Omzichtig inbreken

Conflicten tussen bestuurders en aandeelhouders zijn de jongste maanden vaak in de actualiteit gekomen. Ook het aandeelhoudersactivisme is een hot item. Maar hoe kijkt het vennootschapsrecht aan tegen het functioneren van het bestuur? De algemene vergadering kan bestuurders met onmiddellijke ingang ontslaan. Daarmee beschikken de aandeelhouders over een sterk wapen in een potentieel conflict met hun bestuur. Het Hof van Cassatie heeft bevestigd dat die basisregel van openbare orde is. Dat impliceert dat elke bepaling die ertoe strekt dat recht van de algemene vergadering op te heffen of te beperken, nietig is. De afzetbaarheid van bestuurders in een nv impliceert dat de algemene vergadering geen reden of motivering hoeft te geven voor het ontslag. Dat betekent dat de bestuurder geen rechten op een ontslagvergoeding kan doen gelden. In de praktijk wordt dat principe op allerlei manieren omzeild.

In de andere vennootschapsvormen is de bestuurder of de zaakvoerder beter gewapend tegen activistische aandeelhouders. Van de onmiddellijke afzetbaarheid kan worden afgezien met afwijkende statutaire of contractuele bepalingen. In tegenstelling tot de bestuurder in een nv is de positie van de statutaire zaakvoerder in een bvba gebetonneerd: hij wordt geacht benoemd te zijn voor de duur van de vennootschap, waarbij zijn opdracht enkel kan worden herroepen om gewichtige redenen, of na een eenparig besluit van de vennoten.

Wil dat zeggen dat zaakvoerders ongenaakbaar zijn? Zeker niet. De wetgever heeft voorzien in een aantal mechanismen waardoor zelfs derden zich kunnen mengen in het bestuur. Dat kan onder meer opportuun zijn als de aandeelhouders niet optreden, omdat hun belangen samenvallen met die van de bestuurders, en als die belangen onverenigbaar zijn met die van de schuldeisers.

Zo kunnen bestuursbesluiten altijd worden opgeschort of vernietigd. Die mogelijkheid staat open voor bestuurders en aandeelhouders, maar ook voor derden die een afdoend belang kunnen doen gelden. In geval van hoogdringendheid kan de rechter in kort geding worden ingeschakeld. Een spraakmakend voorbeeld is het arrest van het Brusselse hof van beroep in de Fortis-zaak in december 2008, waarin besluiten van de raad van bestuur werden opgeschort op verzoek van enkele aandeelhouders. Dat arrest werd weliswaar vernietigd door het Hof van Cassatie, maar dat doet geen afbreuk aan de verstrekkende inbraakmogelijkheden, waarvoor dit arrest nog altijd symbool staat.

Daarnaast kan preventief worden opgetreden door de aanstelling van een voorlopige bewindvoerder te vragen. Dat is bijvoorbeeld mogelijk als de tijdelijke vervanging van het bestuur noodzakelijk is, omdat de belanghebbende anders ernstig nadeel dreigt te lijden. Die belanghebbende kan een aandeelhouder of een bestuurder zijn, maar ook een schuldeiser, een werknemer, een leverancier of een kredietverstrekker. De voorlopige bewindvoerder kan worden aangesteld om een of meer bestuurshandelingen te stellen, waarbij hij optreedt in naam en voor rekening van het vervangen bestuur. Het bestuur wordt met andere woorden geheel aan de kant geschoven, al gebeurt dat soms alleen voor een beperkt aantal handelingen.

Een ingrijpender maatregel is haast niet denkbaar. De belangen van derden worden daarbij misschien efficiënt gevrijwaard, maar de vennootschap vaart er niet altijd wel bij. De continuïteit van de vennootschap komt in het gedrang als met die inbraakmogelijkheid niet omzichtig wordt omgesprongen.

Gelet op het delicate karakter van die actiemogelijkheden en de risico’s die er voor de onderneming aan verbonden zijn, moet de rechter altijd omzichtig en terughoudend ingrijpen. Uniforme rechtspraak en gespecialiseerde rechters lijken daarbij een must. In Nederland bestaat daarvoor één enkele rechtsinstantie: de Ondernemingskamer is een landelijk Nederlands rechterlijk orgaan dat juridische geschillen in vennootschappen over heel Nederland beoordeelt en daar bindende uitspraken over doet. Een idee wellicht voor ons land om een snel, gespecialiseerd en uniform optreden te garanderen?

De auteur is vennoot bij D’Hulst Monard Advocaten. Deze bijdrage werd geschreven samen met Sven Eggermont en Jana Geurts.

DIRK BERCKMANS

De wetgever heeft voorzien in een aantal mechanismen waardoor zelfs derden zich kunnen mengen in het bestuur.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content