Onbekende groene energie
De race om groene energie gaat niet alleen tussen producenten van windturbines en elektrische auto’s. Er zijn domeinen die nog onontgonnen zijn voor beleggers.
Tegen 2030 wil de Europese Unie 32 procent van haar elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen halen. China is nog net iets ambitieuzer en mikt op een aandeel van 35 procent. De Amerikaanse staat Californië streeft zelfs naar 100 procent groene stroom in 2045. De energietransitie is een van de belangrijkste punten op de economische en politieke agenda, en de doelen zijn ambitieus. Maar waar zitten de kansen voor de beleggers?
De aandelen van windturbinefabrikanten staan al lang op de favorietenlijstjes, maar zorgden voor wisselend succes. Het aandeel van het Deense Vestas, ‘s werelds grootste speler in dat segment, is niet geschikt voor de portefeuilles van hartlijders of ongeduldige zielen. In de zomer van 2008 tikte het aandeel een hoogtepunt van 676,4 Deense kronen aan. In 2012 dook de koers naar beneden tot 23,25 kronen. Het duurde tot 2020 voor het record van 2008 weer gebroken werd.
Zonnepanelen? Na een tien jaar durende hausse stortte de sector van de zonnepaneelfabrikanten in Duitsland volledig in, deels door de concurrentie uit China. Het leidde tot het failliet van SolarWorld, de Europese marktleider, in het voorjaar van 2017. Fabrikanten van elektrische auto’s? Het is niet meteen duidelijk wie daarin vooroploopt bij de traditionele autobouwers.
Turbo op groene stroom
“Er zijn verscheidene sectoren die beleggers over het hoofd zien, maar die klaar zijn voor een grote toekomst”, zei Mark Lacey, het hoofd grondstoffen van de vermogensbeheerder Schroders, tijdens een recent bezoek aan Brussel. Volgens Lacey zal het aandeel van de hernieuwbare energiebronnen in de elektriciteitsproductie exploderen van 20 procent vandaag naar 85 procent in 2050. Door de opkomst van de elektrische auto’s zal ook het aandeel van elektriciteit in het energieverbruik stijgen, van 20 tot 45 procent. Die evoluties zullen een turbo zetten op alles wat met groene energie te maken heeft.
Naar verwachting wordt er wereldwijd 20.000 miljard dollar in geïnvesteerd tegen 2050. Het grootste deel dient voor de productie van groene elektriciteit. Voor de distributie van elektriciteit zijn 15.000 miljard dollar investeringen nodig. De energie uit zon en wind wordt geproduceerd waar en wanneer de omstandigheden geschikt zijn, terwijl er ook op andere plaatsen en op andere tijdstippen vraag naar energie is. Voor de opslag van energie is nog eens een investering van 5000 miljard dollar nodig tegen 2050.
Al die investeringen betreffen het aanbod, maar we moeten ook investeren in de vraag. Daarvoor is nog eens 70.000 miljard dollar nodig, volgens Lacey. Daarop hebben vooral elektrische wagens een grote impact.
Energietransitie
Verscheidene beleggingsfondsen spelen indirect in op de energietransitie. Zo zijn de grootste vijf posities van RobecoSAM Smart Energy (Isin-code LU0175571735) halfgeleiderfabrikanten. De Amerikaanse zonnepanelenproducent First Solar, de zesde positie, is het eerste aandeel in de top tien dat rechtstreeks verband houdt met groene energie. In het fonds Triodos Global Equities Impact (Isin-code LU0278272413) zitten namen zoals Vestas, maar evengoed de Franse voedingsreus Danone, Central Japan Railway, het Japanse telecombedrijf KDDI en Roche.
We concentreren ons op drie fondsen die direct inzetten op de energietransitie: Energy Transition Classic van BNP Paribas Asset Management, ISF Global Climate Change Equity van Schroders en Global Climate and Environment van Nordea.
BNP Paribas Asset Management heeft de strategie van Energy Transition Classic op 1 september compleet omgegooid (Isin-code LU0823414718). Daardoor is er geen trackrecord. De portefeuille van het fonds is sterk geconcentreerd, met slechts 31 lijnen. First Solar kreeg op 31 januari het grootste gewicht in de portefeuille met 5,4 procent. De aandelen in de top tien wegen allemaal meer dan 4 procent. De Verenigde Staten hebben een gewicht van meer dan 40 procent en China 14 procent.
Het product focust meer op midcaps of middelgrote ondernemingen dan op largecaps of grote ondernemingen. De Belgische materialengroep Umicore en zijn concurrent Johnson Matthey staan in de top tien, naast de Duits-Spaanse producent van windturbines Siemens Gamesa, de specialist in schone energie Enphase Energy, Solar Edge Technologies en Sunrun, dat oplossingen voor het gebruik van zonne-energie en batterijen in woningen biedt.
Van wind tot biotech
De Britse vermogensbeheerder Schroders biedt sinds 2007 het ISF Global Climate Change Equity-fonds aan (Isin-code LU0302446645), dat vorig jaar een broertje kreeg met Global Energy Transition. In de portefeuille nemen producenten van hernieuwbare energie een dominante positie in, waaronder het Deense Vestas, het Spaanse Iberdrola, dat met zijn dochteronderneming Iberdrola Renovables het wereldwijde nummer één is in de productie van windenergie, en NextEra, de marktleider in duurzame energie in de Verenigde Staten. Ook in de portefeuille van dat fonds duikt de windturbinemaker Siemens Gamesa op.
Het fonds van Schroders trekt veel meer de kaart van energie-efficiëntie dan van hernieuwbare energie. Het Japanse Keyence (sensoren en meetsystemen), het Amerikaanse Ecolab (testen voor vervuiling van water en voedsel), Owens Corning en Rockwool (isolatiemateriaal) en technologiespelers zoals Infineon en Samsung zijn belangrijke posities. De Franse groep Schneider Electric staat sterk in energiemanagement en automatisering.
Daarnaast is er het thema duurzaam transport. In de portefeuille zitten autobouwers als BMW en Toyota, spoorwegmaatschappijen als East Japan Railway en American Union Pacific, en de Deense rederij Maersk. Tot de kleine posities behoren Johnson Matthey en Umicore, die katalysatoren voor milieuvriendelijkere auto’s maken.
Tussen de grootste posities zitten ook atypische namen, zoals Alphabet (het moederbedrijf van Google), de webwinkel Amazon en Danaher, een gediversifieerde Amerikaanse technologiegroep.
Atypische portefeuille
De Scandinavische bank Nordea biedt al sinds 2008 het Global Climate and Environment-fonds aan (Isin-code LU0348926287). De nadruk ligt op milieubescherming en groene energie, maar vooral energiebesparing. Zo is de Amerikaanse groep Hexcel de kampioen van de composietmaterialen. Hexcel levert aan de vliegtuigbouwers Airbus en Boeing de koolstofvezel voor de nieuwe generatie vliegtuigen. Die verbruiken 20 procent minder brandstof in vergelijking met oudere modellen.
De portefeuille is het meeste blootgesteld aan Duitsland (11,3%), het Verenigd Koninkrijk (7%) en Frankrijk (5%). Nederland en Japan volgen met een positie van iets meer dan 4 procent. Die portefeuille is atypisch omdat de aandelen sterk verschillen van de waarden in andere fondsen in dezelfde categorie. In de top tien van de belangrijkste posities staan de industriële gasreuzen Air Liquide en Linde, de Amerikaanse afvalverwerkingsreus Waste Management, de Ierse voedingsgroep Kerry, het Britse energietransportnetwerk National Grid en het waterdistributienetwerk van American Water Works. Ondanks de atypische samenstelling boekt het fonds uitstekende prestaties: over de afgelopen tien jaar haalde het een gemiddeld jaarlijks rendement van meer dan 11 procent.
Er zijn verscheidene sectoren die beleggers over het hoofd zien, maar die klaar zijn voor een grote toekomst
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier