Niet meer knock-out in eerste ronde
Er vallen opnieuw klappen, maar de Europese en Belgische economie gaan niet meer knock-out bij de minste tegenslag.
Daan Killemaes
In de jaren 70, 80 en 90 stonden de Europese en Belgische economie maar wankel op de benen. Een stevige uppercut op de kin en ze ging plat tegen het canvas, om daarna bloed spuwend en strompelend overeind te krabbelen.
Vandaag staan we opnieuw in de hoek waar de klappen vallen: een relatief dure euro, dure energie en grondstoffen, recessie in de VS, een dreigende leeglopende vastgoedzeepbel annex bank- en kredietcrisis in een aantal Europese lidstaten, enzovoort. Staat de Europese economie stevig genoeg op de benen op deze klappenregen op te vangen?
Misschien wel, opperen de Europese Commissie en de Nationale Bank. Deze instellingen putten moed uit de vaststelling dat na het cyclische hoogtepunt van 2000 de neergang minder diep was en het herstel voorspoediger verliep. Dat kan erop wijzen dat onze economie schokbestendiger en veerkrachtiger is geworden. Een klavertje vier moet deze hoop rechtvaardigen: beter beleid, oosterse groei, meer jobs en een dikke konijnenpoot.
Beter monetair en fiscaal beleid
Vooral het monetaire beleid is van een veel betere architectuur sinds de introductie van de euro. Gedaan met welvaartsverstorende devaluaties en inflatieoprispingen. Dat heeft het investeringsklimaat fors verbeterd, en omdat de ontsnappingsroute van een devaluatie is afgesloten, worden landen als België verplicht om een gezond economisch beleid te voeren door bijvoorbeeld de loonkosten in het gareel te houden.
Ook op het fiscale front boekte Europa wat terreinwinst. In de jaren 80 en 90 sloeg de recessie toe op een moment dat heel wat lidstaten nog met grote budgettaire tekorten kampten. Het resultaat was dat er bespaard moest worden in moeilijke tijden, wat de recessie verder uitdiepte. Nu knelt het fiscale keurslijf minder en is er meer armslag om wat budgettair tegengas te geven als de conjunctuur afzwakt.
België heeft budgettair echter minder goede papieren. Omdat van de voorbije goede conjunctuur geen gebruik werd gemaakt om wat begrotingsoverschotten op te bouwen, kan de regering het zich nu niet veroorloven om via wat deficit spending een tegenvallende conjunctuur te milderen.
De rugwind uit het oosten
Opvallend in de jongste conjunctuurcyclus is dat de investeringen steeds op peil bleven. En het ging in Europa niet, zoals in de VS, om huizenbouw, maar wel vooral om bedrijfsinvesteringen. Dat is vooral te danken aan de economische groei in Centraal- en Oost-Europa, en Azië. Hun bestellingen deden het orderboekje van de bedrijven vollopen en stuwden de winstcijfers naar recordhoogtes. Het leverde optimistische en dus investerende bedrijfsleiders op, die het huidige pessimisme trouwens niet altijd begrijpen. Het is afwachten of de CEO’s hun investeringsplannen niet terugschroeven mocht de consument ook in Europa de handdoek in de ring te gooien.
Meer jobs
De Europese consument zou het nog niet mogen begeven. Want een conjunctuurherstel volgt klassiek dit patroon: eerst trekt de export aan, dan de bedrijfsinvesteringen en vervolgens sijpelt de goede gang van zaken via hogere lonen en meer tewerkstelling door naar de consument, die dan de laatste fase van de hoogconjunctuur nog enkele jaren aan de praat houdt.
Fase 3, met de consument als motor van de economie, is in Europa nog niet begonnen. En dat is verrassend omdat het beschikbare inkomen voldoende aandikte, vooral dankzij de stijgende tewerkstelling, om de consument de winkel in te jagen. Dit schoentje past ook België: het beschikbare inkomen steeg zoals in vorige cycli, al ging dat eerder via extra jobs dan via reële loonstijgingen. Cruciaal is nu dat het consumentenvertrouwen relatief ongeschonden door de stroom slecht nieuws komt, zodat fase 3 van alsnog van start kan gaan.
Geluk gehad
De mildere economische schommelingen passen in een internationale trend die al enkele decennia bezig is. Vooral in de jaren 70 en 80 nam de wispelturigheid af, en deze trend zet zich gewoon door. België surft als kleine open economie grotendeels mee op deze internationale golven.
Naast factoren als een beter monetair beleid, is de verklaring ook te vinden in het feit dat de economische schokken gewoon minder groot waren. In dat geval hebben we dus gewoon geluk gehad, wat betekent dat een faliekant aflopende financiële crisis een eind kan maken aan de relatieve rust. De konijnenpoot blijft uiterst welkom. (T)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier