‘Niemand wil werkloos zijn’

Sandra, het hoofdpersonage van de nieuwe film van de broers Dardenne, verliest haar baan, behalve als haar collega’s afzien van hun premie. Ze heeft twee dagen om een meerderheid aan haar kant te krijgen. “Solidariteit is een morele daad.”

Het festival van Cannes en de Waalse broers Jean-Pierre en Luc Dardenne, het heeft iets van een mystiek huwelijk. In 1999 won hun film Rosetta verrassend de Gouden Palm, de belangrijkste bekroning op het festival. De vier films die ze daarna maakten, vielen er allemaal in de prijzen, met een tweede Gouden Palm voor L’enfant in 2005 (zie kader Cannes en de Dardennes). Zaterdag kunnen de broers geschiedenis schrijven door met hun nieuwe productie, Deux jours, une nuit, hun derde Gouden Palm in de wacht te slepen.

De film is het antwoord van de Dardennes op de crisis. Het hoofdpersonage Sandra, vertolkt door Oscar-winnares Marion Cotillard, is enkele maanden met ziekteverlof geweest. Ze werkt als arbeidster voor Solwal, een bedrijf dat zonnepanelen verkoopt. De zaken gaan slecht, iemand moet de onderneming verlaten. De bedrijfsleider stelt zijn medewerkers voor de keuze: ofwel wordt Sandra ontslagen, ofwel zien ze af van hun premie. Sandra heeft een weekend om negen van haar zestien collega’s aan haar kant te krijgen.

Het idee voor deze film ontstond al in de jaren negentig.

LUC DARDENNE. “Dat klopt. We kregen het idee toen we lazen over een voorval in de Peugeot-fabriek in Montbéliard, waar een arbeider werd overgeplaatst op verzoek van zijn collega’s, omdat hij hen productiepremies deed verliezen. Dat Sandra van deur tot deur zou gaan om haar collega’s voor haar zaak te winnen, zat al vroeg in het verhaal. Maar het scenario vlotte niet. Daarom lieten we het vallen.

“De economische crisis was de aanleiding om het verhaal in 2012 weer op te nemen. Onlangs las ik het boek van de Franse econoom Thomas Piketty, die stelt dat de inkomensongelijkheid toeneemt. Dat voelden we al goed aan. We werden ook geconfronteerd met de nieuwe massale ontslagen in de staalnijverheid in de regio waar we onze films draaien (Seraing, nvdr).”

Werkloosheid is ook het thema van uw eerste fictiefilm, Je pense à vous, en van Rosetta.

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Ja, maar er is een groot verschil tussen Rosetta en Sandra. Rosetta woont op een camping. Ze wil tot elke prijs werken, om een normaal leven op te bouwen. Ze denkt dat iedereen tegen haar is, dat iedereen haar in de weg staat om een baan te vinden. De economische situatie van Sandra is veel beter. Zij en haar man Manu hebben een baan en een eigen huis.

“Als Sandra haar collega’s opzoekt, ziet ze hen niet als vijanden. Ze probeert hen te overtuigen en tegelijk begrijpt ze hun situatie. Maar we vertellen geen idyllisch verhaal. Sandra veroorzaakt ruzies in gezinnen, ze heeft het gevoel dat collega’s haar op haar gezicht willen slaan, ze voelt zich een bedelaar. Vaak wordt haar dat te veel. Met de steun van Manu en haar collega Juliette probeert ze toch solidariteit te zoeken.”

LUC DARDENNE. “Het publiek zag dat anders, maar wij hebben Rosetta altijd beschouwd als een goede soldaat van het ultraliberale kapitalisme. Ze vecht, ze ontziet niemand, ze heeft geen scrupules om andermans baan in te pikken. Sandra heeft het er moeilijk mee dat ze in concurrentie met haar collega’s wordt geplaatst.”

Voor Rosetta en Sandra betekent een baan dat ze bestaan in de ogen van anderen.

LUC DARDENNE. “Zeker. De familie volstaat niet meer voor mensen om zich erkend te voelen. Werken geeft je het gevoel dat je iets doet voor de samenleving en dat de samenleving je iets verschuldigd is. Je hebt het idee dat je sociaal iets betekent. Een bedrijf is ook een gemeenschap, een plek waar collega’s elkaar ontmoeten, samenwerken, discussiëren en vriendschappen sluiten. Sandra wil bij haar collega’s zijn in plaats van alleen in de werkloosheid te zitten.”

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Niemand wil werkloos zijn. Toen we kinderen waren, waren er weinig steuntrekkers. Twintig jaar later waren er massa’s. Dat kwam niet omdat die mensen opeens niet meer wilden werken. Er waren geen banen, dat was het probleem. Niemand is tevreden met zo’n leven, al zul je altijd plantrekkers hebben.”

Het is verleidelijk de film te interpreteren als een allegorie van de samenleving.

LUC DARDENNE. “Dat mag je zo zien. Maar we wilden niet dat Sandra medelijden zou opwekken. We spreken geen oordeel uit over haar collega’s. Niemand van hen heeft het gemakkelijk. Willy wil wel solidair zijn met Sandra, maar hij kan niet. De studie van zijn dochter kost 600 euro per maand. Hij en zijn vrouw recycleren tegels om de eindjes aan elkaar te knopen. Sandra heeft begrip voor hun standpunt. En toch zijn er collega’s die hun mening herzien. Het is een mooi menselijk moment om te zeggen: het is moeilijk voor mij, maar ik maak toch de keuze voor de ander.

“Ook Dumont, de bedrijfsleider, veroordelen we niet. Tijdens de afwezigheid van Sandra heeft hij gemerkt dat hij het werk in de fabriek met zestien mensen kan doen. Hij moet het hoofd bieden aan de concurrentie uit China.”

Een economische crisis is geen goede voedingsbodem voor solidariteit.

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Solidair zijn is nooit vanzelfsprekend, je moet dat opbouwen. Dat ligt vandaag moeilijker dan dertig of veertig jaar geleden.” LUC DARDENNE. “Solidariteit is altijd een morele daad. De personages in de film bevinden zich in een situatie die ze moeten accepteren, maar allemaal moeten ze de vraag van Sandra beantwoorden of ze hun premie behouden of niet. Iedereen krijgt te maken met het appel van anderen om solidair en rechtvaardig te zijn, zelfs wie weinig middelen heeft.

“Ook bedrijfsleiders hebben daar een verantwoordelijkheid. Je mag van hen verwachten dat ze niet alleen beslissingen nemen in het belang van hun onderneming, maar dat ze ook rekening houden met het algemeen belang.”

Solidariteit is een thema in al uw films. Veel van uw personages zijn eenzaten, die plots de ander ontdekken.

LUC DARDENNE. “In de jaren zeventig en tachtig waren we er getuige van hoe de economische crisis Seraing veranderde. Dat heeft grote indruk gemaakt. Hele buurten raakten verlaten. Families vielen uiteen. Jongeren waren aan de drugs. Vaders die werkloos waren, verloren hun ouderlijk gezag. Met onze videocamera maakten we portretten van de eenzame, verloren, gebroken mensen die er rondliepen.

“Om te overleven deden mensen om het even wat, zelfs elkaar uitbuiten. Roger, een personage in La promesse, is zo iemand. Hij is een werkloze arbeider, die iedereen in de rij voorbijsteekt als hij gaat stempelen. Hij toont geen enkel medeleven voor de illegalen die bij hem wonen en die voor hem werken. Hij is extreem individualistisch.

“In onze films wilden we niet de neergang van dat gemeenschapsleven tonen, maar wel hoe je in die omstandigheden weer mensen kunt ontmoeten, hoe je weer solidair kunt zijn, hoe je opnieuw kunt samenleven met anderen. Wij willen onze personages redden.”

Seraing is het decor van bijna al uw films.

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Het is een plek die we kennen. We zijn er opgegroeid, we hebben de stad zien veranderen. Als we een film voorbereiden, stellen we ons de personages meteen in Seraing voor. Dat is geen bewuste keuze, het gebeurt vanzelf.”

Komt ook uw voorkeur voor personages uit de lagere sociale klassen daarvandaan?

LUC DARDENNE. “Onze vader was industrieel tekenaar. Alle andere mensen in onze straat waren arbeiders. Ook de kinderen op school kwamen uit arbeidersgezinnen. Dat milieu raakte ons, we luisterden, we observeerden. Onze cinema komt voort uit het leven dat we daar hebben gezien.”

Wilt u de toeschouwer veranderen met uw personages, zoals uw personages veranderen door hun ontmoeting met anderen?

JEAN-PIERRE DARDENNE. “In de film hoor je vaak het zinnetje: ‘Stel je eens in mijn plaats’. Het zou mooi zijn mocht de toeschouwer zich afvragen wat hij zou doen in de plaats van Sandra of een van haar collega’s. Misschien denkt hij: ik zou niet reageren zoals dat personage, maar ik begrijp waarom hij die beslissing neemt. Dat is cinema: je verplaatsen in het standpunt van een ander.”

In 2000 lanceerde minister van Werk Laurette Onkelinx (PS) het Rosetta-plan om laaggeschoolde jongeren aan een baan te helpen. Van dat soort invloed hebt u zich gedistantieerd.

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Het beleid is ons probleem niet. We maken geen films om een minister tot actie aan te zetten. Vakbondsmensen hebben ons trouwens gezegd dat het programma een pervers effect had: als iemand niet langer onder dat statuut kon werken, werd hij vaak ontslagen en vervangen door een andere jongere met een Rosetta-baan.”

LUC DARDENNE. “Zelfs als door onze film slechts enkele mensen werk hebben gevonden en zich in het sociale leven hebben ingeschakeld, ben ik daar blij om.”

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Ik weet niet of je deze film kunt omzetten in een plan. Een Sandra-plan om straks een regering te hebben misschien?” (lacht)

Uw film is geselecteerd voor de officiële competitie in Cannes. Gaat u teleurgesteld zijn als u deze keer niet in de prijzen valt?

JEAN-PIERRE DARDENNE. “Het is natuurlijk beter een prijs te winnen dan met lege handen naar huis te gaan, maar cinema is geen voetbalcompetitie. Het belangrijkste is dat de internationale pers en het publiek de film goed onthalen.”

Wat heeft het festival veranderd in uw carrière?

LUC DARDENNE. “Heel veel. Cannes heeft onze naam gevestigd. Het festival is een enorme klankkast. Er komen vierduizend journalisten naartoe, alle distributeurs zijn er. Als je film opvalt, wordt hij over de hele wereld gezien.”

U werkt bij voorkeur met onbekende acteurs, of vertrouwde acteurs als Fabrizio Rongione en Olivier Gourmet, die ook in deze film zitten. Dat Marion Cotillard de rol van Sandra vertolkt, is verrassend.

LUC DARDENNE. “We wilden graag samenwerken met Marion Cotillard. We waren altijd al onder de indruk van haar blik en haar voorkomen. Toen we haar gingen opzoeken, was het liefde op het eerste gezicht. Dat ze een ster is, was een uitdaging. We wilden geen film maken met haar als vedette en een groep andere acteurs. We moesten haar een nieuw uiterlijk geven, zodat ze paste in onze films. Ze mocht er niet anders uitzien dan de anderen, zelfs al was ze Marion Cotillard.”

Deux jours, une nuit loopt vanaf deze week in de bioscoop.

WIM VER ELST, FOTOGRAFIE FILIP VAN ROE

“Het is een mooi menselijk moment om te zeggen: ik maak de keuze voor de ander”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content