Op zoek naar de ideale verdeelsleutel
Veronderstel dat België morgen uiteenvalt en dat de federale overheidsschulden volledig verdeeld moeten worden onder de erfgenamen Vlaanderen, Wallonië en Brussel. Wat betekent de verdeling van de nettoschuld van 325 miljard euro voor de schuldgraad van de deelstaten? Aan de hand van drie scenario’s berekenden we de gevolgen voor de drie gewesten voor de volgende tien jaar, en dat volgens de verdeelsleutel van fiscale draagkracht, wat de enige realistische verdeelsleutel is. In de tabel vindt u ook simulaties op basis van bevolkingsaantal als verdeelsleutel, wat de situatie in Vlaanderen licht verbetert, maar de toestand in Brussel en Wallonië nog wat erger maakt.
Scenario 1: Ieder voor zich
Gemiddelde nominale groei bruto nationaal
product 2010-2020: 4 procent
Ongelijke sanering in de deelstaten
Dit scenario vertrekt van een koude boedelscheiding. Het federale structurele tekort van ongeveer 5 procent op de begroting valt uit elkaar in een klein Vlaams begrotingstekort (-2,5 %) en een groot Waals (-13 %) en Brussels (-12 %) begrotingstekort. De tekorten zijn berekend op basis van het historische oorsprongsbeginsel van de federale schuld, waarbij Vlaanderen slechts voor een kleine 40 procent verantwoordelijk is voor deze schuld. De bijhorende hypothese is dat Vlaanderen dit begrotingstekort in drie jaar wegwerkt a rato van 1 procentpunt per jaar, terwijl de gewesten Brussel en Wallonië dezelfde begrotingsinspanning meer dan een decennium moeten volhouden om het begrotingstekort weg te werken. Het resultaat is een Vlaamse schuldgraad die tegen 2020 tot onder de 70 procent zakt, terwijl vooral de Waalse schuldgraad problematisch wordt.
Resultaat: Vlaanderen bouwt schuldgraad snel af, Brussel en Wallonië komen in de problemen
Scenario 2: Solidariteit
Nominale groei bnp: 4 procent
Symmetrische sanering in de deelstaten.
Dit scenario vertrekt van de veronderstelling dat een financiële compensatieregeling wordt uitgewerkt zodat het federale tekort volgens draagkracht verdeeld wordt tussen de deelstaten. Elk gewest komt dan met een tekort van 5 procent van zijn bnp aan de start en levert tegen 2015 een begroting in evenwicht af. Die simulatie leert dat de schuldgraad de volgende 10 jaar overal naar beheersbare niveaus daalt.
Resultaat: stabilisatie op alle fronten.
Scenario 3: Laksheid
Nominale groei bruto nationaal product: 3 procent
Geen sanering
Dit scenario vertrekt van de solidariteit in scenario 2, maar simuleert wat er gebeurt als geen enkele regio zin heeft in een moedig herstelbeleid. De groei vertraagt en het tekort van 5 procent overleeft de volgende jaren. De schuldgraad stijgt dan in alle regio’s naar een alarmpeil. Let wel: het behoud van een tekort van 5 procent houdt eigenlijk een beperkte sanering in omdat er gecompenseerd moet worden voor de stijgende rentelasten om het tekort stabiel te houden. Doen de regio’s dit niet, dan gaat de rentesneeuwbal onherroepelijk aan het rollen en dreigt een schuldfaling over de hele lijn. Een bijkomende renteschok zou alle regio’s in nog slechtere papieren brengen.
Resultaat: kritieke toestand in alle regio’s.
Conclusie
De scenario’s kunnen eindeloos aangepast en gecombineerd worden. Maar duidelijk is dat de staatsschuld alleen op een verteerbare manier verdeeld kan worden als ten eerste de verdeling plaatsvindt volgens de fiscale draagkracht, als ten tweede in alle regio’s meteen werk wordt gemaakt van een sanering van de begroting, en als ten derde de economie zich kranig houdt en als ten vierde de beleggers geen koudwatervrees krijgen van de schuld. Deze vier voorwaarden moeten trouwens ook vervuld worden voor de houdbaarheid van de Belgische schuld zonder splitsingsscenario.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier