“Opera is geen Hollywood”
Wie Cecilia Bartoli in al haar intimiteit wil bewonderen, moet zaterdag naar Bozar. Wie haar beheerste pathos in Bellini’s La Sonnambula wil horen, kunnen we doorverwijzen naar de platenboer. “Bellini is de Italiaanse Mozart.”
Cecilia Bartoli (42) keert terug naar de bron. Op zaterdag 13 december brengt ze in Bozar een intiem recital met het repertoire waar haar carrière ooit mee begon: Rossini, Donizetti en Bellini. En op haar jongste cd brengt ze de opera La Sonnambula van Bellini in de (grotendeels vergeten) originele versie. In verschillende opzichten mogen we dat nu al een historische opname noemen: ze werd volledig in de studio ingeblikt, op historische instrumenten ingespeeld, met een mezzosopraan in de hoofdrol van Amina. Stof genoeg voor een gesprek met de belangrijkste operadiva van de jongste jaren.
TRENDS. Waarom die atypische aanpak voor La Sonnambula?
CECILIA BARTOLI. “De alom bekende uitvoeringen van de opera van bijvoorbeeld Maria Callas en de andere operasterren uit de jaren veertig, vijftig en zestig, zijn niet authentiek. De stukken die zij in een hoge tessituur zingen, zijn er speciaal bijgeschreven om de spektakelwaarde van de opera te verhogen. De meeste mensen denken dat hun versies de norm zijn. Maar dat is fout. De allereerste vrouw die de rol van Amina zong, was een mezzosopraan, Giuditta Pasta. We gaan terug naar haar versie en naar de originele partituur van Bellini, zonder de toegevoegde hoge noten.”
Hoe kon je de geest en originele bedoelingen van Bellini achterhalen zonder opnames?
BARTOLI. “We werkten met facsimile’s en met de originele partituren. Aan het handschrift kan je zien hoe het werk gecomponeerd is: waar Bellini passages uitgomde, waar hij verbeterde, waar hij nadrukkelijk pianissimo of forte wilde. We herontdekten de partituur, zowel qua muziek als qua interpretatie. Die ‘reddingsactie’ kwam net op tijd. Zo zullen de volgende generaties het origineel niet vergeten.”
Zelfs de instrumenten zijn origineel.
BARTOLI. “Inderdaad. We spelen op authentieke muziekinstrumenten die we voor de gelegenheid zelfs 10 hertz lager hebben gestemd. Een ander unicum is dat de opera volledig in de studio is opgenomen. Dat vergt bijzonder veel discipline. Een liveopname in een concertzaal staat er in één keer op, wat er ook fout loopt. In een studiosessie is alles controleerbaar. De drang naar perfectie is veel groter. Al heb ik me er wel moeten leren bij neerleggen, de ultieme, perfecte Sonnambula zal wellicht nooit bestaan.”
U brengt op 13 december een Rossiniana-avond in Bozar. Krijgen we ook wat stukken uit de opera te horen?
BARTOLI. “Er zit een grote brok Bellini bij, ja. Voor mij is hij de Italiaanse Schubert. Zijn muziek is heel nobel en gevoelig, het raakt me erg diep. Hij was zonder twijfel een van de grootste belcantocomponisten. Toen ik een paar maanden geleden het bericht kreeg dat ik in Sicilië, Bellini’s bakermat, een eredoctoraat kreeg aan het Bellini-instituut van Catania, was ik bijzonder trots. Zijn volk huldigt mij, dat is een geweldige eer.”
U bent bijna elk jaar in Brussel voor een recital. Kent u ons land een beetje?
BARTOLI. “Ja hoor. Maria Malibran, de legendarische operazangeres over wie ik een tournee deed, had een geheime relatie met een Belg. Ik was al vaak in Bozar voor recitals met orkest, deze keer laat ik me alleen begeleiden door piano. In De Munt zong ik helaas nog maar een keer. Wat een formidabele zaal is dat. Ik wil er zo graag nog eens naartoe. Als je Peter De Caluwe, de directeur, nog eens ontmoet, mag je hem zeggen dat ik bijzonder graag eens een opera zou willen meezingen.”
Iets anders: Kinepolis experimenteert in zijn bioscoopzalen met ondertitelde opera-uitzendingen, opgenomen in de grootste operahuizen ter wereld. Bent u daar voorstander van?
BARTOLI. “Opera is geen Hollywood. Dat is een belangrijk verschil. Film moet het hebben van subtiliteiten, opera van theatraliteit en grote gebaren. Spreken is anders dan zingen, zeker als je het in beeld moet brengen. Als filmregisseur moet je het podium veel tonen en niet te veel inzoomen, anders lijkt alles overacting. Eerlijk gezegd: ik vind opera op tv vreselijk saai. Je mist de 3D-sensatie en de klank van het livegebeuren. Maar al bij al is het wel een goede poging om jongeren, die cinema gewoon zijn, warm te maken voor opera. Ik sta zeker open voor het experiment.”
Over experimenteren gesproken, speelt u nog trompet?
BARTOLI. “Mijn trompetcarrière is een echte urban legend aan het worden. Zal ik je eens de waarheid vertellen? Toen ik tien jaar was, begon ik trompetlessen te volgen. Ik was niet goed genoeg en al snel kapte ik ermee. Maar toen ik uitgenodigd was in het Duitse tv-programma ‘Wedden Dat’, werd ik in prime time uitgedaagd om weer trompet te spelen. Het meest schaamtelijke moment uit mijn carrière was dat. Maar wel lachen natuurlijk.”
Is er een verband tussen zingen en trompet spelen?
BARTOLI. “Al mijn techniek ben ik kwijt. Maar ik heb er wel geleerd mijn ademhaling te controleren. Blazers zijn daar erg op getraind en die kennis is mij al goed van pas gekomen op concerten. Als zangeres ben ik wel nog altijd ongelofelijk jaloers op de circulaire ademhaling van didgeridoospelers. Zij kunnen spelen zonder pauzes om naar lucht te happen. Hoe zalig moet dat zijn om zo opera te kunnen zingen.”
CECILIA BARTOLI CONCERTEERT OP ZATERDAG 13 DECEMBER IN BOZAR. INFO EN TICKETS OPwww.bozar.be.
LA SONNAMBULA VAN BELLINI, MET CECILIA BARTOLI, JUAN DIEGO FLóREZ, GEMMA BERTAGNOLLI, PETER KáLMáN, HET KOOR VAN DE OPERA VAN ZüRICH EN HET ORKEST LA SCINTILLA, UIT BIJ DECCA.
Door Thijs Demeulemeester
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier