Niet alle Poolse vrouwen poetsen
De Poolse poetsvrouw behoort tot ons vaste begrippenarsenaal. Nochtans verdienen Poolse vrouwen in België niet allemaal hun brood als huishoudster. Trends ging op bezoek bij een Poolse professor-boekhandelaar, en bij een modeontwerpster.
De federale regering besliste in december om de toegang van Roemeense en Bulgaarse werknemers tot ons land drie jaar langer – tot 1 januari 2012 – beperkt te houden. Voor de inwoners van dat andere Midden-Europese land, Polen, stopt die beperking op 1 mei. Tot dan mogen enkel Poolse werknemers naar België die in knelpuntberoepen werken. Dat belette niet dat ze met velen naar hier kwamen.
Het beeld dat we van hen hebben, oogt niet fraai. Dat blijkt uit de recente studie ‘Gluren bij de nieuwe buren’, die aan de Gentse Arteveldehogeschool is gemaakt. De onderzoekers gingen na hoe het zit met de beeldvorming over Poolse immigranten in de Vlaamse dagbladpers. Polen staan in onze kranten synoniem voor problemen: criminaliteit, illegaliteit, zwartwerk, bedreiging van de welvaart enzovoort.
Doctor in de politieke wetenschappen Maja Wolny werkte aan het onderzoek mee. Ze studeerde aan de universiteiten van Krakau en Warschau, en kwam in 2002 definitief naar ons land na er voordien als Erasmusstudent te hebben vertoefd. Als chef literatuur van het weekblad Polityka, een Poolse Knack, had ze op de Frankfurter Buchmesse VRT-radiojournalist Marc Peirs leren kennen. Resultaat: huwelijksmigratie, twee kinderen en een fraai huis in het chique Sint-Martens-Latem bij Gent.
Pool van het Jaar
Dat er een omvangrijke Poolse gemeenschap leeft in ons land, staat buiten kijf. Officieuze ramingen gaan tot honderdduizend zielen. Het officiële cijfer ligt veel lager (zie kader: Officieel 23.212 Polen in België). Het echtpaar Peirs-Wolny vertelt over de verkiezing van de Pool van het Jaar, die recentelijk is ingevoerd. Of het Poolse bal, dat elk jaar in januari in het Conrad Hotel van Brussel plaatsvindt. Oude en nieuwe migranten, adel en nouveaux riches, komen ernaartoe.
De nieuwe migratie heeft zich op de oude geënt en bestaat hoofdzakelijk uit pendelmigranten. Ze werken en wonen hier, maar keren regelmatig naar Polen terug. Hun bedoeling is hoe dan ook na verloop van tijd, als ze voldoende geld hebben verdiend, definitief in hun thuisland te blijven.
Hoewel, steeds meer Poolse jongeren willen hier blijven, leggen Ronny Matthysen en Aldona Kuczynska, van ACV Bouw en Industrie, uit. De christelijke vakbond zette vanuit Antwerpen een werking op het getouw om Polen die hier werken, te helpen. Hij doet een beroep op de netwerken van de oude migratie om de nieuwkomers te bereiken.
De komst van Aldona Kuczynska – de vakbond wierf haar ruim een jaar geleden aan – heeft de zaken fel vergemakkelijkt. De taal is immers een groot obstakel. Wolny en Curius bevestigen dat, ook al spreken zij goed Nederlands. Ze geven aan dat het een van de redenen is waarom Polen vooral naar Angelsaksische landen trekken. Iedereen spreekt immers een mondje Engels.
Matthysen en Kuczynska stippen aan dat de nieuwe migranten niet alleen in de bouw- of schoonmaaksector werken. Je vindt ze ook in de metaal- en transportsector, en er zijn veel seizoensarbeiders. Het systeem van dienstencheques heeft veel zwart poetswerk legaal gemaakt. Poolse vrouwen kwamen zelfs met heel hun klantenbestand naar het dienstenchequebedrijf.
Het ACV helpt bij schrijnende werksituaties en die zijn er nogal wat. Er bestaat een legertje Poolse schijnzelfstandigen, zogeheten aandeelhouders of partners, en veel uit Polen gedetacheerde werknemers, die hier een schromelijke behandeling krijgen van hun bazen. Let wel, zegt Matthysen, niet alle migranten zijn slachtoffer. Je hebt zelfs ook heel wat illegalen die hier hard werken en veel geld verdienen in het zwart.
Informatie a.u.b.
De gsm van Kuczynska staat niet minder roodgloeiend omdat veel van haar landgenoten gewoonweg informatie nodig hebben. Over hun arbeidsstatuut, kinderbijslag, ziekteverzekering, het niet aangeven van een arbeidsongeval, noem maar op. De grote nood aan informatie vind je overigens bij alle migranten terug. Dat bleek nog maar eens begin december op een studiedag van de Koning Boudewijnstichting. Uit haar weliswaar beperkte enquête, 28 diepte-interviews met migranten, komt de grote moeilijkheid naar voren die ze hebben om aan informatie te geraken. En de Belgische overheid gaat hierin niet vrijuit.
Kenschetsend was het ongeloof bij de respondenten op de vraag: ‘Wat denkt u van het feit dat België een groot aantal migranten zou willen aantrekken omdat de bevolking vergrijst en omdat er talrijke vacante betrekkingen zijn?’ De meesten van hen hadden negatieve ervaringen met de overheid. De Amerikaan Thomas Huddleston verbaasde zelfs met zijn opmerking dat de Belgische diplomatieke posten in zijn land hem verschillende antwoorden gaven, die bovendien lang op zich lieten wachten. Annemie Turtelboom (Open Vld), de minister van Migratie en Asielbeleid, reageerde dat ze in haar administratie een dienst economische migratie heeft opgericht die een en ander moet verhelpen.
Maja Wolny en haar echtgenoot hadden niet zozeer moeilijkheden met het vinden van de juiste informatie. Zij maakten veeleer kennis met de Belgische ambtenarij en papierwerk. Ze vertellen met veel humor, maar ook met enige ergernis, over hun wedervaren. Haar diploma’s hier laten erkennen bijvoorbeeld, kwam neer op een bureaucratische helletocht. “Maar zes jaar nadat ik naar hier ben gekomen, zit ik toch mooi in een ministeriële beoordelingscommissie voor musea en erfgoedorganisaties”, zegt Wolny, die niet de indruk wil wekken aan de klaagmuur te staan. Ze is bovendien trots op haar vrijwilligerswerk. Zo zit ze in de raad van bestuur van het Huis van Alijn in Gent.
Wolny, die zich tot Belg liet naturaliseren, vierde kerst hier. Haar moeder, die haar helpt met de opvoeding van de kinderen en het huishouden, vloog over en weer naar Polen. Het geeft de evolutie in de migratie aan. “De Pool die hier kerst viert, is een blijver”, zegt Wolny.
De mogelijkheid om in ons land legaal te verblijven, doet eveneens steeds meer Polen blijven. Er zijn trouwens veel meer banen in de aanbieding dan er Poolse vragen komen naar werk. De Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding (VDAB) doet zelfs aankondigingen in het Pools voor huishoudelijke hulp.
“Het klopt dat de toestroom minder groot werd, maar het aantal Polen in België stijgt nog altijd”, bevestigt vakbondsman Ronny Matthysen. Hij geeft aan dat de lonen in Polen wel stijgen, maar dat onze sociale zekerheid en onderwijs op een hoger niveau liggen. En dat doet ouders beslissen om niet terug te keren.
De meest ondernemende van de blijvers openen bijvoorbeeld winkels die zich vooral richten op de pendelende landgenoten. Zo zijn er steeds meer Poolse kruidenierswinkels in Brussel. Wolny, zelf auteur, opende in Gent haar boekhandel ‘Post Viadrina’. Die is gespecialiseerd in boeken uit Oost-Europa. “Zo leerde ik Izolda (Curius, nvdr) kennen en we organiseerden in de winkel een tentoonstelling met boeken en Pools getinte kleren naar aanleiding van de Poolse intrede in de Europese Unie op 1 mei 2004.”
Curius verblijft sinds 1992 in België. Op aanraden van haar kennis Robert Bien, die hier al enkele jaren was, kwam ze naar ons land om geld te verdienen voor haar studies in Polen. En ze bleef. Niet het minst omdat Bien, die in de bouwsector werkt, en zij een zoon kregen. “De mogelijkheden om te studeren waren hier veel groter”, stipt Curius aan. Er volgden jaren aan de handels- en talenschool in Gent en daarop de cursussen aan de kunstacademie in de Arteveldestad. De ondernemende vrouw richtte in 2006 haar eigen modebedrijf op, ‘Tristan & Izolda’. Ze maakt avant-gardistische kledij, vooral in het zwart. De stoffen koopt ze aan in Italië en haar naaiateliers bevinden zich hoofdzakelijk in Polen.
De modeontwerpster verkoopt vooral in Nederland en het Verenigd Koninkrijk. En in Japan lopen de zaken ook goed sinds een bekende actrice er op de cover van een glossy tijdschrift stond met een outfit van ‘Tristan & Izolda’. Grieken en Fransen behoren eveneens tot Curius’ klanten. (T)
Door Boudewijn Vanpeteghem/Foto’s Jelle Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier