NOOIT TE LAAT OM TE PLANNEN
Het is nooit te laat om een successie te plannen. Maar als een erflater plots zwaar ziek wordt en de tijd dringt, maakt dat de zaken wel moeilijker. Welke mogelijkheden blijven er nog over?
Als een erflater zijn successie niet heeft gepland, wordt zijn nalatenschap verdeeld uitgaand van het wettelijk erfrecht. Dat bepaalt wie de erfenis krijgt en hoeveel belastingen erop moeten worden betaald. Met een testament kan hij tot op zekere hoogte afwijken van de regels van het wettelijk erfrecht. Op die manier kan hij zijn partner beschermen, een zorgenkind bevoordelen of een persoon die geen wettelijke erfgenaam is, een deel van zijn vermogen nalaten. Met een successieplanning kan hij er ook voor zorgen dat zijn erfgenamen minder erfbelasting afdragen.
Maar wat kan hij nog ondernemen als hij te horen krijgt dat hij niet lang meer te leven heeft? Lastminuteplanningen zijn niet altijd de voordeligste, maar ze blijven wel vaak nuttig. We overlopen een aantal technieken.
Goederen schenken
· Roerende goederen
Een bank- en handgift van roerende goederen en een schenking voor een Nederlandse notaris zijn belastingvrij, op voorwaarde dat de schenker daarna nog minstens drie jaar in leven blijft. Overlijdt hij vroeger, dan betaalt de begiftigde toch nog erfbelasting op de schenking. Het is mogelijk een schenking van roerende goederen te laten registreren of die te laten verlijden door een Belgische notaris. Daarop is geen erfbelasting meer verschuldigd, zelfs als de schenker binnen de drie jaar overlijdt, maar er moet wel schenkbelasting worden betaald, plus eventueel het honorarium van de notaris (lees ook Schenken met controle, blz. 128).
Als een schenker door ziekte vreest dat hij de termijn van drie jaar niet haalt, kan hij de schenking toch nog laten registreren door de onderhandse schenkingsdocumenten aan te bieden op het bevoegde registratiekantoor en schenkbelasting af te dragen. In Vlaanderen is het niet meer mogelijk de onderhandse schenkingsdocumenten neer te leggen via een Belgische notaris.
Reservataire erfgenamen — de huwelijkspartner, de kinderen en de ouders — hebben recht op een gewaarborgd minimumdeel van de erfenis. Als de schenker die regel niet respecteert, kunnen de benadeelde erfgenamen via de rechtbank hun reservataire deel opeisen.
· Onroerende goederen
Een schenking van een onroerend goed — bijvoorbeeld een woning of een stuk grond — moet altijd gebeuren via een notaris. De schenkbelasting wordt berekend op de waarde van de goederen. Het tarief hangt af van het gewest waar de schenker op het ogenblik van de schenking zijn fiscale woonplaats heeft, en van de verwantschap tot de schenker.
Het tarief is progressief: hoe hoger de waarde, hoe hoger de schenkbelasting. Sinds 1 juli is de schenkbelasting voor onroerende goederen in Vlaanderen fors verlaagd, waardoor vastgoed schenken vaak voordeliger is dan erven. In rechte lijn en tussen partners is 3 procent schenkbelasting verschuldigd op de eerste schijf van 150.000 euro, 9 procent op de schijf van 150.000 tot 250.000 euro, 18 procent op de schijf van 250.000 tot 450.000 euro en 27 procent op het deel boven 450.000 euro. In het Waals en het Brussels Gewest bedraagt het tarief 30 procent op het deel boven 500.000 euro.
Een testament maken
De erflater kan de vererving van zijn nalatenschap vastleggen door een testament op te maken. Hij kan dat zelf opstellen of daarvoor een beroep doen op een notaris. Met een testament kan hij anderen dan de wettelijke erfgenamen bevoordelen, of een wettelijke erfgenaam meer geven dan zijn reservataire erfdeel, binnen de beperkingen van de wettelijke reserve.
Het is ook mogelijk een deel van zijn vermogen na te laten aan een goed doel via het zogenoemde duolegaat. Dat is een testament dat een deel van de nalatenschap doet toevallen aan een goed doel — zoals het Rode Kruis — en een ander deel bijvoorbeeld aan een ver familielid of een vriend. Doordat in het duolegaat wordt opgenomen dat het goede doel zowel de eigen erfbelasting als die van het familielid of de vriend betaalt, kunnen de begunstigden daarmee flink wat belasting uitsparen.
Begunstigingsclausule van een levensverzekering
Heeft een erflater een of meer levensverzekeringen met een uitkering bij overlijden, dan kan hij de begunstigingsclausule altijd wijzigen. Alleen in polissen waarvan de premie fiscaal in mindering is gebracht, zoals een pensioenspaarcontract of een langetermijnspaarcontract, is er een verplichte begunstigingsclausule bij overlijden waarvan de verzekeringsnemer niet kan afwijken.
De houder van een groepsverzekering kan vrij een begunstigde aanwijzen. Gaat het kapitaal naar de huwelijkspartner of de kinderen jonger dan 21 jaar, dan hoeven die daar geen erfbelasting op te betalen, andere begunstigden wel.
Huwelijkscontract
· Getrouwd onder het wettelijk stelsel
Getrouwde partners kunnen erfenisbeschikkingen treffen door hun huwelijkscontract aan te passen. De afspraken in een huwelijkscontract primeren op het wettelijk erfrecht. Een echtpaar dat getrouwd is onder het wettelijk stelsel, kan bijvoorbeeld laten vastleggen dat het gemeenschappelijk vermogen volledig toevalt aan de langstlevende partner (het verblijvingsbeding).
De sterfhuisconstructie is een clausule die bepaalt dat de langstlevende partner het gemeenschappelijke vermogen krijgt als het huwelijk wordt ontbonden, ongeacht of dat gebeurt door een overlijden of door een echtscheiding. Daarop waren vroeger geen successierechten verschuldigd. In de praktijk werd zo’n beding vaak snel in het huwelijkscontract opgenomen als een van de echtgenoten zwaar ziek werd. Sinds 2012 staat die sterfhuisconstructie op de zwarte lijst van de fiscus, omdat de antimisbruikbepaling ze beschouwt als fiscaal misbruik. In het Vlaams Gewest is sinds 1 juli 2015 een decreet van kracht dat de sterfhuisconstructie altijd als een fiscaal misbruik beschouwt. Brussel en Wallonië blijven de zwarte lijst toepassen. Daardoor heft de fiscus toch erfbelasting op de helft van het gemeenschappelijke vermogen, tenzij de langstlevende partner kan bewijzen dat die techniek niet uitsluitend was ingegeven door fiscale motieven.
Er is wel een alternatief voor het sterfhuisbeding. Echtparen die getrouwd zijn met een gemeenschapsstelsel kunnen via hun huwelijkscontract een deel van de roerende goederen uit de huwelijksgemeenschap overplaatsen naar het vermogen van de partner van wie ze verwachten dat hij het langst zal leven. De langstlevende partner hoeft dan geen erfbelasting te betalen op de roerende goederen die hij boven op zijn helft in de huwelijksgemeenschap verkrijgt. Hij betaalt daarop de voordelige schenkbelasting van 3 procent (of 3,3 % in het Waals Gewest), in plaats van de erfbelasting, die kan oplopen tot 27 of 30 procent. Dat is geen misbruik, omdat die maatregel dient om de partner te beschermen — wat een niet-fiscaal motief is.
· Getrouwd met een scheiding van goederen
Voor koppels die getrouwd zijn met een scheiding van goederen of waarvan de zieke partner eigen goederen heeft — bijvoorbeeld uit een schenking of een erfenis — is er een andere uitweg. De zieke partner kan zijn roerend vermogen overdragen aan de andere partner, in ruil voor de betaling van 3 procent schenkbelasting (3,3 % in het Waals Gewest). De schenking gebeurt het beste via een notaris, omdat het risico op een overlijden groot is.
Ook samenwonende partners kunnen die techniek gebruiken, omdat ze enkel eigen vermogen hebben. Ook hier moet rekening worden gehouden met de reserves van de kinderen.
BART CHIAU EN JOHAN STEENACKERS
Sinds 1 juli is de schenkbelasting voor onroerende goederen in Vlaanderen fors verlaagd, waardoor vastgoed schenken vaak voordeliger is dan erven.
De verzekeringsnemer kan de begunstigingsclausule van een levensverzekering wijzigen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier