Nieuwe spelregels voor duurzaam ondernemen
Vier Belgische ondernemingen testen het ‘Global Reporting Initiative’ uit om hun prestaties op het vlak van duurzaam ondernemen te meten. Die inter-nationale standaard bevordert de dialoog tussen het bedrijf en zijn stakeholders. Hoe werkt het. En wat kan het voor uw bedrijf opleveren?
(1) Breng Beweging in uw Bedrijf, Koning Boudewijnstichting, maart 2002.
In navolging van buitenlandse groepen zoeken steeds meer Belgische ondernemingen een evenwicht tussen economische, sociale en ecologische doelstellingen. Volgende donderdag, 18 december 2003, reikt het Instituut der Bedrijfsrevisoren ( IBR) voor de tweede keer in zijn bestaan de prijs voor het beste duurzaamheidsrapport uit.
Maar de wildgroei in de sector is groot. Daarom werkte de Coalition for Environmentally Responsible Economies ( Ceres) samen met het Milieuprogramma van deVerenigde Naties ( Unep) een internationale standaard uit om een jaarverslag op te stellen dat de prestaties van een onderneming op het vlak van duurzaam ondernemen weergeeft. De standaard werd Global Reporting Initiative, kortweg GRI, gedoopt.
Eind vorige maand pakte Proviron, een chemisch bedrijf uit Hemiksem, uit met zijn eerste duurzaamheidsrapport op het internet. Ook lingerieproducent Van de Velde uit Schellebelle behaalde vorige week het sociale Iso-certificaat. Dat zogenaamde SA 8000 garandeert dat de vennootschap strenge ethische normen voor haar werkomstandigheden hanteert. Deze voorbeelden bewijzen dat niet alleen multinationals zoals The Body Shop, Novo Nordisk of Johnson & Johnson maatschappelijk verantwoord kunnen ondernemen.
Toch is de overheid niet meteen van plan om de bedrijven duurzaamheidsregels op te leggen. Volgens Renaat Landuyt ( SP.A), Vlaams minister van Werkgelegenheid en Toerisme, moet corporate social responsibility ( CSR) een beweging zijn die boven de image building uitstijgt. “Vandaag bekommert de overheid zich alleen op het samenbrengen van de goede voorbeelden. Voor de rest laten we de ondernemingen hun gang gaan,” aldus Landuyt. “Pas als CSR de algemene stelregel wordt, zullen we deze norm in een wettelijk kader gieten.”
Niet slecht voor het imago
Ondertussen nam de Koning Boudewijnstichting ( KBS) zelf het heft in handen. In 1999 begon deze organisatie van openbaar nut met De Kring. Tien bedrijven wisselden twee jaar lang ervaringen uit om hun tripple bottom line ( people, profit, planet) op te krikken. De Kring bestaat uit Colruyt, Bacob, Alcatel Bell, Delvaux, Ecover, DL-Chemicals, Etex Group, Screg Belgium, AximaServices en Cherokee Europe. Het resultaat van die brainstorming-sessies mondde uit in een praktische handleiding met tips voor duurzaam ondernemen: Breng Beweging in uw Bedrijf (1).
In een tweede fase verzamelde KBS vier vrijwilligers om GRI in België te implementeren: Janssen Pharmaceutica, Bekaert, DVV en Proviron. Zij brengen deze maand hun eindrapport uit. “De resultaten zijn bemoedigend,” zegt coördinator Erik De Smedt, zaakvoerder van het adviesbureau In Society uit Bertem. “Behalve een inventaris van hun diverse realisaties biedt GRI de mogelijkheid om een sterkte-zwakteanalyse van het bedrijf te maken. Zo wordt ook een sectorvergelijking ( nvdr – de zogenaamde benchmark) mogelijk, wat de basis voor nieuwe bijsturings- en investeringsplannen kan zijn. Duurzaam ondernemen is een permanent leerproces, dat losstaat van elke hoog- of laagconjunctuur.”
Het KBS-proefproject leert dat ook Belgische bedrijven GRI met succes kunnen toepassen, besluit In Society, op voorwaarde dat er rekening wordt gehouden met de eigenheid van elk bedrijf. De Smedt: “Daarnaast is een ernstig engagement dé voorwaarde om tot een goed resultaat te komen.”
Diane Solon, verantwoordelijk voor de pers en de interne communicatie binnen de verzekeringsmaatschappij DVV (dochter van Dexia), beschouwt GRI als een ideaal middel om alle verwezenlijkingen op het vlak van duurzame ontwikkeling te inventariseren en naar de buitenwereld uit te dragen. Daarnaast stimuleert de standaard de dialoog met de stakeholders en de discussie over de principes van duurzame ontwikkeling, en maakt de objectieve informatie het mogelijk om de emotionaliteit van de institutionele beleggers beter te beheersen. Niet te vergeten: instappen in GRI is niet onaardig voor het merkimago. “En als GRI op lange termijn de internationale norm wordt, zal de uniformiteit van de verslagen zorgen voor een optimale leesbaarheid,” aldus Solon.
Wat rapportering betreft, kiest DVV voor de trapsgewijze aanpak. Daarbij primeert het sociaal jaarverslag, dat in juni 2003 voor het eerst verscheen. In dat document wordt een aantal GRI-indicatoren verwerkt, maar de milieu- en financiële gegevens wegen minder door, onder meer als gevolg van de overname door Dexia. “Duurzame ontwikkeling verloopt via een gestructureerde dialoog met de cliënten, de medewerkers, de overlegorganen en de leveranciers,” aldus Solon. “Voor DVV betekent dat in de eerste plaats de organisatie van verschillende panels over producten en de commerciële benadering. Want uiteindelijk gaat het bij duurzame ontwikkeling om het welzijn van iedereen op korte, maar vooral op lange termijn.”
Nood aan meer convergentie
Ook bij Bekaert Groep in Kortrijk is de tussentijdse balans van het proefproject positief. “Het GRI-project bevestigde dat we op de juiste weg zitten,” zegt HR-projectmanager Luc Buyst. “In een specifiek hoofdstuk van ons klassiek jaarverslag vermelden we de markantste feiten op het gebied van personeel, milieu, veiligheid en gezondheid. Via een geïnformatiseerd systeem vragen we relevante gegevens in de diverse vestigingen wereldwijd op. Die databank is de informatiebron voor al onze interne én externe stakeholders.”
De waarde van het KBS-project ligt volgens hem vooral in het contact met de andere leden van de werkgroep, waardoor je van elkaar kunt leren en de resultaten vergelijken. “Om het initiatief meer armslag te geven, geven we de voorkeur aan een aanpak binnen Business & Society – een groter netwerk van Belgische bedrijven – en de uitbreiding van GRI naar andere aanbevelingen, zoals AA1000 van de internationale non-profitorganisatie Account- Ability, de SA8000 van Social Accountability International en het model van de European Foundation for Quality Management ( EFQM). Het zou een goede zaak zijn als er meer convergentie kwam naar een wereldwijd aanvaarde standaard, met de nodige differentiatie per sector.”
Volgens Erik De Smedt beantwoordt GRI echter aan al die verzuchtingen. “Binnen dit concept kunnen de bedrijven informatie uit EFQM, gedragscodes en duurzame managementstandaarden samenbrengen. GRI heeft ook een aantal supplementen ontwikkeld, waarbij specifieke gegevens per sector in kaart worden gebracht.”
Eric Pompen
Net als de IAS-normen bevat GRI een set van concrete richtlijnen, gebaseerd op elf principes van duurzaam ondernemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier