Ondernemen als een Turk
De economische boom van Turkije is ook de Belgische bedrijfswereld niet ontgaan. Het verhaal van Dexia en Ageas kent iedereen, maar in hun zog zijn ook vele andere Belgische bedrijven succesvol in Turkije. Trends ontdekte de redenen van een vaak succesvol huwelijk. Een verhaal in drie portretten.
Het is over de koppen lopen als we in Taksim, Istanboel op bezoek gaan bij het Belgische consulaat. In het zwaar beveiligde pand in het bruisende hart van Istanboel bevindt zich het kantoor van Raphael Pauwels. Als hoofd van Flanders Investment & Trade (FIT) zijn het drukke tijden voor de voormalige journalist. Pauwels’ kantoor is een belangrijke schakel voor Belgische bedrijven die in Turkije willen investeren en vice versa. En die schakel is erg welkom.
Turkije is hot bij investeerders, ook in Vlaanderen. De afgelopen jaren was België steevast terug te vinden in de top drie van grootste investeerders in Turkije. Reden genoeg voor Vlaanderen om van zijn Turkse FIT-agentschap een van de focuskantoren te maken. Bij een Turkse koffie vertelt Pauwels graag wat de succesformule is achter dit Belgisch-Turkse huwelijk.
TRENDS. Waarom is Turkije een focusland voor Flanders Investment & Trade?
RAPHAEL PAUWELS (FIT). “Er zijn simpelweg nog heel veel kansen voor bedrijven om in Turkije te investeren. Dat komt eerst en vooral omdat het land een jonge, dynamische bevolking heeft wier koopkracht voortdurend toeneemt. De helft van de 72 miljoen inwoners is jonger dan 29. Dat voel je in de drukte van Istanboel. Als je in Brussel door de Nieuwstraat loopt, dan zie je veel mensen met hangende gezichten. Hier in Istiklan, de buurt waar FIT gevestigd is, zie je alleen jonge gezichten. Er straalt een enorme dynamiek van af. Het eerste element is dus de jonge, rijker wordende en stedelijke bevolking.
“Het tweede element is de strategische ligging van Turkije. Al eeuwen is Turkije een springplank naar het Midden-Oosten, de Kaukasus en de stans – Kazach-stan, Tadzjikistan, Oezbekistan, Turkmenistan. Veel Turkse bedrijven richten zich nu al op die markten, wat voor hen ook gemakkelijk gaat door de taalverwantschap. Historisch komt het Turkse volk uit Centraal-Azië en die verwantschap merk je in de handel. Turkse bedrijven drijven daardoor nu al handel tot de grens met China. In de handel met het Midden-Oosten is er dan weer een geloofsverwantschap. Turkije staat goed aangeschreven en dat komt vooral omdat de Turken geboren handelaars zijn.”
Hoe komt het dat België zo hoog scoort op de ranglijst van investeringen in Turkije?
PAUWELS. “Voor een groot deel omdat Belgische bedrijven aan het begin van het decennium zwaar investeerden. De voorlopers waren Ontex en Deceuninck, dat intussen een zeer sterke positie op de Turkse markt heeft. In de jaren 2000 namen de banken dan het voortouw. Fortis investeerde in 2005 1 miljard euro en in 2006 investeerde Dexia een kleine 3 miljard euro in Denizbank. Die grote bedragen verklaren waarom België zo’n sterke positie heeft in de buitenlandse investeringen in Turkije.”
Hoe reageren Belgische bedrijfsleiders die voor het eerst naar Turkije komen?
PAUWELS. “Velen komen naar hier met een beeld dat stoelt op de clichés die bestaan over de Turkse immigranten in België. Maar die clichés kloppen niet. Veel bedrijfsleiders beseffen pas als ze hier zijn hoe modern en geavanceerd Turkije is. Hoewel het natuurlijk een groot en heel heterogeen land is, klopt dat zeker voor Ankara, Izmir of Istanboel. Bij iedere prospectiereis vallen de mensen hun ogen open. Zij die hier geweest zijn, gaan met een ander beeld terug.”
Na nog een koffie verlaten we Pauwels en zijn compound in Istanboel. Waarom is Turkije niet alleen interessant voor banken, maar ook voor industriële bedrijven? We praten met Koen Vergote, de directeur van de West-Vlaamse ramenproducent Deceuninck in Turkije. Het dochterbedrijf in Izmir, zo’n 500 kilometer van Istanboel, groeide in elf jaar uit tot de Turkse marktleider in raamprofielen.
TRENDS. In 2000, toen het Turkse groeiverhaal nog hoogst onzeker was, gokte Deceuninck voluit op expansie in Turkije. Waarom?
KOEN VERGOTE (DECEUNINCK). “We konden kiezen tussen investeren in China of Turkije. We kozen voor Turkije om drie redenen. De kans om een bestaande fabriek over te nemen en de nabijheid. Als er iets misloopt, is het gemakkelijker om dat recht te trekken, want Turkije is maar drie uur vliegen en het tijdsverschil is maar een uur.
“Maar ook cultureel is Turkije meer verwant met België. De businesscultuur is nauw verwant met de West-Vlaamse. Hands-on, actie ondernemen, op een praktische manier naar ondernemen kijken, dat is een cultuur die Vlaanderen ligt.
“Ook onze naam was een troef in een belangrijke markt voor pvc-ramen.”
U was een van de eerste bedrijven die naar Turkije kwam en kon volop profiteren van de groei van de voorbije jaren. Vreest u niet dat de grootste boom voorbij is?
VERGOTE. “Turkije blijft een dynamisch groeiland, daarvan ben ik overtuigd. De creativiteit en werklust hier, dat vind je niet zoveel meer. Onlangs was ik in Griekenland. Dat land is bankroet en nog nemen mensen elke dag hun siësta. Dat bestaat hier niet. De temperatuur is hier dezelfde, maar mensen werken wel voort. Als je niet aan de weg timmert, dan raak je niet verder. Er is geen sociaal vangnet, of moet ik zeggen hangmat, en dat zorgt voor een dynamiek die in West-Europa moeilijk te vinden is. Ook technologisch maakte Turkije een enorme transformatie mee. Over tien jaar is het nog veel beter.”
Hoe is het om als Vlaming in Turkije te wonen en werken?
VERGOTE. “Ik heb geen problemen gehad om me aan te passen, want de mensen zijn hier erg open minded. Ik woon hier nu elf jaar en spreek ondertussen vlot Turks, dat helpt natuurlijk. Ik prijs me gelukkig dat ik hier in Izmir woon, een Middellandse Zeestad in het zuidwesten van Turkije. De stad is zeer westers, zeer open. Je kunt hier op restaurant gaan, een pint drinken, allemaal geen probleem. Hoe komt dat? Izmir ligt aan de zee, en waar er zee is, zijn de mensen open. Waar er geen zee is, zijn mensen meer gesloten. In het binnenland zou ik niet kunnen wonen, mensen zijn er een stuk conservatiever.”
De theorie van Vergote gaat verrassend goed op als je de Belgische aanwezigheid in Turkije in kaart brengt. zowat alle Beglsiche bedrijven liggen in of rond kustgebieden. Het meest in trek is het economische heartland van Turkije, de Marmararegio rond Istanboel. Daarnaast is ook de Egeïsche regio, met havenstad Izmir, een erg populaire vestigingsplaats. Het Anatolische hoogplateau in het binnenland en Koerdisch Zuid-Anatolië kennen heel wat minder Belgische aanwezigheid. Een vreemde eend in de bijt is Katoennatie. Het logistieke bedrijf uit Anwerpen heeft vestigingen in de zuidoostelijke havenstad Mersin en in Gaziantep, een van de belangrijkste steden in Zuidoost-Anatolië.
In Mersin leidt de Turkse Belg Mumun Balli de operaties van Katoennatie. Balli past wellicht nog het best in de categorie avonturiers. Op zijn achttiende begon hij als handarbeider bij Katoennatie als jobstudent. Na enkele jaren handelswetenschappen, kwam Balli weer terecht bij het bedrijf, in een voltijdse adminis-tratieve functie. Sindsdien groeide hij gestaag in de bedrijfshiërarchie.
Toen de functie van operationeel directeur in Mersin vrijkwam, twijfelde Balli naar eigen zeggen geen moment. “Ik sprong meteen op de boot. En ik heb tot nu toe nog geen greintje spijt gehad. De Middellandse Zee, negen maanden zon, enzovoort. Elke ochtend kom ik goedgehumeurd binnen, ik heb dan net vijftien minuten in de zon gereden. Bovendien heb ik geen last van files. Dat zou in Antwerpen wel wat anders geweest zijn.”
TRENDS. Hoe ervaart u ondernemen in een regio waar minder westerse bedrijven zitten?
MUMUN BALLI (KATOENNATIE). “Mersin is heel divers. Het is de grootste havenstad na Istanboel en Izmir, een havenstad in volle expansie ook. In 2013 vinden hier de Mediterraanse Spelen plaats. Je hebt hier veel binnenlandse en buitenlandse investeringen. Kortom, het is hier het Westen en Oosten bijeen, een interessante mix van culturen. Ik heb natuurlijk het geluk dat ik beide culturen ken. Ik ben in België geboren en getogen, en ben dan vorig jaar naar Turkije gekomen. Wat dat betreft ben ik misschien beter aangepast om dit te doen in deze stad.”
Was het hier noodzakelijk dat u Turk bent?
BALLI. “Mijn taal heeft sowieso een invloed en een belangrijk voordeel, maar dat geldt niet alleen in Mersin, maar overal in Turkije. Turks heeft niet echt grote raakpunten met Europese talen. Ik weet niet of het moeilijker zou zijn in steden als Malatya of Dyarbakir, nog oostelijker. Wat hier enorm belangrijk is, is je informele netwerk. In je eentje kan je geen bedrijf opstarten, of het nu in Istanboel is of in een godvergeten regio. En dat netwerk, dat gaat natuurlijk samen met de taal.”
Hoe anders is het om hier zaken te doen?
BALLI. “Turken zijn opportunisten. Ik ervaar hier dat de zaken altijd op de een of andere manier geregeld raken. Ik verwijs ook naar mijn informele netwerk. Zodra je dat hebt, raak je minder verstrikt door de overheid, de regels en dergelijke. Er wordt altijd wel een alternatief gezocht. In Europa tellen de omkadering en de regels meer. Als er hier uitzonderingen moeten gemaakt worden, dan worden de zaken ook functioneel bekeken. De mensen met wie je moet samenwerken, denken vaak mee met je, op hun beurt halen ze het onderste uit de kan. Maar zonder het informele netwerk is het wel moeilijker, want de overheidsinstanties zijn in tegenstelling tot je handelspartners wel erg strikt.”
Zou je andere bedrijven aanraden om naar Turkije te komen?
BALLI. “Absoluut. Turkije is het land van de opportuniteiten. Er is altijd ergens wel een mogelijkheid. De afvalverwerking bijvoorbeeld. In Vlaanderen sorteren we in drie, vier zakken met andere kleuren. Ik kan me daaraan ergeren, dat ik het allemaal proper sorteer en het allemaal op een berg komt. In Turkije komt er veel meer afval op straat terecht, maar het duurt geen 24 uur of er komt iemand die zich nuttig maakt, die petflesjes opraapt, die even zonder werk zit, en die het voor een appel en een ei doorverkoopt. Iedereen helpt, bewust of onbewust. Van het niets kunnen ze hier altijd iets creëren.”
Dit was het derde en laatste deel van De Turkse Tijgers. Deze reeks werd mogelijk gemaakt door de Koning Boudewijnstichting.
PETER VANHAM
“Veel bedrijfsleiders beseffen pas als ze hier zijn hoe modern en geavanceerd Turkije is” Raphael Pauwels, FIT
“De Turkse businesscultuur is nauw verwant met de West-Vlaamse” Koen Vergote, Deceuninck
“Je informele netwerk is in Turkije enorm belangrijk. In je eentje kan je geen bedrijf opstarten” Mumun Balli, Katoennatie
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier