NEDERLAND

Polderkrampen

Uitgerekend de Brusselse estheet Eric de Kuyper, die al bijna een kwarteeuw in Amsterdam en Nijmegen woont, gooit de flatterende Nederlandse spiegel aan scherven. Met zijn zachte, precieuze, intieme pen observeert hij in Een vis verdrinken het gedrag van de Nederlanders. Hij houdt vol dat hij het volk van Amstel en Waal charmant vindt, maar het lijkt verdacht veel op de rede van Brutus, die Caesar een bewonderenswaardige man noemde en hem vervolgens een dolk in de rug plantte.

Wachtlijsten in de gezondheidszorg, malaise in het onderwijs, teloorgang van het verantwoordelijkheidsbesef van de overheid of gewoon maar treinen die niet op tijd rijden – tot voor (zeer) kort werd alles onder de consensusmantel verstopt. Al die lieflijke solidariteit lijkt plots op een krampachtige struisvogelpolitiek. Om dat alles te ontmaskeren, is er een allochtoon nodig, die “als sceptische voormalige Belg altijd geneigd is ervan uit te gaan dat het wel niet zal zijn zoals men beweert dat het is.” Nederland heeft ernstige polderkrampen. Globe, 159 blz., 698 fr.

Nog een estheet, Joris-Karl Huysmans (1848-1907, Franse moeder en Nederlandse vader, auteur van het meesterwerk A rebours), slaat en zalft, prijst en hekelt Nederland in het kleinood In Holland. Kan beschouwd worden als een literaire parel aan de listige kroon die Eric de Kuyper zopas schreef. Athenaeum/P&VG, 58 blz., 275 fr.

Uit de recente Nederlandse boekenoogst pikken we ook het opmerkelijke De kleine Britt – Het leven na de overval, dat geafficheerd wordt als een autobiografische roman. Het boek lokte een oer-Hollands debat uit. Auteur Els Hupkes is immers de vrouw van de ontvoerder en moordenaar van zakenman Gerrit-Jan Heijn (van de familie achter distributieketen Albert Heijn). Hupkes wist niets van de misdaad, maar vroeg geen echtscheiding aan en beschrijft nu de gevolgen voor de vrouw en de kinderen van de dader. Bert Bakker, 394 blz, 825 fr.

Tot slot benaderen we onze noorderburen via een hoogst ongewone toegangspoort. Een cultuur leert men immers ook kennen via de poëzie. In Gedichten 1939-1998 van Louis Lehmann valt het verloop op van hoop naar ontnuchtering, van sierlijk register naar kale stijl, van beeldrijkdom naar kilte. In de jaren ’70 werd hij zo zwaar getackeld door de kritiek, dat hij zijn critici gelijk gaf. Onterecht. Bezige Bij, 697 blz., 1500 fr.

In Gedichten 1960-1997 speurt Willem van Toorn naar de werkelijkheid achter de observatie. Bij hem blijft de hoop wel intact. Stroomt de polder dan toch niet onder? Querido, 343 blz., 1190 fr.

Luc De Decker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content