Niet voor broekjes
Zin om de fiscale druk en de eeuwige regen in België achter te laten? Naar het buitenland trekken is een oplossing, maar het gras is lang niet altijd groener aan de andere kant van het hek. Trends sprak met vier ‘expats’.
De traagheid van Portugal
Bicos is een piepklein Portugees dorpje van 250 zielen in de regio van Alentejo, op 150 kilometer ten zuiden van Lissabon. De postbode komt er zelfs niet langs. Toch besloot de 60-jarige Belg Joris De Vos vier jaar geleden om er te gaan werken.
De Vos, getrouwd en vader van drie kinderen, is landbouwingenieur. In 1992, toen hij al tien jaar bij Tractebel werkte als marketingverantwoordelijke voor Latijns-Amerika en het Midden-Oosten, werd hij bij een herstructuring bedankt voor bewezen diensten. Hij was 51. “Sommige mensen blijven op zulke momenten verweesd achter,” zegt hij. “Voor mijn echtgenote en mijzelf was het het signaal om het geweer van schouder te veranderen.”
De Vos en zijn echtgenote, een chemisch ingenieur, zijn geen groentjes in buitenlands werk. Hij heeft er tien missies opzitten, onder meer in Brazilië, waar hij in 1996 een zuivelfabriek bouwde voor de Belgische Coöperatie, in Zaïre, waar hij voor het suikerbedrijf Moerbeke Kwilu werkte, en opnieuw in Brazilië, waar hij een lokaal bureau voor de Antwerpse firma Extraction De Smet heeft opgezet.
In 1992 verwierf het koppel in Portugal een landbouwterrein van vier hectaren _ genoeg voor een huis en beroepsinfrastructuur. Cobelgal was geboren. De Vos leidde verschillende door de Europese Unie gecofinancierde wetenschappelijke onderzoeksprojecten naar het gebruik van bamboe in de industrie. Nu plukt hij de vruchten van zijn Europese research. Cobelgal, dat actief is in de behandeling van afvalwater, commercialiseert zuiveringsstations op basis van waterplanten en bamboe, die het koppel op de vier hectare rond zijn huis verbouwt.
Het kapitaal voor zijn onderneming haalde Joris De Vos uit twee bronnen: 60% uit eigen middelen, 40% is afkomstig van giften van zijn gastland. “Het bankkrediet is in Portugal erg duur,” legt hij uit. “Maar de regering levert puik werk voor alles wat kredieten en financieringen betreft. Het is hier de regel dat elke onderneming, zelfs die van de buitenlanders, geld kan krijgen als ze het binnenland helpt opwaarderen, lokale werknemers binnenhaalt of bestaande infrastructuur moderniseert.”
Het Portugese economische weefsel mist de maturiteit van België, denkt De Vos. “Portugezen staan open voor buitenlandse invloeden maar missen wat organisatie en gevoel voor planning. Je moet dus kunnen leven met onvoorziene omstandigheden, zoals in Brazilië of in Afrika.” Geregeld zijn er stroomonderbrekingen. Die kunnen één dag duren, soms zelfs twee: gehaast zijn ze blijkbaar niet. De Vos: “Het gevolg daarvan is dat je uitzonderlijk flexibel moet kunnen zijn. Maar ik onderstreep dat je knowhow zowel in Portugal als in België resultaat kan opleveren. Het is geen slechte zaak om het sérieux van Noord-Europa ingang te doen vinden in het zuiden. Je moet alleen een beetje geduld leren opbrengen.”
Multiculturele Emiraten
Over naar Dubaï, na Abu Dhabi de tweede stad van de Verenigde Arabische Emiraten, een staat die pas in 1971 werd opgericht. Ralph Busselot, een 37-jarige Belg, vader van twee kinderen, is zijn vrouw gevolgd. Zij werd er in 1992 door het reclamebureau BBDO naartoe gestuurd. “Bij mijn aankomst ging ik op zoek naar opportuniteiten in mijn vakgebied, de grafische kunsten,” zegt hij. “Het heeft mij zes tot negen maanden gekost om contacten te leggen met verschillende banken en zakenlui. Stap voor stap heeft dat de deuren geopend. Een particulier heeft mij geld geleend, weliswaar tegen een zeer hoge intrestvoet. Het is de enige manier om te beginnen: de banken staan helemaal niet te springen om je het eerste jaar te helpen.”
Uiteindelijk werd in 1993, één jaar na zijn aankomst, Trucolor opgericht (omzet: 1,5 miljoen dollar). Het is een productie- en drukbedrijf dat werk geeft aan 22 mensen. De zaak draait goed, en Busselot startte in 1998 met een tweede onderneming: Color Byte, een verdeelbedrijf van digitale drukuitrustingen en randapparatuur. “Ik heb alles ter plaatse gemaakt,” zegt de graficus. “Maar de markt van de Emiraten is heel open _ niet vanuit financieel oogpunt maar wel commercieel. Alles gaat hier erg snel: je moet je kunnen aanpassen aan de enorme concurrentie. Maar om het even wie wil beginnen, kan dat ook. Er zijn geen beperkingen.”
De Emiraten zijn een bijzondere, sterk multiculturele plek. De bevolking bestaat voor 85% uit buitenlanders, voornamelijk Aziaten. “Wegens die multiculturaliteit is er een grote levensvrijheid,” zegt Busselot. “De leiders van dit land zijn dat op erfelijke titel en de vrijheid van meningsuiting bestaat niet. Maar de regering probeert naar best vermogen de verschillende bevolkingsgroepen tevreden te stellen en dat lukt best aardig.” Het land is politiek stabiel. Er is een grote veiligheid en geen werkloosheid. Dat is het resultaat van de arbeids- en immigratiepolitiek, die eist dat men niet in de Emiraten kan wonen als men geen job heeft. Doordat het land zo jong is, vertoont het juridische systeem nog enkele zwakheden. Busselot: “Iedereen heeft zijn eigen visie op de wetgeving. Drie wetten verbieden iets, terwijl drie andere het toelaten. Met de tijd leer je het wel. Maar het geeft ook een grotere flexibiliteit.”
Afdokken in Miami
Guy Posschelle, een 62-jarige metaalingenieur die in de Verenigde Staten woont, ziet het even niet zitten. Om professionele redenen wil hij zich laten naturaliseren. Volgens hem is dat een quasi-verplichting in landen als Australië, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika, Canada en de Verenigde Staten. Alleen weigert België de dubbele nationaliteit aan zijn uitgewekenen. “Wie de nationaliteit van zijn adoptieland wil aannemen, moet zijn Belgische en Europese nationaliteit achterlaten,” aldus de afgevaardigde van de Union Francophone des Belges à l’étranger. Sinds tien jaar voert hij een strijd bij de Belgische ministers en de publieke overheden opdat de wet op niet-erkenning van uitgewekenen zou veranderen. “Maar in tegenstelling tot de ons omringende landen, die dit systeem hebben opgeborgen, houdt België vast aan de kleingeestige mentaliteit die wil dat wie vertrekt vergeten wordt. Ik noem dat de rancune van de kleintjes.”
Posschelle verliet België in 1968. Vóór zijn definitieve emigratie had de ingenieur al verschillende opdrachten uitgevoerd in India, Pakistan en Nepal voor het Antwerpse bedrijf Extraction De Smet. In 1968 vertrok hij voor elf jaar naar Mexico, waar hij een plaatselijk De Smet-kantoor moest opzetten. Daarna volgde een verhuis naar Atlanta, Georgia. In 1984 besloot hij om zelfstandige te worden. Hij zette koers naar Miami, in Florida, om er met zijn eigen middelen GA Expertise op te richten, een consultancymaatschappij voor internationale instellingen, gespecialiseerd in voeder. Daarnaast verkoopt het uitrustingen voor expanderende fabrieken, vooral in Mexico.
“In de Verenigde Staten zet je in 24 uur een bedrijf op,” vertelt hij. “Geen papiermolen, alleen eens per jaar een belastingaangifte. Maar je moet je geen illusies maken: hier is alles al eens uitgevonden. De VS is bovendien zo ontzettend groot. Om naam te maken, moet je een heel duidelijk idee hebben van wat je wil doen. Ik raad expats in spe aan om eerst voor anderen te werken. Zo kun je de markt leren kennen en precies zien waar je je wil positioneren. En natuurlijk moet je over eigen kapitaal beschikken: Amerika is immers ontzettend duur.” Een laatste raad aan toekomstige emigranten: let op voor advocaten. “Die pikken de nieuwelingen er zo uit.”
Plantrekken in Bangkok
Op naar het oosten. Bangkok, waar het het hele jaar door 30 tot 35 graden is, werd door Delhaize uitgekozen om er haar afdeling Delhaize Pacific te vestigen. Denis Knoops (35), getrouwd en vader van drie kinderen, vertrok met een ploeg van vijf mensen. “We zijn de eerste expats van Delhaize,” zegt hij. “Toen ik hier in december 1997 aankwam, was er niets: geen voorzieningen, geen bedrijf, geen werkvergunning, geen telefoon. We hadden alleen een lege ruimte van 100 vierkante meter in een plaatselijk bedrijf.” Maar om een telefoonaansluiting te krijgen, is een vergunning nodig; om een vergunning te krijgen is een bedrijf nodig… “We hebben het Plan B in werking gesteld: de plantrekkerij. We namen een Thaise secretaresse in dienst en zijn gestart.”
Voor Knoops was alles nieuw. “Ik was de dertig voorbij en wou mijn horizon verbreden,” zegt hij. “Het was een uitdaging, zowel professioneel als privé. Mijn vrouw en ik namen sámen de beslissing. Dat is van essentieel belang als je weet dat 70% van de missies mislukken omdat de partner zich niet kan aanpassen.” Werken met Aziaten bracht hem in het begin behoorlijk van zijn stuk. “De Thai zijn immer glimlachende en zeer hard werkende mensen, die de onderneming als een familie beschouwen. De relationele kant is hier van kapitaal belang, veel meer dan in België.” Het is er dan ook niet uitzonderlijk om een volledig team zijn chef te zien volgen wanneer die een onderneming verlaat. Knoops: “Het respect voor de hiërarchie is heilig. Zelfs als ze weten dat je je vergist, laten ze je met je kop tegen de muur lopen. Het heeft veel moeite gekost om mijn bedienden ervan te overtuigen dat ik hun kennis van het land écht nodig heb en dat ze mij zonder mij te beledigen hun mening kunnen geven. Uiteindelijk zijn ze eraan gewoon geraakt en nu houden ze zich tijdens de brainstormsessies niet in.”
Drie jaar na haar oprichting telt Delhaize Pacific 22 winkels in Thailand, 25 in Indonesië en 31 in Singapore. “Wat mij bevalt, is de openheid van het land. Hier is alles mogelijk, zonder belemmeringen. Een winkel kan in twee maanden opengaan, terwijl je in België al jaren nodig hebt om de licenties te krijgen.”
Françoise AntoineAlain Mouton
Alain Mouton
“Je moet in Portugal veel geduld hebben. Haast kennen ze niet. Geregeld hebben we stroomonderbrekingen die twee dagen duren.”
“Het juridische systeem van de Verenigde Arabische Emiraten is niet altijd coherent. Drie wetten verbieden iets, terwijl drie andere het toestaan.”
“In de Verenigde Staten richt je in 24 uur een bedrijf op. Geen papiermolen, alleen eens per jaar een belastingaangifte.”
“In Thailand is het respect voor de hiërarchie heilig. Zelfs als ze weten dat je fout zit, laten ze je met je kop tegen de muur lopen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier