Nedda El-Asmar
Als haar objecten niet uit zichzelf naar de liefde verwijzen, dan zijn ze tenminste met liefde gemaakt. Nedda El-Asmar, Belgische ontwerpster met Palestijnse wortels, wint de éne designprijs na de andere met haar (soms) ondeugende, (soms) romantische creaties in edel zilver of kunststof.
Nedda El-Asmar is een kind van ’68. Letterlijk dan wel. Ze werd in 1968 in Aalst geboren. Het niet-conventionele gedachtengoed zit blijkbaar diep verankerd in haar ontwerpen. Die nochtans verre van agressief zijn. Eerder poëtisch, romantisch, humoristisch. Telkens met een onderliggende bijgedachte, die in vele gevallen verwijst naar dat éne sacrale moment, de ontmoeting van zaad- en eicel, de oorsprong van het leven, het mysterie dat alle culturen van oost en west voor niet te onluisteren feiten stelt. Soms is liefde het Leitmotiv in haar werk, dat vaak gekenmerkt wordt door een zekere tederheid. Soms is het pure erotiek. Zoals in haar Love Spoons: twee lepels die de golvende beweging van het liefdesspel lijken te symboliseren. Al heeft ze zelf bij het ontwerpen eerder gedacht aan het uitbeelden van een rozenknop, de ontluikende bloem van de liefde. Tussen het oorspronkelijk idee en de interpretatie achteraf zit soms een wereld van verschil.
Vaak verwijst
haar werk naar de morning after. Nedda El-Asmar lijkt haast geobsedeerd door het ontbijt, dat symbolisch moment van rust en communicatie dat vaak moet sneuvelen in een wereld vol jacht en stress. Het ontbijt als symptoom voor een relatie. Haar serie Ontbijt in de Melkweg, die aangekocht werd door het Zilvermuseum Sterckxhof in Antwerpen, bestaat uit een reeks dansende en fonkelende zilveren objecten, van honingpot tot champagneroemer, die ronddraaien als tol en iets ongrijpbaars hebben, als sterren. Dit niet-functionele ontwerp is ontsproten aan een rijke fantasie. De ontmoeting tussen twee culturen situeert zich slechts zelden in vormelijke details (de koepel van de moskee wordt bijvoorbeeld het dekseltje van een theepot), maar grijpt plaats op het niveau van de verbeelding. Nedda El-Asmar verplaatst de koele westerse vormgeving naar de oosterse droomwereld van Duizend en één Nachten.
Voor zwoele nachten heeft de Belgisch-Palestijnse haar condoomhouders ontworpen in zilver, gedeeltelijk verguld. Handige en toch wel grappige etuis die openklappen als een bloem en een drietal rubbertjes kunnen bevatten. Aan de buitenkant, heel mooi uitgepuurd, versierd met een zaadcel die de eicel binnendringt. Al is het juist de bedoeling van dit speelse object om deze ontmoeting te voorkomen. Heel mooi gedaan. Veilig vrijen met stijl. Helaas werd dit ontwerp niet in productie genomen. Wie durft het aan? De condoometuis werden ook geselecteerd voor een internationale expositie die in Milaan doorging onder de heel toepasselijke noemer Make love with Design.
Zelfs een eenvoudige picknickmand – in combinatie met een oude Messerschmidt die de allure heeft van een fallus – krijgt bij Nedda El-Asmar een dusdanige erotische uitstraling dat men zich meteen het tafereel van Le Déjeuner sur l’Herbe voor de geest haalt. Misschien komt dit spelen met dubbele bodems wel voort uit de versmelting van twee culturen waaruit ze zelf is voortgesproten.
Het gesprek
heeft plaats terwijl ze haar één maand oude hongerige spruit de borst geeft. Trouwens, de tepel menen we ook terug te vinden in haar zilveren kom voor één aardbei, versierd met bladgoud en rode lak. Maar ook dit is een weer een Hineininterpretierung. De kom heeft letterlijk een dubbele bodem. In de uitstulping van de kom past precies één aardbei. Wanneer men het object omdraait, kan er een heel mandje aardbeien op de schotel liggen. Deze aardbeiset, Fraisier, met bijhorende suikerstrooier en slagroompotje, werd in 1994 door Hermès in productie genomen. Nedda El-Asmar werkt hoofdzakelijk voor Franse huizen als Christofle, Hermès en vooral Puiforcat. Maar ze houdt er ook van haar verbeelding de vrije loop te geven in vrije en niet-functionele opdrachten. Een aantal van deze objecten heeft zij kunnen ontwerpen als leeropdracht aan het Royal College of Art in Londen, waar zij als eerste Belgische in de afdeling juweelontwerpen/zilversmeden aan de slag ging. “Een fantastische school waar je bovendien kan leren wat kleine producties zijn”, zegt Nedda El-Asmar. “Een dure school ook met gastprofessoren uit de hele wereld. Ik heb heel wat beurzen moeten verzamelen om dat onderwijs te financieren. Maar het loonde de moeite.”
Kunst en geld, de combinatie is noodzakelijk maar vaak ambigu. “Ik moet uiteraard contracten met productiehuizen kunnen versieren. Dat is niet altijd makkelijk en het is dankzij verschillende prijzen die ik afgelopen jaren heb gewonnen, dat ik mijn atelier kan inrichten. Soms kom ik niet rond. Dan ben ik er niet te beroerd voor om enkele maanden als hulpverlener bij een alarmcentrale te werken. Je kunt natuurlijk gaan dromen van een eigen collectie. Maar dat vraagt een enorm financieel risico. Bovendien ben ik er niet klaar voor.”
Nedda El-Asmar woont momenteel in Antwerpen. De voorbije jaren kreeg zij de Sterckxhofopdracht en de Henry Van de Velde Prijs voor Jong Talent (1997); de Provinciale Prijs voor Industriële Vormgeving van de provincie Antwerpen (1998); en de Prijs Knokke-Heist Jong Design (1999). “Die prijzen zijn mooi meegenomen”, zegt Nedda El-Asmar. “Het doet mij inderdaad plezier als mensen mijn werk appreciëren. Als ik erin slaag de mensen af en toe ‘ns te laten glimlachen omwille van een object, dan voel ik me daar goed bij. Ik omring mezelf ook graag met mooie objecten. Tussen een mens en een object kan een gevoelsrelatie totstandkomen. Daarom wil ik vooral mooie voorwerpen tot leven brengen die je kan aanraken en die graag aangeraakt worden.”
TEKST: HENK VAN NIEUWENHOVE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier