Nieuwe doorbraak?

De goudprijs bereikte vorige week een nieuw hoogtepunt in euro. Welk signaal geeft dat nieuwe record aan de financiële markten?

De goudprijs bereikte vorig najaar na een stevige rally een voorlopig hoogtepunt op 1226 dollar. Sinds december beweegt het gele metaal zich in een vrij nauwe prijsvork tussen 1060 en 1160 dollar. In de eerste drie maanden van 2010 bedroeg de prijsstijging 1,7 %, wat mager uitvalt indien we vergelijken met de prestatie van basismetalen als lood, koper, aluminium en nikkel, die in dezelfde periode tot 20 % duurder werden. Is het toevallig dat goud zijn glans begon te verliezen toen de economie opnieuw begon aan te trekken? Of hebben de evolutie van de dollar en de geplande goudverkopen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) iets met de relatief minder goede prestatie te maken?

Perceptie

De dollar is slechts één manier om naar de goudprijs te kijken. In andere munten kan het plaatje er helemaal anders uitzien. Dat is bijvoorbeeld het geval in de munt die voor ons van belang is, de euro. Gemeten in de Europese eenheidsmunt, liet goud vorige week een recordniveau van 850 euro optekenen. Ook in Zwitserse frank, Japanse yen en Brits pond doorbrak het gele metaal de vorige hoogtepunten. De euro stond de voorbije weken zwaar onder druk door de Griekse schuldencrisis, maar het goud gaf geen krimp. We nemen de gelegenheid te baat om u nogmaals op het verschil tussen fysiek en papieren goud (termijncontracten) te wijzen. De globale jaarlijkse fysieke goudproductie bedraagt ongeveer 2600 ton. De totale vraag (juwelen, investeringsvraag en industriële vraag) ligt ongeveer de helft hoger. Dat de goudprijs niet al veel hoger staat, heeft te maken met het feit dat de fysieke markt volledig overschaduwd wordt door de papieren markt. De grootste handelsplaats voor termijncontracten met goud als onderliggende waarde is de Amerikaanse Comex (Commercial Exchange), een onderdeel van de Chicago Mercantile Exchange (CME), die alle grote grondstoffenbeurzen omvat. Het aantal uitstaande termijncontracten op goud heeft betrekking op meer dan honderd keer de hoeveelheid die fysiek beschikbaar is. Anders gesteld: er is nooit voldoende goud beschikbaar om alle papieren beloftes in te lossen. De prijs van papieren goud staat met andere woorden niet in verhouding tot de waarde van fysiek goud. Vroeg of laat zullen beide dan ook ontkoppelen of zal papieren goud gewoon ophouden te bestaan. Op korte termijn kunnen factoren als muntevoluties, uitspraken van centrale bankiers of goudtransacties die veel media-aandacht krijgen (bijvoorbeeld de IMF-goudverkoop) forse schommelingen veroorzaken in de prijs van termijncontracten op goud.

Schuldcrisis

Op langere termijn zijn die elementen irrelevant voor de prijsevolutie. De bullmarket in goud ging in 2001 van start en is nog lang niet aan zijn einde gekomen. De oorzaken van de financiële crisis, die in 2008 een voorlopig hoogtepunt kende, werden niet aangepakt. Het enige dat er veranderde, is dat probleemschulden van de private (vooral financiële) sector naar de publieke sector (overheden) zijn verschoven. Om de reële economie terug op gang te krijgen, hebben de monetaire overheden geen andere optie dan de vlucht vooruit te nemen. In de praktijk komt dat neer op een steeds groter wordende schuldenberg door chronische begrotingstekorten en een aangroeiende schuldgraad. Over schulden terugbetalen wordt er trouwens al lang niet meer gesproken. Puur mathematisch is dat ook onmogelijk geworden. Overheden slepen zich daarom van herfinanciering naar herfinanciering. De enige conclusie is dat het schuldgedreven monetaire systeem zoals we het de voorbije decennia kenden, zijn houdbaarheidsdatum te ver heeft overschreden.

Goud als rijkdom

Een oplossing voor dat probleem kan niet gevonden worden zonder goud erbij te betrekken. Het metaal heeft al 6000 jaar zijn kwaliteiten als consolidator van rijkdom bewezen. In feite is het goud dat zijn waarde behoudt, terwijl de munten waarin goud wordt uitgedrukt, minder waard worden.

De monetaire politiek die de (westerse) centrale banken de komende jaren noodgedwongen zullen voeren, zal ertoe leiden dat steeds meer investeerders hun heil in het gele metaal zullen zoeken.

Er zijn in essentie twee manieren om tegen goud aan te kijken en ook hier is het onderscheid terug te brengen tot papieren versus fysiek goud. Beide impliceren een totaal verschillende strategie. Bij fysiek goud gaat het helemaal niet om het investeren op zich, maar om het behouden van de bestaande rijkdom of koopkracht. Wie investeert in fysiek goud, gelooft dat het gele metaal in een niet zo verre toekomst zijn historische rol als de meest betrouwbare ‘rijkdombewaker’ opnieuw zal opnemen. Dat dit gepaard zal gaan met een grote revaluatie van het goud, is onvermijdelijk. Investeerders moeten de gevolgen van hun keuze beseffen. Een investering in papieren goud (termijncontracten) via afgeleide producten als trackers, turbo’s of opties, is in niets verschillend van een belegging in een andere grondstof. De koper heeft immers op geen enkel moment de intentie om fysieke levering te vragen en wil enkel inspelen op het prijsverschil tussen de termijncontracten. De winst (of het verlies) op die transacties wordt afgerekend in de onderliggende munt. Wie fysiek goud koopt, haalt in feite zijn geld uit het financiële systeem en stelt dus een daad van wantrouwen tegenover de monetaire overheden. Fysiek goud is niet om mee te traden, het is een slim alternatief om overtollig geld te parkeren dat nu in andere activa, zoals aandelen, obligaties of vastgoed geïnvesteerd is. Er hangt aan goud geen tegenpartijrisico vast, in tegenstelling tot bij andere activa. Het ontbreken van een rentevergoeding op goud is vanuit dat standpunt dus geen nadeel, maar eerder een voordeel. (C)

Door Koen Lauwers

De monetaire politiek die de (westerse) centrale banken de komende jaren noodgedwongen zullen voeren, zal ertoe leiden dat steeds meer investeerders hun heil in het gele metaal zullen zoeken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content