Oorlog als beschavingsmotor
De veroveringen van Napoleon zogen Groot-Brittannië leeg en de Tweede Wereldoorlog ruïneerde de economie van de grande nation. De geschiedenis wemelt van zulke pyrrusoverwinningen. En dan denk je al snel dat de baten van de overwinnaar niet in verhouding staan tot de verliezen van zij die aan het kortste eind trekken. Fout, stelt Ian Morris, die in oorlog hét element ziet dat onze beschaving gevormd heeft. Met een provocatief cynisme poneert hij dat oorlog misschien geen pretje is voor de betrokken mensen, maar een goede zaak is — of toch was — voor staten. Zij werden er groter en stabieler door. Recht en orde golden, wat dan weer de handel ten goede kwam. En daar wordt iedereen beter van. Enkel oorlogen konden dergelijke ruimere samenlevingen bewerkstelligen. De resultaten zijn volgens Morris onbetwistbaar: ons leven is nu twintig keer veiliger dan dat van onze voorouders in het stenen tijdperk.
In Verwoesting en vooruitgang slaat Morris de brug met de oudheid. Tienduizend jaar geleden was het normaal een meningsverschil te regelen door de tegenpartij te vermoorden. Schattingen tonen aan dat 10 tot 20 procent van de mensen toen stierven door toedoen van een medemens. In het Romeinse Rijk in de eerste eeuw na Christus — toch ook geen toonbeeld van vreedzaamheid — was dat cijfer al gedaald naar 3 tot 4 procent. Hetzelfde kan gezegd worden van het Britse Rijk en de Amerikaanse erfgenaam. Bij hun opkomst was er strijd en oorlog, maar na verloop van tijd nam het bloedvergieten af. Tienduizend jaar geleden leefden 6 miljoen mensen op aarde. Gemiddeld werden ze 30 jaar oud en moesten ze zich behelpen met wat de huidige economische waarde van 2 dollar per dag had. Inmiddels telt de aarde 7 miljard mensen, is de gemiddelde leeftijd naar 67 jaar geklommen en steeg het dagelijkse inkomen tot 25 dollar.
Hoeft het gezegd dat Morris’ werk veel controverse veroorzaakt? De historicus schuwt de politieke incorrectheid niet. Dat hij verschillende disciplines aansnijdt, maakt deel uit van de charme van zijn werk, maar leidt volgens collega-deskundigen ook tot spijtige fouten. Zo zou hij het belang van vuurwapens in de Europese expansie overschatten. En het ontgaat hem dat de Maori wel degelijk overwinningen op de Britten hebben geboekt. Wanneer hij met statistieken jongleert, begeeft Morris zich op glad ijs. Want al lag het aantal oermensen dat een gewelddadige dood stierf hoger dan het aantal gewelddadige overlijdens nu, het is ook makkelijker een kleinere bevolking te decimeren dan in een samenleving als de onze op grote schaal te moorden. Morris focust op feiten, waardoor bepaalde verbanden niet altijd duidelijk zijn. Een weerkerend punt van kritiek is de miskende relatie tussen geweld, demografie en economie. Bloedvergieten neemt af wanneer het prijskaartje dat eraan vasthangt aandikt. Als meer mensen samenleven, neemt de tolerantie jegens individueel geweld aanzienlijk af. Een vorm van rechtszekerheid is onontbeerlijk voor een florerende economie. Ook een welvaartsstijging heeft een effect op gewelddadig gedrag.
Ian Morris, Verwoesting & vooruitgang. Hoe oorlog de menselijke beschaving heeft gevormd, Spectrum, 2014, 623 blz., 39,99 euro
MICHAËL VANDAMME
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier