NMBS. Het alternatieve Belgacom

Tegen ’98 zal twee derden van het Belgische spoornet van glasvezel zijn voorzien… en wil de NMBS de konkurrentie aangaan met Belgacom. Een ambitieus én riskant investeringsprojekt.

Over te hoge telefoontarieven heeft de NMBS (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen) zelden te klagen. Zowat de helft van haar 42.000 werknemers belt immers kosteloos, via een intern netwerk. “Gesprekken op administratief en technisch niveau lopen langs ondergrondse telefoonkabels die langs de spoorlijnen liggen en eigendom zijn van de NMBS, ” zegt Paul De Smet, adjunkt-direkteur infrastruktuur van het overheidsbedrijf.

Die kabels verbinden via stations en seinposten alle grote Belgische steden. Ze zijn dus in zekere mate landdekkend. Een strategische troef waarvan de NMBS zich meer en meer bewust lijkt te worden.

Een eerste tipje van de telekomambities van het spoorbedrijf werd ontsluierd dit voorjaar, toen de NMBS-top verklaarde een deel van zijn grondeigendom ter beschikking te willen stellen van de tweede mobilofoonoperator. Op 31 juli volgde een nog opvallender signaal. Toen liet Hermes Europe Railtel een consortium van 11 spoorwegmaatschappijen, waaronder de NMBS weten dat het financiële licht op groen was gezet voor de aanleg van een paneuropees glasvezelnet. Medio ’96 wordt de eerste faze afgerond. Dan moeten twaalf steden uit vijf Europese landen onderling met elkaar verbonden zijn.

VIDEO.

In België worden de steden Brussel en Antwerpen gevizeerd. Niet toevallig steden waar de NMBS onlangs een Europees experiment rond videokonferentie het CityTEN-projekt ondernam. “De spoorweg tussen beide steden is voorzien van een multimode-glasvezel, ” legt Herman Vanderborght van de telekomafdeling van de NMBS uit. “Langs die lijn en in samenwerking met de Franse en Britse spoorwegen hebben we video- en telefoonsignalen tussen Londen en Antwerpen vervoerd. ” Aan het experiment namen ook de Belgische kabelmaatschappijen Integan en Brutélé deel.

Hermes is nu voor de NMBS het startsein om de rest van zijn (deels verouderde) telekominfrastruktuur grondig op te frissen. Paul De Smet : “Tegen ’98 hopen we zo’n 2000 kilometer of twee derden van het Belgische spoorwegnet van glasvezel te hebben voorzien. ” Een ambitieus investeringsprojekt. Met een navenant prijskaartje : 3,5 miljard frank, gespreid over diverse jaren (ter vergelijking : de NMBS boekte vorig jaar gekonsolideerd 11,4 miljard frank afschrijvingen, 3,9 miljard frank bedrijfsverlies en een omzet van 63 miljard).

“In die prijs zijn zowel transmissie, optische vezels als schakelapparatuur begrepen, ” nuanceert Herman Vanderborght. Maar of de nodige geldbronnen zullen kunnen gevonden worden, lijkt onzeker. Vanderborght : “Momenteel praten we over een geschikte vorm van financiering die ons de kans zou geven het snelle installatieritme te volgen. ” Meerbepaald denkt de NMBS eraan het materiaal te leasen of te huren en de uitgaven beter te spreiden in de tijd.

BELGACOM.

Het jaar ’98 bezit een grote symboolwaarde en daar heeft de NMBS-top blijkbaar iets voor over. Vanaf dit jaar kan én mag het immers zijn telekomnetwerk verhuren aan derden. Vanaf dan komt voor het eerst de NMBS in rechtstreekse konkurrentie met Belgacom. Een stille, maar resolute omwenteling. Vergelijk het met een Belgacom dat er plots in zou slagen om op eigen houtje treinen te laten rijden, los van de infrastruktuur van de NMBS.

Wat zoekt het spoorwegbedrijf in de telekommunikatie ? En waarom heeft het daar zo’n riskante financiering voor over ? Paul De Smet : “Na de start van het liberalizeringsproces zijn we geregeld gesolliciteerd geweest. Door onze investeringen in glasvezel komt nu een overkapaciteit vrij die precies aan die interesse tegemoetkomt en onze investeringen beter zal rendabilizeren. ” De rode draad in het verhaal blijft echter, zo beklemtoont hij, dat de NMBS eigenaar wil blijven van haar infrastruktuur.

De Smet ziet voor de toekomst, grosso modo, drie mogelijke perspektieven. Eén : het spoorwegbedrijf verhuurt zijn lijnen aan derden. Twee : het stelt bandbreedte ter beschikking, maar behoudt het beheer en de kontrole over de lijnen. Drie : de NMBS wordt een totaal onafhankelijke operator die zelf telekomdiensten zal leveren aan derden.

“De meeste spoorwegbedrijven in Europa kiezen voor de tweede oplossing, ” zegt De Smet, met een knipoog naar BRT (British Rail Telecommunications) dat glasvezellijnen verhuurt aan de telefoonmaatschappij Mercury. Uitzonderingen op de regel zijn Enertel een consortium van energiebedrijven en de Nederlandse Spoorwegen, dat onlangs naast de tweede GSM-licentie greep en Deutsche Bahn, die samen met de Duitse Veba-groep een volbloed telekomoperator hoopt te worden.

Blijft de NMBS bij de tweede mogelijkheid, dan zit ze op perfekt dezelfde golflengte als het Hermes-consortium. Daar luidt de filozofie als volgt : ieder Hermes-lid investeert voor zich en verhuurt kapaciteit aan Hermes, die daarmee internationale verbindingen verkoopt aan de PTT’s en konkurrerende operatoren. Voor de nationale verbindingen blijft de NMBS baas in eigen huis. En erg belangrijk Hermes is niet van plan rechtstreeks aan eindgebruikers te verkopen of zelf te schakelen op het net. Een gezonde toekomstoptie, zo lijkt het.

PDP

PAUL DE SMET (NMBS) “We willen eigenaar blijven van onze telekominfrastruktuur. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content