Niet stoppen met shoppen
In de winkelketen Euro Shop stoppen de consumenten niet met shoppen. De winkels maakten sinds oktober een omzetsprong van 20 procent. “Laat dit nog maar even zo doorgaan”, vindt de West-Vlaamse oprichtersfamilie Kerckhof. Toch blijven expansieplannen noodgedwongen in de koelkast.
Door Sjoukje Smedts
Sjoukhe Smedts
De omschrijving pater familias was nooit toepasselijker dan voor Daniel Kerckhof. In het kantoor met uitzicht op de Euro Shop-winkel van Roeselare verzamelt zijn hele gezin in een grote kring rond hem. Ze horen hoe hun vader of echtgenoot Euro Shop in 1958 oprichtte als een Amerikaans stockhuis. Het is duidelijk niet de eerste keer dat echtgenote Dina Lafere, dochter Dorine en zoons Danny en Didier het verhaal horen. Dat ze horen hoe Kerckhof samen met zijn broer Marcel en met medeoprichter Roger Lefevere, de vader van Quick Step-manager Patrick Lefevere, in Frankrijk en Duitsland legermateriaal – “van bombardons tot schoenen, het was vaak een verrassing wat er uit de dozen zou komen” – aankocht. Hun klanten waren voornamelijk boeren, maar toen die in de jaren zestig hun geld meer konden laten rollen, werd het assortiment van Euro Shop uitgebreid.
De zes winkels die de keten ondertussen telt, verkopen vandaag een allegaartje aan producten, waarvan een aanzienlijk deel uit Aziatische landen wordt ingevoerd. Bij het horen van Euro Shops slogan ‘wedden dat we het hebben’, dringt de vraag zich dan ook op of een aanpassing van de strategie niet is aangewezen. Is het niet eenvoudiger en winstgevender om een kleiner aanbod te selecteren? “Dan zouden we ons hele concept verliezen”, werpt Dorine, die verantwoordelijk is voor de aankoop van seizoensartikelen, op. “Veel leveranciers begrijpen ook niet waarom we het zo ingewikkeld maken en zelfs nog nagels per stuk verkopen. Maar wanneer je de rekening maakt, moet je de meerverkoop van andere producten die hierdoor tot stand komt, erbij tellen.” Ook de restaurants in de Euro Shop-winkels en het tankstation op de parking aan de vestiging in Roeselare moeten voornamelijk trafiek creëren. “We kunnen de drank en de benzine daar alleen zo goedkoop aanbieden omdat we er minder aan verdienen dan andere bedrijven. Maar de meerverkoop waarvoor ze zorgen, maakt dat goed.” Euro Shop noteerde in 2007 een omzet van bijna 73 miljoen euro en een nettowinst van bijna 4,2 miljoen euro.
Fortuin in crisisperiode
De familie Kerckhof ziet de Carrefours en Makro’s van deze wereld niet als rechtstreekse concurrent. “In de Verenigde Staten is ons soort winkels veel meer ingeburgerd dan hier”, vindt Daniel Kerckhof. “Mogelijk kunnen zulke andere ketens in de toekomst ook hier aarden”, denkt hij. Zijn uitspraak wordt op geroezemoes onthaald. De andere gezinsleden wijzen erop dat het in België erg moeilijk is om vergunningen te krijgen voor het openen van grotere warenhuizen, zeker als je een locatie in de periferie op het oog hebt. “Onze winkel in Kortrijk opende de deuren in 2006, zeventien jaar nadat we de grond hadden gekocht. Veel Vlaamse steden leggen beperkingen op aan ontwikkelingen in de periferie, onder het voorwendsel dat ze zo de handel in de binnenstad beschermen. Maar voor buitenlandse megaprojecten rollen ze wel vaak de rode loper uit of passen ze zelfs de wetgeving aan. Kijk maar naar de Ikea-wet, (die de voorwaarden voor inplanting van grote winkelcentra vastlegt, nvdr). Een Euro Shop-wet zal er wellicht nooit komen. Jammer, want de vergunningen bepalen mee onze expansie.” Om de komende jaren toch te blijven groeien, kijkt de familie Kerckhof daarom ook naar Wallonië. Al hoopt ze ook enkele bestaande vestigingen te vergroten of vernieuwen.
Het economische klimaat geeft de keten alvast een duwtje in de rug. “Als dit crisis is, mag het dat altijd zijn. We deden nooit betere zaken. Ik heb trouwens altijd gehoord dat grote fortuinen worden gemaakt in crisistijd”, reageert Daniel Kerckhof. De omzet van Euro Shop steeg sinds oktober met 20 procent. Met dank aan het goedkope imago. Hoewel. De meubelafdeling van Euro Shop, die de afgelopen jaren erg belangrijk werd, ondervindt wel last van het prijsimago. “Bij de keuze van meubels is bijvoorbeeld ook smaak een doorslaggevende factor. Sommigen veronderstellen automatisch dat ze bij ons hun gading niet zullen vinden omdat onze meubels goedkoper zijn”, stelde Danny Kerckhof, die verantwoordelijk is voor de meubelafdeling, vast. “Terwijl Stevens Meubel, dat we ook overkoepelen, wel goed staat aangeschreven.”
Bijhorende spanningen
Met de holdings Vabelda, Vabeldo en Vabeldi is de familie Kerckhof ook actief op de Belgische en Franse vastgoedmarkt. Zo’n 350 panden, voornamelijk voor de retailsector, staan onder hun beheer. Vabeld investeert in winkelparken in de periferie, winkels op toplocaties in de binnenstad en in mindere mate in residentieel vastgoed. Onder andere het vastgoed van de Carrefourvestiging in Zemst, de H&M-winkel in Brugge en het gebouw van het Kruidvat in Oostende zijn in handen van de familie. “We werken dus ook voor concurrenten. Waarom niet? Wat wij niet doen, doet iemand anders toch. Dat is risicospreiding”, zegt Didier Kerckhof, die verantwoordelijk is voor de vastgoedtak. En de Kerckhofs lijken nog meer aan risicospreiding te doen. Ook de schaatsbaan Finlandia in Gullegem is hun eigendom. “Een aankoop die we deden met een tiental mensen, die later een voor een hun deel verkochten.”
Kopen de leden van de familie Kerckhof binnenkort ook elkaar uit Euro Shop? Daniel Kerckhof is ondertussen toch al 72. “We bekijken hoe het verder kan, wanneer vader een stap achteruit doet. Tot nu toe koesteren we allemaal de ambitie om actief te blijven in Euro Shop. Dat is geen struikelblok, want het bedrijf is voldoende groot”, aldus de tweede generatie, die ondertussen duidelijk gewend is samen te werken met familie. “Ja, je deelt niet altijd dezelfde mening en de bijhorende spanningen worden mee naar huis genomen. Maar daardoor weet je altijd wel waarover gesproken en ben je ook verplicht om je problemen uit te praten.” (T)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier