‘ONREDELIJK EN ONWERKBAAR’

Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

Volgens Axel Haelterman zou de invoering van een vermogensbelasting een onbillijke en inefficiënte maatregel zijn. En hij pleit voor het behoud van de notionele-intrestaftrek, maar alleen voor grote bedrijven.

Volgens fiscaal expert Axel Haelterman, hoogleraar aan de KULeuven, toont de studie van professor Frank Naert duidelijk aan dat de kapitaalbezitters in België al een rechtvaardig deel belastingen betalen. “De roerende en de onroerende voorheffing en de successie- en de registratierechten zijn allemaal belastingen op kapitaal”, zegt hij. “Het pleidooi voor een vermogensbelasting dat her en der klinkt, is daarom niet correct. Het verhoogt de lasten op kapitaal naar een onredelijk niveau in vergelijking met de rest van Europa.”

Een vermogensbelasting is niet alleen niet wenselijk, maar ook onwerkbaar. Haelterman: “Gaat men alle onroerende goederen, juwelen en kunstwerken van de Belgen schatten en die elk jaar herwaarderen? Begin er maar aan. Blijft over: de roerende voorheffing, die net met 10 procent is verhoogd. Ik denk dat we ons het beste aan dat beproefde recept houden. De bevrijdende roerende voorheffing is het efficiëntste instrument om vermogens hun deel van de belastingen te doen betalen. Het is de belasting op opbrengsten uit vermogens bij uitstek.”

Notionele-intrestaftrek

Ook de afschaffing van de notionele-intrestaftrek, bijvoorbeeld in ruil voor een algemene tariefverlaging, vindt Axel Haelterman een slecht idee. “Dat zou leiden tot het vertrek van heel wat internationale groepen uit ons land. De notionele-intrestaftrek is voor hen een motivatie om in België aanwezig te zijn, mensen aan te werven en zo uiteindelijk belastingen te betalen.”

Volgens Haelterman is een duaal fiscaal systeem de beste oplossing: een voor grote bedrijven en een voor de rest — meestal familiale ondernemingen. Grote ondernemingen zouden worden onderworpen aan een normale belasting — 33,99 procent vennootschapsbelasting plus de roerende voorheffing van 25 procent — maar met de mogelijkheid van een notionele-intrestaftrek. Haelterman: “Ik stel voor dat we dat laatste instrument enkel voor grote ondernemingen reserveren. Het criterium kan een beursnotering zijn.”

Voor kmo’s zou een sterk verlaagd tarief moeten gelden: 20 tot 25 procent vennootschapsbelasting plus de roerende voorheffing voor de aandeelhouders. Haelterman: “In dat geval moeten wel een aantal fiscale aftrekken worden geschrapt, om het verlaagde tarief budgettair te compenseren.”

Return on equity

Volgens de expert kan dat onderscheid ook tegenover Europa worden verdedigd. “Er is immers een fundamenteel verschil tussen een grote onderneming en een kmo. De eerste denkt permanent in termen van return on equity, zodat een fiscale aftrek van risicokapitaal — de notionele-intrestaftrek — een reden kan zijn om te investeren. De bedrijfsleider van een kmo denkt niet in de eerste plaats aan return on equity. Niet zozeer zijn kapitaal moet renderen, maar wel arbeid, het aanboren van nieuwe markten, innovatieve producten en winstgevende projecten. Dat staat eigenlijk los van het eigen vermogen. Het heeft daarom geen zin de inzet van kapitaal bij kmo’s fiscaal te stimuleren met een maatregel zoals de notionele-interestaftrek. Met dat argument kan de regering dat tweeledige fiscale stelsel perfect verkopen aan de Europese Unie.”

HANS BROCKMANS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content