeren de enorme mogelijkheden van het internet en zijn dus – in de gedachtegang van de internetprofeten – gedoemd te verdwijnen. Een beetje zoals de bouwbedrijven dus?

Niet helemaal. Bouwondernemingen worden vaak aangezocht om zich op het internet te begeven. Volgens The Digit Group, een Amerikaans consultancybedrijf voor de bouwsector, hebben risicokapitalisten al zo’n 2,5 miljard dollar geïnvesteerd in meer dan 200 bouwstart-ups. Die populariteit hoeft niet te verwonderen: een kruimeltje meepikken van de 3200 miljard dollar die de sector op wereldvlak jaarlijks genereert, lijkt al voldoende.

Ook in ons land

ziet men brood in een huwelijk tussen het internet en de bouwwereld. Het Gentse Bricsnet ziet het grootschalig en mikt vooral op de Amerikaanse markt. Iets bescheidener is het opzet van Brenda. “We beperken ons zeer bewust tot de Belgische markt omdat er in elk land op een andere manier wordt gebouwd,” zegt Jos Vandamme, een van de initiatiefnemers. “Op de CadCamXpo in Kortrijk stellen we de module Netimpact Designers voor. Daarmee kunnen fabrikanten en verdelers van bouwmaterialen hun verkoopinspanningen makkelijker richten op de architecten en ingenieurs.”

Volgens Brenda levert zo’n internetstrategie voor beide partijen belangrijke voordelen op. De leverancier kan besparen op de aanmaak en verspreiding van brochures, technische catalogi en cd-roms. En hij kan zijn informatie onmiddellijk updaten. Daarin ligt ook het voordeel voor de ontwerpers: ze beschikken over de meest recente informatie.

Tot zover de theorie. In de praktijk blijkt de bouwsector – ondanks het succes bij de dotcomjongens – nog altijd sceptisch tegenover het hele internetgedoe te staan. De bouw is een sector waar technologische vernieuwing doorgaans moeilijk ingang vindt. Dat geldt ook voor informatietechnologie. Veel bouwbedrijven, vooral de kleinere, zitten op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) nog in het faxtijdperk.

Ook de relatiecultuur in de sector lijkt een hindernis. In de bouw zijn ervaring, bewezen samenwerking en vertrouwen heel belangrijk. Virtuele relaties lijken niet zo goed te passen in dat plaatje.

Koen Lizen, project manager van de Architecten Helpdesk des Architectes ( AhA) bij Brenda, is zich bewust van deze gereserveerdheid. “Wat we zeker niet zijn, is een dotcombedrijf,” zegt hij. “Dotcombedrijven ontstaan uit het niets. Wij zijn ontstaan uit een aantal community’s die specifieke informatie voor hun doelgroep verspreiden. Bij ons is het internet enkel een hulpmiddel.”

De ‘community’s’ waar Koen Lizen het over heeft, zijn het NAV (de belangrijkste beroepsvereniging voor architecten in Vlaanderen), de NACEBO (de nationale vereniging van ondernemers en onderaannemers) en C3A (een vereniging van ontwerpers).

AhA vervult een brugfunctie tussen de leveranciers van bouwmaterialen en de verschillende community’s. De bedoeling is dat de leveranciers specifieke informatie aanbieden per community. “Een ontwerper wil bruikbare technische tekeningen en informatie. Een particulier wil weten hoe een product er uitziet,” zegt Koen Lizen. AhA maakt de format voor het weergeven van de gegevens, de leverancier zorgt zelf voor het updaten van de productinformatie. “We maken de basisdatabank aan met adresgegevens en koppelingen naar productcategorieën. Maar het is een onbegonnen zaak om voor ongeveer 8000 fabrikanten de specifieke productgegevens centraal te beheren,” aldus Koen Lizen. Brenda zorgt als internetprovider voor de koppeling van de websites van de community’s.

De inkomsten komen in een eerste fase van de fabrikanten en verdelers die hun productinformatie willen verspreiden. Per doelgroep (ontwerpers, aannemers, opdrachtgevers) betalen ze 60.000 frank per jaar.

Wat baat het voor de leveranciers aanwezig te zijn op het internet als de rest van de sector de weg naar het net niet vindt? Dat zal snel veranderen, maakt Brenda zich sterk. De ontwerpers moeten daarbij een voortrekkersrol spelen. Jos Vandamme: “Het internet kan de efficiëntie van de ontwerpers fors verhogen. We hadden het al over het makkelijk terugvinden van up-to-date informatie. Belangrijker is dat ontwerpers de gegevens en tekeningen eenvoudigweg via ‘dragging and dropping’ in hun ontwerp kunnen integreren.”

Vandamme surft naar de site van sanitairspecialist Van Marcke voor een demonstratie. Hij kiest uit het productgamma een bepaald type douchebak en sleept de tekening ervan in een badkamerontwerp. Telkens hij zijn ontwerp hertekent, past de douchebak zich automatisch aan. Dat is alleen mogelijk als de tekening van de douchebak volgens bepaalde afspraken en met dezelfde software als die van de ontwerper is gemaakt.

Men zou hier redelijkerwijs de zwakke plek van het hele idee achter kunnen zoeken. Maar Vandamme ziet hier juist de troef van Brenda in. “In onze C3A-userclub leren we ontwerpers al jaren om de standaardsoftware op dezelfde manier te gebruiken. Die standaardisatie is immers belangrijk voor de uitwisseling van informatie tussen architecten, ingenieurs en aannemers. In dit internetverhaal is het een antwoord op de vraag hoe de productgegevens moeten worden aangeboden. Ofwel maak je afspraken aan de zijde van de aanbieders, ofwel voed je de gebruikers op.”

De standaardsoftware die C3A bij haar leden promoot, is, naast de Microsoft-producten Excel en Word, de ontwerpsoftware van het Amerikaanse Autodesk. Vorig jaar startte Autodesk met een eigen internationale bouwportaalsite, www.buzzsaw.com. De vraag rijst of Brenda niet de internetambities van Autodesk doorkruist. Yves Blieck, directeur van Autodesk in de Benelux, vindt van niet. “De bouw is – zoals Jos Vandamme terecht opmerkt – een zeer lokaal gebeuren. Als internationaal bedrijf zijn we niet zo goed geplaatst om lokale bouwgebruiken te bestuderen. Dat laten we liever over aan partners als C3A, die dichter bij die markt staan. Projectbeheer via het internet is daarentegen iets dat overal op dezelfde manier kan worden georganiseerd. De technologie daarvoor ontwikkelen en beschikbaar stellen interesseert ons wel. Op die manier kunnen lokale initiatieven zoals dat van Brenda en onze internationale site elkaar aanvullen.”

Het samenbrengen, organiseren en afhandelen van aanbestedingen en offertes is ook een terrein waar een samenwerking tussen Buzzsaw en Brenda mogelijk is. Buzzsaw bouwt deze applicatie momenteel uit in de Verenigde Staten, voor Brenda is het een doelstelling op termijn. Koen Lizen: “Het ontwikkelen van de applicatie is één zaak. Minstens even belangrijk is de persoonlijke begeleiding van de gebruikers. Dat vraagt tijd. Maar met C3A in de groep hebben we wel het voordeel dat we die gebruikers – architecten, aannemers, ingenieurs – dagelijks over de vloer krijgen.”

laurenz verledens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content