Nina, de prima ballerina

Sinds enkele maanden heeft het wereldberoemde Wiener Staatsballett-gezelschap een Belgische in zijn rangen: de negentienjarige Nina Tonoli.

Op 1 januari gaat het nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker weer live de ether in. Elk jaar kijken 1 miljard mensen in 70 landen naar die uitzending. Het lijkt alsof het nieuwe jaar pas echt begint als in Wenen de walsen van de Strauss-dynastie hebben geklonken. De jonge Belgische harpiste Anneleen Lenaerts speelt voor de tweede keer mee in het orkest. Sinds kort heeft nog een andere Belgische een stek bij een vooraanstaand Weens cultuurmonument: de Oost-Vlaamse balletdanseres Nina Tonoli (19). Zij danst sinds september bij het Wiener Staatsballett, het gezelschap dat elk jaar danst tijdens de live-uitzending van het nieuwjaarsconcert.

Elk jaar vraagt het Wiener Staatsballett een gastchoreograaf voor dat evenement. Deze keer is het de Brit Ashley Page. De locatie is het Schloss Hof, een barokpaleis dicht bij de Slowaakse grens. Maar Tonoli is op nieuwjaarsdag nog niet te zien in de uitzending: “Jammer genoeg niet. Het ballet wordt lang van tevoren opgenomen. Meestal net voor het cultuurseizoen begint, zodat de repetities voor andere voorstellingen er geen last van hebben. Net op dat moment kwam ik bij het gezelschap. Te laat dus om mee te kunnen dansen. Misschien volgend jaar.”

Sterk en soepel

Nina Tonoli studeerde deze zomer af aan de Royal Ballet School in Londen, een van de meest prestigieuze balletscholen ter wereld. “Als kind danste ik al overal waar ik kon. Pas op mijn negende begon ik met dansles. Het ging me goed af en ik deed het graag. Aan een professionele carrière dacht ik eerst niet. Toen ik een middelbare school moest kiezen, tipte iemand me over de Koninklijke Balletschool in Antwerpen, de enige volwaardige balletopleiding in België. Ik deed auditie en werd toegelaten. Een wonder, want ik had amper ervaring. Maar volgens de school was dat juist een voordeel. Ik was nog kneedbaar en had nog niets fout geleerd. Bovendien had ik mijn lichaam mee: ik was sterk en soepel.”

“Toen ik veertien en vijftien was, volgde ik twee zomerstages aan de Royal Ballet School. Meteen daarna deed ik auditie voor een opleiding aan de school. Tot mijn grote verbazing mocht ik beginnen. Even leek het schoolgeld, 30.000 pond per jaar, roet in het eten te gooien. Maar met een driejarige beurs kon ik op mijn vijftiende toch naar Londen.”

De aanpassing viel mee, zegt Tonoli. “Ik zat toen al drie jaar in Antwerpen op internaat. Ik was dus al vrij zelfstandig. In Londen woonde ik samen met een paar klasgenoten in een huis van de school, midden in het centrum. Londen is heel druk, maar het was heerlijk om er te wonen. Er was altijd iets te doen. Wenen is veel rustiger. Het is hier veilig en alles is netjes verzorgd, maar na Londen is het wel even wennen.”

Tikkeltje stijf

In het laatste jaar van de Royal Ballet School moeten de leerlingen proberen een contract bij een balletgezelschap binnen te halen. “Dat is niet gemakkelijk, want er zijn meer dansers dan plaatsen”, vertelt Tonoli. “Maar na een paar audities kon ik terecht in Wenen, Birmingham of München en bij het English National Ballet. Ik koos voor Wenen, omdat directeur Manuel Legris, een voormalige sterdanser van het ballet van de Opéra de Paris, heel enthousiast is over mij. Bovendien is de sfeer in het gezelschap, dat een tachtigtal dansers telt, erg open en vriendelijk. Iedereen danst voor zichzelf, maar onderling is er geen haat en nijd.”

“Ik vond het jammer Londen te verlaten, maar het is goed eens een ander gezelschap te leren kennen. Bij de Royal Ballet School overheerst het Britse ballet. Dat is technisch subliem, maar soms een tikkeltje stijf. In Wenen heb je veel Franse en Russische invloeden. De basis is dezelfde, maar het is iets frivoler. Dat past beter bij mij.”

Frietjes eten

Van je passie je beroep maken, het klinkt natuurlijk goed. Maar het leven als ballerina gaat niet over rozen. “Zoals elke jonge danser begin ik hier als corps de ballet. Ik dans enkel in groep. Ik mag al enkele rollen instuderen van ballerina’s die iets hoger op de ladder staan. Als zij ziek zijn, val ik in. Dat is een vrij unieke kans voor een schoolverlater zoals ik.”

“Zes dagen per week zijn er ‘s ochtends opwarmsessies en ‘s middags repetities. Daar komen ‘s avonds ook nog eens de optredens bij. Momenteel is het fysiek tamelijk zwaar. We repeteren de Notenkraker, in de choreografie van de legendarische Russische balletdanser Rudolf Noerejev. Die versie is een stuk zwaarder dan de originele choreografie. Daarnaast werken we al aan Die Fledermaus en Manon, die volgend jaar op het programma staan. De komende weken moet ik veel optreden. Ik kan dus niet naar huis met Kerstmis. Daarom komen mijn ouders me opzoeken in Wenen.”

Gelukkig zijn er ook rustigere periodes. Dan heeft Tonoli tijd om zich even als een normale tiener te gedragen. “Ik hoor hier dag in dag uit klassieke muziek, maar ik volg ook de hitlijsten, hoor. En als ik een tijdje geen voorstellingen heb, ga ik uit met mijn vrienden. Alcohol drinken mag weleens als ballerina, al mag ik niet overdrijven. Omdat ik tijdens het dansen zo veel calorieën verbrand, moet ik voldoende eten. Liefst gezonde voeding natuurlijk, maar een frietje of een stuk taart op zijn tijd kan echt geen kwaad.”

Dramatische balletten

Tonoli moet hard werken om de kost te verdienen. “Mijn salaris lijkt in de verste verte niet op dat van voetballers van mijn leeftijd”, lacht ze. “Het is net voldoende om mee rond te komen. Mijn ambitie is natuurlijk op te schuiven in het gezelschap. Als solist of principal — de toppositie in een compagnie — verdien je een stuk meer. Maar als je rijk wilt worden, kies je het beste niet voor een balletcarrière. Die duurt hoe dan ook maar tot je 30 of 35 jaar. Daarom wil ik er alles uithalen wat erin zit. Ik wil zo veel mogelijk ervaring opdoen en optreden in de grote theaters. En natuurlijk de mooiste rollen dansen, als het even kan in mijn favoriete stukken, het Zwanenmeer en Romeo en Julia. Ik hou van dramatische balletten, omdat ik dan veel gevoel in mijn dans kan leggen.”

Iris De Feijter

“In Wenen heb je veel Franse en Russische invloeden. De basis is dezelfde, maar het is iets frivoler. Dat past beter bij mij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content