NIET ALLEEN DE SMAAK
Bij de waardebepaling van een beleggingswijn spelen volgende factoren een cruciale rol :
1. Het jaar
1961 blijft het beste wijnjaar van de eeuw. De prijzen voor wijnen uit dit topjaar blijven stijgen, omdat het aantal flessen, het aanbod, kleiner wordt.
Tijdens de fameuze Rex-veiling van het veilinghuis Sylvie’s uit Sint-Niklaas werd een Pétrus Magnum 1961 op 270.000 BEF afgeklopt. In 1994 was dat. En hebt u in uw kelder toevallig nog een Château d’Yquem van 1784 liggen, dan kan u die voor ongeveer 2 miljoen BEF verkopen !
Ook voor het jaar 1982 is de belangstelling de jongste maanden fors gestegen. Niet toevallig is dit één van de beste Bordeaux-jaren sinds het topjaar 1961.
2. Capsule en etiket
Oxidatie doorheen de capsule of een beschadiging van het etiket halen de prijs van een fles naar beneden. Beleggingswijnen moeten daarom met meer dan gewone aandacht worden bewaard.
Voor wijnen waarvan het etiket op zich al een verzamelobject is, geldt dat nog sterker. Neem bijvoorbeeld een Mouton Rotschild, waarvan het etiket elk jaar door een bekende kunstenaar wordt ontworpen : Dali, Picasso, Chagall,… Komt er een vlekje op een door hen ontworpen etiket dan daalt de prijs minstens 20 %. Voor sommige Mouton Rotschild-labels wordt wel 2000 frank betaald.
3. Het niveau
Hoe minder wijn in de fles, hoe lager de waarde. Wanneer het niveau de schouder van de fles bereikt, zijn de flessen nog maar een fractie van de normale prijs waard.
4. De botteling
De verzamelaar zoekt altijd een “mise au château” (op het kasteel gebotteld). Deze flessen bereiken dan ook de hoogste waarde. Andere mogelijkheden zijn een “mise en bouteille par un négociant” (door een wijnhandelaar gebotteld) of een “mise belge” (in België gebotteld), als belegging minder geschikt.
5. De streek
Van de vijftig duurste Bordeaux-wijnen komen er elf uit de Pomerol, tien uit de Pauillac, acht in de Saint-Emilion en maar drie in de Haut-Médoc. Dat heeft vooral met de bodemgesteldheid en het microklimaat te maken.
Maar er zijn nog andere redenen. Zo steeg de waarde van een Château Pétrus in de jaren zestig sterk omdat het de lievelingswijn van president Kennedy was. En omdat vooral buitenlanders de prijzen de hoogte injagen, zijn de duurste wijnen vaak diegenen waarvan de naam bij Engelstaligen het best in de mond ligt. Pomerol is voor een Amerikaan gemakkelijker uit te spreken dan Haut-Médoc.
6. Kwaliteitsbeoordeling
Regelmatig spreken internationaal erkende experts zich over de kwaliteit van bepaalde wijnen uit. De “goeroe” op dit vlak is de Amerikaan Robert Parker. Toen die de Margaux van 1990, bijvoorbeeld, 100 op 100 punten gaf, verdubbelden de prijzen op slag.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier