Normaal is al meer dan goed genoeg

Het zal al een groot succes zijn als de kapitaalmarkten in 2009 opnieuw normaal functioneren en het geld weer vrij stroomt.

Het idee dat de markt het altijd bij het rechte eind heeft en dat prijzen vastgesteld worden op een ‘efficiënt’ niveau, heeft zware klappen gekregen. Ongetwijfeld zal het er in 2009 niet zo turbulent aan toegaan als in 2008, toen grote investeringsbanken over de kop gingen, overgenomen werden of zichzelf omvormden tot depositobank, en overheden hun leidinggevende banken nationaliseerden of er een participatie in namen. Dat was allemaal te wijten aan het bevriezen van de geldmarkt, wat leidde tot een stormloop op de banken, niet door zenuwachtige particuliere rekeninghouders, maar door institutionele beleggers en de banken zelf.

In het licht van het voorgaande zal het al een groot succes zijn als in 2009 de markt normaal functioneert en het geld vrij stroomt tussen de banken, de bedrijven en de consumenten. Dat vele landen een recessie zullen beleven, staat vast en de investeerders zullen al opgelucht zijn als een diepere depressie vermeden wordt.

Een grotere regulering is onvermijdelijk als compensatie voor de publieke fondsen die in de financiële sector gepompt werden. De overheden zullen erop staan dat de banken meer kapitaal aanhouden. Het kan ook zijn dat ze de hedgefondsen lichtjes aan de leiband leggen, wat de markt minder liquide zal maken en uiteraard ook kan leiden tot een grotere volatiliteit.

Wat de vooruitzichten voor een opleving betreft, is het goede nieuws dat een markt een anticiperend mechanisme vormt. Ze zal hopen dat de Amerikaanse huizenprijzen ergens in de loop van het jaar hun dieptepunt bereiken en dat lagere olieprijzen en rentevoeten de economie tegen het einde van 2009 en het begin van 2010 aanwakkeren.

Intussen zal de opleving de beleggers helpen om het afschuwelijke nieuws uit de bedrijfswereld te verwerken. In 2008 vormden de financiën het pijnpunt, in 2009 zal het slechte nieuws verschuiven naar de industrie en vooral dan naar de sectoren die afhankelijk zijn van de consument. De werkloosheid zal immers toenemen en mensen zullen het lastig krijgen om hun schulden terug te betalen. Hopelijk zal de stemming verbeteren in het vooruitzicht van een opleving in 2010.

Hints uit het verleden

De geschiedenis staat aan de kant van de stieren. Sinds 1926 is de aandelenmarkt in de Verenigde Staten maar in een op de drie jaar achteruitgegaan – maar de VS kregen dit decennium al wel vier keer te maken met zo’n jaar. Als de Amerikaanse aandelenmarkt in een bepaald jaar daalde, bestond er 60 procent kans dat er het daaropvolgende jaar een opleving volgde.

Toch is een waarschuwing hier op zijn plaats: er werden ook verontrustende neergaande periodes vastgesteld, zoals de krach van 1929-’32, de stagflatie van 1973-’74, het einde van de dotcombubbel van 2000 tot 2002. Wie te snel hebzuchtig wordt, maakt een dure fout.

Wat de opkomende markten betreft, bracht 2008 net op tijd een correctie op de mening dat ze, dankzij hun overschot op de lopende rekening en hun snelle groeitempo, ‘veilige schuilplaatsen’ zijn. Het einde van de boom op de Chinese aandelenmarkt en het feit dat Rusland het nodig achtte om de handel op de beurs van Moskou verschillende keren op te schorten, toont aan dat die markten nog altijd kwetsbaar zijn voor de grillen van het vluchtkapitaal en de dalingen van de grondstoffenprijzen.

Niettemin zitten er heel wat schulden opgestapeld in de ontwikkelde economieën. Er zijn maar twee manieren om een hoge schuldenlast kwijt te geraken: wanbetaling of inflatie. Wanbetalingen verhogen de dreiging van een depressie, iets wat regeringen vastbesloten zijn om te vermijden. Vandaar de wens om de schulden van de privésector op zich te nemen of te ‘socialiseren’. Op termijn kunnen ze die schulden dan aflossen middels hogere belastingen of inflatie.

Dat dilemma zal duidelijk worden voor de beleggers in staatsobligaties. Voor hen kan 2009 een keerpunt betekenen. Dergelijke obligaties vormden een veilige vluchtheuvel tijdens de kredietcrisis, maar geld uitlenen aan een lichtzinnige overheid tegen vier of vijf procent over een periode van dertig jaar kan er stilaan beginnen uitzien als een slechte deal. In plaats van een krach van de effectenmarkt, kunnen we tegen het einde van 2009 een vlucht uit de obligatiemarkt meemaken. (T)

DE AUTEUR IS REDACTEUR KAPITAALMARKTEN VAN THE ECONOMIST.

Door Philip Coggan

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content