OLIE SMEERT DE HANDEL
Marcel Van Poecke (37 j.) en Willem Willemstein (40 j.) zijn twee Nederlandse oliehandelaars. Voortaan leiden zij Universal Refining uit Antwerpen, de vierde grootste raffinaderij uit het land met een capaciteit van 3 miljoen ton ruwe olie per jaar.
Begin augustus kochten de jonge zaakvoerders van Petroplus, een snelgroeiend handelsbedrijf in olie- en chemieproducten uit Rotterdam, de installaties van ex- RBP over van het Koreaanse Daewoo. Naar verwachting luidt deze overname het begin in van een internationale desinvesteringsgolf bij de grote olieconcerns. De multinationals, die vooral geld verdienen met het opsporen en winnen van olie en gas, nemen niet langer genoegen met de lage rendementen uit raffinage. Zij besteden deze activiteiten steeds meer uit aan kleine, flexibele onderaannemers, zoals Petroplus.
Van Poecke : “Outsourcing is de nieuwe trend in de oliesector. Zelfstandige raffinadeurs kunnen veel goedkoper produceren dan de logge olieconcerns. De stap van handel in ruwe olie naar raffinage is logisch. Als traders beschikken wij over een goede toegang tot de grondstoffen. Daarnaast kennen wij de afzetmarkt. Zo distribueren onze dochtermaatschappijen brandstoffen over heel de wereld. In de nabije toekomst plannen wij dan ook nieuwe overnames. Ons grote voorbeeld is Tosco, dat op de New Yorkse beurs genoteerd staat.”
In ’89 leerde Van Poecke toenmalig directeur van Calpam, dochter van de Steenkoolhandelsvereniging (SHV) op een MBA-cursus in de Verenigde Staten Willem Willemstein, directeur van de Nederlandse NMB-bank nu dochter van de ING-groep kennen. Samen droomden ze ervan een nieuwe speler op de oliemarkt te worden. Drie jaar later grepen ze hun kans : zij voerden een management buy-in uit bij Vanol/Vanox met Oxyde Chemicals als vlaggenschip. In ’93 namen zij de Nederlandse trader volledig over en veranderden de naam in Petroplus. Tegelijk startten zij samen met Esso Benelux bunkeractiviteiten en sloten een joint venture af met het Zweedse OK Petroleum ( Preem Petroleum) : VSP Marketing. Met het oog op de financiering van hun verdere expansie nam de Nederlandse Participatie Maatschappij (NPM) in ’94 bij een kapitaalverhoging 25 % aandelen van Petroplus. Vervolgens kocht het handelsbedrijf ook Marimpex van Scuden & Lonrho en fuseerde zijn bunkeractiviteiten met Vanwoerden (Nederland) en Rein (Duitsland). In ’96 verhoogde NPM haar aandeel tot 33 %. In een sneltreinvaart werden overal ter wereld nieuwe vestigingen geopend.
Vandaag realiseert Petroplus een omzet van 30 miljard frank met een 400-tal medewerkers wereldwijd. Door de overname van Universal Refining zullen deze cijfers dit jaar stijgen tot 37,5 miljard frank en 500 werknemers. “De keuze van de ex-RBP-raffinaderij ligt voor de hand,” zegt Van Poecke : “Niet alleen heb ik Vlaamse roots ( nvdr – tijdens de Eerste Wereldoorlog emigreerde zijn familie uit Poeke, nabij Gent, naar Nederland), ook vormen Antwerpen en Rotterdam op internationaal vlak als havengebied één geheel. De maatschappelijke zetel van de groep blijft aan de Maas, maar onze operationele eenheden verhuizen naar de sinjorenstad aan de Schelde.”
MARCEL VAN POECKE EN WILLEM WILLEMSTEIN (PETROPLUS) Ons grote voorbeeld is Tosco, dat op de New Yorkse beurs genoteerd staat.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier